Ecorys bestaat 90 jaar en is klaar voor de toekomst
Voor Ecorys is 2019 een jubileumjaar: het is 90 jaar geleden dat het onderzoeks- en adviesbureau in Rotterdam het levenslicht zag. Een mooi moment om terug én vooruit te blikken. Dat doet Consultancy.nl met Marien van Riessen, die sinds tweeënhalf jaar aan het roer staat van Ecorys Nederland. “Bij mijn aantreden kreeg ik een duidelijke opdracht mee: zorg dat je al het goede in het DNA van Ecorys behoudt en dat er op allerlei andere vlakken verbetering komt.”
De kosten en baten van een F1-race in Assen, de economische opbrengst van regionaal toerisme, de gevolgen van een mogelijke sluiting van een afvaloven, gemeentelijk klimaatbeleid, de kosten van een dijkaanpassing en de mogelijkheden om de financiering van terrorisme te beperken: het zijn slechts enkele van de vele uiteenlopende onderwerpen waar de Nederlandse tak van Ecorys zich de afgelopen jaren over heeft gebogen.
Het in 1929 opgerichte bureau is een instituut op het gebied van economische, ruimtelijke en sociale ontwikkeling en wordt veelvuldig ingeschakeld door zowel publieke als private opdrachtgevers.
“Het gaat goed met Ecorys”, vertelt Van Riessen. “Het ziet ernaar uit dat we vorig jaar ons beste jaar ooit hebben gedraaid, in Nederland én binnen de gehele groep. Alle landen dragen bij aan dit succes: ze groeien allemaal en overal wordt meer winst gerealiseerd per consultant. We hebben momenteel ook wel rugwind, als je nu geen winst maakt doe je iets verkeerd. Maar we zijn zeker niet alleen succesvol dankzij die rugwind. We doen echt iets goed. In de toplaag van de overheid kloppen ze voor beleidsadvies bijvoorbeeld al snel aan bij ons. Dat komt grotendeels door ons sterke senior-profiel. Onze senior-experts behoren gewoon tot de top van de markt.”
“Dat blijkt ook uit de evaluaties met klanten, die we na elk project uitvoeren”, vervolgt de algemeen directeur. “De directe bruikbaarheid van onze adviezen is hoog en neemt steeds verder toe. Onze opdrachtgevers nemen onze aanbevelingen steeds vaker één-op-één over. Dat geldt voor de klanten op alle markten waar we actief zijn. Op deze manier zorgen we niet alleen voor beter beleid, maar besparen we de belastingbetaler ook veel geld, door de overheid op de meest efficiënte manier in de juiste projecten te laten investeren.”
Verbreding
Een betere bruikbaarheid van de adviezen is echter niet de enige verandering waar Van Riessen aan werkt: “We breiden ons dienstenaanbod uit. Naast onze advisering gaan we ons nadrukkelijker richten op twee andere diensten: implementatie en ondersteuning. Opdrachtgevers schakelen ons nog altijd primair in om onderzoek te doen. Maar als je toch met de klant in gesprek bent over onderzoeksresultaat, waarom zou je dan niet meteen proberen te ondersteunen bij de implementatie van dit advies?”
“We zien ook dat we steeds vaker worden gevraagd te helpen bij de implementatie van gemeentelijk beleid”, gaat Van Riessen verder: “We hebben bijvoorbeeld het Arbitragehof in Den Haag helpen opzetten. Dat is geen onderzoeks- of adviesopdracht. Dat is gewoon zorgen dat een organisatie goed staat.” Hij geeft aan dat het binnen dergelijke opdrachten kan gaan om thema’s als technische assistentie, programmamanagement, administratie, prestatiemonitoring en training.
Hij benadrukt dat de verandering geen verschuiving betreft, maar een verbreding: “Onderzoek en advisering zit in ons DNA en dat willen we zeker vasthouden. Het zal juist werken als aanjager voor de overige diensten.”
Verder geeft hij aan dat Ecorys met de verbreding van het dienstenaanbod ook inzet op een verdere versterking van de sectoren die worden bediend: “Onze Nederlandse afdeling realiseert nu nog meer dan de helft van haar omzet binnen twee sectoren: transport & infrastructuur en regio’s & steden. Met ons uitgebreide dienstenaanbod willen we onze aanwezigheid vergroten in de overige vijf sectoren waar we actief zijn: veiligheid & justitie, economische groei, sociaal beleid, energie & grondstoffen en publieke sector-hervormingen.”
Over de grens
Ook internationaal is Ecorys aan het vernieuwen: “Voorheen bestond de groep uit tien landen maar we zijn nu anders gegroepeerd. De twee landen waar we het grootst zijn – Nederland en de UK – hebben hun eigen afdeling. Daarnaast zijn er nog de IDU – de International Development Unit – en het EU-kantoor in Brussel, waar weer regionale kantoren aan zijn gekoppeld. Met de IDU richten we ons op het begeleiden van grote internationale programma’s, die vaak worden gesteund door de Wereldbank of vanuit een EU-fonds. Het EU-kantoor werkt veelal in opdracht van de Europese Commissie.”
“Nederland neemt de plek in van kennishuis. Wij hebben veel expertise en referenties die in andere landen worden gebruikt om aanbestedingen binnen te halen.”
