Reshoring en insourcing trends in de outsourcingwereld

20 augustus 2015 Consultancy.nl

Na jaren van outsourcing en offshoring kon de reactie niet uitblijven: reshoring en insourcing. En dan is er ook nog een sterke Britse trend waarneembaar, ter plaatse ‘3rd generation offshoring’ genoemd. Daarbij worden de activiteiten in den vreemde onder eigen beheer genomen. Een trend die naar verwachting ook Nederland zal aandoen. Maar wat zijn de drijfveren van organisaties om op hun eerder zo weloverwogen gezette schreden terug te keren?

Organisaties hebben in het verleden besloten bepaalde activiteiten in het buitenland uit te voeren. Lagere loonkosten en beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel waren hiervoor de belangrijkste redenen. Soms speelde ook de nabijheid van buitenlandse leveranciers en/of afnemers een rol.

De keuzes voor locaties werden vaak zonder veel onderzoek en analyse gemaakt: bij gebrek aan overzicht volgde men de heersende mode (bijvoorbeeld ICT naar India) vooroordelen of nieuwsberichten over politieke onrust hadden vaak een sterke invloed op de keuze. Geen wonder dat uit onwetendheid verkeerde keuzes werden gemaakt.

Reshoring?

Terughalen dan maar? Wel als het aan de regeringen van westerse landen ligt. In vlammende betogen van politici wordt ‘reshoring’ zelfs aangeprezen als ‘banenmotor’. In Nederland doet minister Asscher ook een duit in het zakje en stelde eind 2014 zo’n €600 miljoen subsidie beschikbaar.

Toch zijn er zijn meerdere redenen om te verwachten dat dat de komende jaren niet zo’n vaart zal lopen. Ten eerste is de schaarste aan gekwalificeerd personeel niet afgenomen. Ten tweede zal de offshore-business case niet wezenlijk veranderd zijn. Wijs geworden door eerdere ervaringen zal men weliswaar minder snel kosten over het hoofd zien, waardoor de business case iets minder gunstig wordt.

Maar in veel gevallen zal de balans nog steeds doorslaan ten gunste van offshore. Ten derde is het aanbod verbeterd: aanbieders in Azië en Oost-Europa hebben meer ervaring opgedaan met West-Europa en leveren daardoor betere diensten. Ten slotte zijn er meer adviseurs en projectmanagers die de weg kunnen wijzen naar passende offshore- en nearshore-locaties en betrouwbare partners en die weten hoe je de vele valkuilen in het offshore-pad moet vermijden.

Trend in Engeland: ‘third generation offshore’

In Engeland tekent zich momenteel een nieuwe trend af: het insourcen van werkzaamheden, die waren uitbesteed aan een offshore bedrijf. Volgt u het nog? Een voorbeeld maakt het duidelijk: een Engels bedrijf genaamd X heeft jaren geleden zijn ICT-werkzaamheden geoutsourcet naar een ICT-bedrijf in India. Vanwege de lagere personeelskosten in India gingen de ICT-kosten voor X omlaag, maar lang niet zoveel als men had verwacht.

Dit werd veroorzaakt door de hoge overheadkosten van de Indiase partner – men noemt dat in India eufemistisch ‘quality assurance’ – de inzet van onvoldoende gekwalificeerd personeel met een lage arbeidsproductiviteit, hoge winstmarges in India en extra kosten voor Engelse managers om branden te blussen. Daarnaast valt de flexibiliteit tegen. Agile werken met de leverancier komt niet echt van de grond.

Bedrijf X is daarom ontevreden en gelooft niet dat een ander offshore bedrijf dat veel beter zal doen. Daarom besluit X om zélf een afdeling in India op te zetten met een efficiëntere structuur en uitsluitend gekwalificeerd personeel. Een gedeelte van het personeel van de voormalige Indiase leverancier stapt zelfs over naar de nieuwe afdeling. De businesscase is snel gemaakt: binnen een jaar zijn de opstart- en transitiekosten terugverdiend en daarna gaan de kosten met miljoenen per jaar omlaag.

