Onderzoek: In 2030 is 10% van alle werkenden een IT’er
Het toenemende belang van IT in het bedrijfsleven vertaalt zich ook naar de arbeidsmarkt – en in rap tempo. In 2030 zal volgens nieuw onderzoek maar liefst 10% van alle mensen in de werkzame beroepsbevolking een IT’er zijn.
Ons land telt vandaag de dag 580.000 mensen die werkzaam zijn in een IT-beroep. Zij zijn actief binnen uiteenlopende IT-gebieden en bekleden variërende functies – van traditionele rollen als programmeur, webdeveloper, systeembeheerder en tester tot nieuwe rollen als data scientist, artificial intelligence-specialist of Salesforce-consultant.
Van de 580.000 werkzame IT’ers is het grootste deel (87%) actief als werknemer. Zo’n 76.000 IT’ers zijn ondernemer, waarbij het overgrote deel als zzp’er actief is. Mannen zijn nog altijd veruit in de meerderheid: 84% van alle IT’ers is man.
Zo’n tien jaar terug lag het aantal IT’ers in ons land op ongeveer 300.000 – iets meer dan de helft van het huidige aantal. De komende tien jaar zal het aantal IT’er opnieuw bijna een verdubbeling doormaken, zo verwachten onderzoekers van HeadFirst Group en Intelligence Group. Ze voorspellen dat ons land in 2032 meer dan 1 miljoen IT’ers zal tellen.
Ook de ontwikkeling van de samenstelling van de IT-beroepsbevolking zal vergelijkbaar zijn met die gedurende het afgelopen decennium. Het aandeel professionals in de software- en applicatieontwikkeling (ICT-adviseurs, softwareontwikkelaars, webdevelopers, applicatieprogrammeurs en -testers) zal groeien, terwijl het aandeel van onder meer netwerkspecialisten zal dalen.
Of de groei in het aantal IT’ers voldoende zal zijn om aan de vraag te voldoen is maar zeer de vraag. In de momenteel al zeer krappe arbeidsmarkt is het voor organisaties überhaupt al moeilijk om passend talent binnen te halen, maar IT-vacatures zijn al helemaal lastig in te vullen. HeadFirst Group en Intelligence Group hebben uitgerekend dat het verschil tussen de vraag en het aanbod van IT’ers nog nooit zo groot is geweest.
Hierdoor is de zogeheten ‘wervingshaalbaarheid’ – hoe moeilijk of makkelijk het is om een doelgroep te werven – nu zeer laag (in sommige sectoren zelfs extreem laag), iets dat is terug te zien in de manier waarop organisaties hun wervingstactieken aanpassen.
Van het aanbieden van een startbonus tot een nieuwe laptop, een dure cursus in het buitenland of de mogelijkheid om onbeperkt thuis te werken: werkgevers halen alles uit de kast om de IT’er aan boord te halen.
Tegelijkertijd ontstaan ook allerlei nieuwe sourcingsmodellen. Vooral de verschuiving richting werken op afstand, in een stroomversnelling geraakt tijdens de coronacrisis, betekent dat IT’ers tegenwoordig steeds vaker worden ingezet vanuit verre bestemmingen, waar veel IT-talent beschikbaar is.
Waar salaris voor veel talenten een belangrijke drijfveer blijft, valt op dat ook ‘zachtere’ factoren terrein aan het winnen zijn. “Salaris en andere arbeidsvoorwaarden worden meer hygiënefactoren, de inhoud en relevantie van het werk behoren nu ook tot de kritische wervingsfactoren”, aldus Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group.
De digitale economie
Hoewel het rapport van HeadFirst Group en Intelligence Group zich focust op de directe impact van IT’ers op de arbeidsmarkt, raakt het vakgebied tegelijkertijd ook steeds meer verweven met niet-IT-rollen. Dat heeft vooral te maken met de opkomst van low-codesoftwareontwikkeling.
Deze nieuwe vorm van applicatieontwikkeling maakt het voor non-IT’ers “gemakkelijk en begrijpelijk” om zelf IT-oplossingen te ontwikkelen. Met andere woorden: eenieder met enkel basis-techvaardigheden kan zich tegenwoordig in feite een applicatiebouwer noemen. Hierdoor kunnen ook de non-IT’ers meebouwen aan digitale transformatie, bijvoorbeeld door applicaties en techgedreven innovaties te ontwikkelen om binnen processen in te zetten (denk aan robots of algoritmes).
En hoewel deze mensen niet te boek staan als IT’ers, dragen ze wel bij aan de digitale economie. Volgens eerder onderzoek zijn momenteel tussen de 1,5 miljoen en 2 miljoen mensen werkzaam in de digitale economie, en neemt de digitalisering van de economie de komende jaren nog verder toe.