“Vanuit de IDU hebben we eind vorig jaar bijvoorbeeld voor UNICEF een studie over de begrotingsruimte en politieke economie van landen in Oostelijk en Zuidelijk Afrika afgerond, om zo de rol van politiek-economische factoren rond de begrotingsruimte voor investeringen in kinderen inzichtelijk te maken. Onze EU-afdeling heeft het afgelopen jaar onder meer een evaluatie afgerond voor het directoraat-generaal Mobiliteit en Transport van de Europese Commissie, waarin werd gekeken naar de wetgeving rond ongevalsonderzoek in de luchtvaart.”
Nederland kennishuis
Van Riessen vertelt dat de nieuwe internationale indeling is bedoeld om de kruisbestuiving tussen de landen waar Ecorys actief is te optimaliseren: “Binnen deze opzet neemt Nederland de plek in van kennishuis. Wij hebben veel expertise en referenties die in andere landen en binnen EU-verband worden gebruikt om aanbestedingen binnen te halen. En we werken ook veel samen met de IDU. Zij nemen dan met name de programma- en procesmanagementrol op zich en wij vullen de kennisrol in. Zo komen we samen tot een krachtige combinatie. Ik noem het de twee benen waar je mee moet lopen.”
“Ook de samenwerking met de wetenschap is voor ons van groot belang”, vervolgt Van Riessen. “Wij werken regelmatig samen met verschillende universiteiten.” Hij legt uit dat het Nederlandse kennisleiderschap daarnaast van belang is voor de zichtbaarheid van de gehele groep: “We nemen niet alleen het voortouw binnen de twee sectoren waar we het grootst zijn, transport & infrastructuur en regio’s & steden. En op het gebied van energie is Manon Janssen [CEO van de Ecorys Groep, red.] natuurlijk ons eigen boegbeeld. Ze staat onder meer aan het hoofd van de Topsector Energie en is voorzitter van de sectortafel Industrie binnen de Klimaattafel.”
Transities
In de komende jaren zal dit kennisleiderschap op het gebied van energie goed van pas komen, zegt Van Riessen: “We hebben met het oog op de toekomst twee grote thema’s omarmd waarin veel van onze kennisgebieden samenkomen: de energietransitie en de omgevingswet. Binnen beide onderwerpen zullen we de totstandkoming van besluitvorming faciliteren binnen overheden en bedrijven.”
“Het is goed om alles af en toe scherp te stellen: ‘Waar zijn we nou van? Wat betekent dat voor onze mensen? En wat betekent het voor onze technieken, kennis en aannames?’”
In deze uitdagingen en de overige vraagstukken waar Ecorys aan werkt, zal daarnaast innovatieve technologie een steeds grotere rol gaan spelen: “Dan moet je bijvoorbeeld denken aan alles op het gebied van kunstmatige intelligentie en advanced analytics. Je kunt algoritmes inzetten voor effectmeting en modellen beter verfijnen door ze toe te spitsen op de verschillende kennisdomeinen. Ook op het gebied van dataverzameling is nog winst te boeken. Maar uiteindelijk blijft het bepalen van de relevantie en impact van verschillende uitkomsten toch mensenwerk. Dus de rol van de onderzoeker blijft cruciaal.”
Feestjaar
Terwijl Van Riessen nog veel plannen heeft voor de toekomst van Ecorys, kan hij vast tevreden terugblikken op zijn eerste tweeënhalf jaar. “Ik ben blij dat de sectorindeling die ik een half jaar na mijn komst heb geïmplementeerd goed blijkt te werken. Het eerste jaar was ik druk met de verandering zelf en het jaar daarna om hem goed werkend te krijgen. Het was niet makkelijk. We hebben geen traditie van strategievorming, maar het is goed om per sector alles af en toe scherp te stellen: ‘Waar zijn we nou van? Wat betekent dat voor onze mensen? En wat betekent het voor onze technieken, kennis en aannames?’”
Met de huidige verbreding van de dienstverlening zal Van Riessen voorlopig nog even niet achterover kunnen leunen. Gelukkig kan er dit jaar wel een feest worden gevierd: “Op 19 juli bestaan we 90 jaar. We zijn een van de oudste onderzoeksbureaus ter wereld. Grootgemaakt door Jan Tinbergen, in 1969 de eerste winnaar van de Nobelprijs voor de Economie*. We zijn nu bezig met een soort boekwerk – maar dan in moderne vorm – waarin we onze geschiedenis beschrijven. Verder organiseren we voor onze klanten en alumni een symposium en komt er een social impact-dag voor onze medewerkers. We zijn ook nog in gesprek met de Erasmus Universiteit om te kijken of we nog wat mooie relikwieën kunnen opspitten om tentoon te stellen. Ik zou bijvoorbeeld de Nobelprijs van Tinbergen wel even willen lenen”, besluit Van Riessen.
* Officieel heet de Nobelprijs voor de Economie de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economische Wetenschappen. De prijs werd in 1969 in het leven geroepen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel en uitgereikt tijdens dezelfde ceremoniële bijeenkomst als de eigenlijke Nobelprijzen, waardoor hij in de volksmond veelal wordt aangeduid als Nobelprijs.