In Engeland spreekt men wel van de ‘third generation offshore’. De eerste offshoregeneratie was het uitbesteden van alle activiteiten aan één leverancier. Nadat bleek dat geen enkele leverancier uitblonk in alles, volgde de tweede generatie: het uitbesteden aan meerdere leveranciers. De derde generatie is nu het brengen van offshore-activiteiten onder eigen beheer, dus zonder leverancier.

Niet nieuw

Het principe is niet nieuw. Wereldwijde bedrijven zoals Google, IBM en Microsoft maar ook Shell, DSM, Philips en ING hebben al jaren hun eigen ‘delivery units’ in lagelonenlanden. Wat wel nieuws is, is dat insourcing op offshore locaties nu ook aantrekkelijk is voor kleinere organisaties. Hoe komt dat? Het grote verschil zit in de toegenomen kennis.

Vroeger waren landen in Azië en Oost-Europa voor velen volstrekt onbekende gebieden vol met onbekende gevaren en onbegrijpelijke culturen en wetten. Dat is nu heel anders: het opzetten van een bedrijf in veel landen is nu een gebaand pad. Buitenlandse overheden stimuleren en subsidiëren vaak buitenlandse bedrijven die in hun land een onderneming willen opzetten. Daarnaast zijn er vele adviseurs voor wie het opzetten van een bedrijf in India of Roemenië gesneden koek is.

Angst

Kunnen we nu verwachten dat de ‘third generation offshore’ binnenkort in Nederland landt? Op korte termijn is dat niet waarschijnlijk. In Nederland hikken veel kleinere bedrijven maar ook overheidsinstellingen nog aan tegen de eerste offshorestap. Het idee dat men binnenkort misschien zaken moet doen met buitenlandse bedrijven met een andere cultuur, die geen Nederlands spreken, is voor hen al eng genoeg.

Zal de ‘third generation offshore’ Nederland pas over tien jaar bereiken? Waarschijnlijk gaat het sneller. De kennis bij veel betrokkenen is sterk toegenomen, de wegen zijn gebaand en de offshorelanden zijn er klaar voor. Laten we het houden op twee jaar.

Wat te doen?

Wat is nu verstandig voor een organisatie die al jaren een offshore-operatie heeft maar niet tevreden is over de resultaten? En wat is verstandig voor een organisatie die nog moet beginnen, maar geen zin heeft om eerst alle fouten van anderen te herhalen?

Beide organisaties zouden er goed aan doen een outsource/insource businesscase op te stellen, die de verschillende opties vergelijkt. Er is geen goede reden te wachten tot insourcing als nieuw modeverschijnsel vanuit Engeland overwaait. Ook bij kleinere operaties – bijvoorbeeld 25 offshore werknemers – kan het snel lucratief zijn om zelf een buitenlandse activiteit te bouwen. Het is echter nooit verstandig om zonder gedegen kennis van een land (cultuur, arbeidsmarkt, wetgeving) zelf een offshore-operatie op te zetten. Hoewel de wegen gebaand zijn en de kennis beschikbaar is, bestaan de oude valkuilen nog steeds.

De benodigde kennis is te koop. Er zijn adviseurs die de weg kunnen wijzen en begeleiden tot aan bedrijven, die de offshore-operatie kunnen opzetten, laten draaien en overdragen – het ‘build, operate, transfer-model’. Een goede gids is goedkoper dan verdwalen.

Een artikel van Menzo de Muinck Keizer, partner bij adviesbureau Qhuba.

More on: Qhuba
Netherlands
Company profile
Qhuba is not a Netherlands partner of Consultancy.org
Partnership information »
Partnership information

Consultancy.org works with three partnership levels: Local, Regional and Global.

Qhuba is a not a partner of Consultancy.org.

Upgrade or more information? Get in touch with our team for details.