Low-code is gegroeid tot hét platform voor digitale transformatie
Low-codesoftware heeft zich de afgelopen jaren getransformeerd van een opkomende technologie tot een fenomeen dat inmiddels niet meer weg te denken is uit de digitale transformatie-toolbox van organisaties. Dat blijkt uit onderzoek van Mendix.
Low-code is softwareontwikkeling die is gericht op het visueel ontwerpen van applicaties. De technologie is vooral populair omdat men hiermee veel eenvoudiger applicaties kan bouwen. Daarmee heeft low-code gezorgd voor een democratisering van IT-ontwikkeling: softwareontwikkeling is niet langer enkel weggelegd voor de IT-afdeling, maar nu ook toegankelijk voor elk individu met een digitale basiskennis.
Dit maakt een enorme versnelling van digitale transformatie mogelijk en biedt professionals binnen de organisatie de mogelijkheid om eigenaarschap te nemen over de ontwikkeling van IT-oplossingen ten behoeve van de business.
Volgens het onderzoek van Mendix wordt low-code inmiddels dusdanig vaak ingezet dat deze relatief jonge technologie naar verwachting al komend jaar (2023) traditionele softwarecodering voorbij zal streven.
Met zijn prognose sluit het bedrijf – zelf aanbieder van een van de belangrijkste low-code-ontwikkelplatforms – zich aan bij eerder onderzoek van Gartner, dat concludeerde dat in 2025 70% van de zakelijke applicaties zal worden gebouwd met low-code of no-code technologie. In 2020 was dit nog slechts 25%.
De technologie vindt zijn oorsprong in de negentiger jaren, toen visueel programmeren voor het eerst zijn intrede deed binnen procesmanagement. Het was echter pas in 2014 dat de term low-code (door Forrester) werd geïntroduceerd. Volgens Gartner zal de markt voor low-code de komende jaren verdubbelen, van een huidige marktwaarde van $14 miljard naar een verwachte $30 miljard in 2025.
“De toenemende complexiteit van technologie en het versnelde tempo waarop bedrijven opereren vragen om het gebruik van low-code. Hiermee kan op een snelle en flexibele manier businesswaarde gecreëerd worden”, aldus Tim Srock, CEO van Mendix.
Uit het onderzoek komt naar voren dat low-code gedurende de pandemie bij 69% van de ondervraagde organisaties een verschuiving heeft doorgemaakt van het fungeren als een crisistechnologie naar een rol als kerntechnologie: waar vorig jaar ruim driekwart (77%) van deze bedrijven low-code gebruikte, doen ze dat nu bijna allemaal (94%).
De use cases van low-code
Er blijken uiteenlopende use cases te zijn voor de technologie, binnen verschillende gebieden. In 2021 werd low-code het meest gebruikt voor applicaties gericht op betere samenwerking, kostenreductie en innovatiesnelheid. Nu, in 2022, ligt de focus op klantportals, productiviteits-apps en businesssoftware. Vier op de tien respondenten geeft aan low-code te gebruiken voor bedrijfskritische toepassingen.
“De meerderheid van de bedrijven, ongeacht de branche, gebruikt low-code om betere digitale ervaringen te bieden, backend-automatisering te verbeteren en de algehele flexibiliteit te vergroten”, zegt Ron Wellman, Head Industry Clouds bij Mendix. “Ze hebben een low-codeplatform nodig dat snelle verandering, samenwerking tussen de business en IT, vernieuwing van verouderde applicaties en veranderende verwachtingen van klanten en medewerkers ondersteunt.”
Voor het onderzoek van Mendix werden respondenten in vijf landen ondervraagd: Nederland, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Mendix (een dochteronderneming van Siemens) is een van de grotere leveranciers van low-codeplatforms. Bekende concurrenten zijn onder meer Appian, Betty Blocks, OutSystems, Zoho Creator, Salesforce Lightning en Microsoft Power Apps.
