7 op 10 gemeenten lopen achter op CO2-reductiedoel van 2030
Zeven op de tien gemeenten lopen achter in het realiseren van de uitstootdoelstelling van 2030. Dat blijkt uit onderzoek van Berenschot.
Het kabinet heeft ambitieuze plannen om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen. De belangrijkste doelstelling voor de komende jaren: netto 55% minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990.
Binnen de publieke sector spelen gemeenten, net als onder meer de Rijksoverheid en provincies, een belangrijke rol in het realiseren van deze opgave. Volgens het Berenschot-onderzoek moeten gemeenten de komende periode hun bijdrage echter nog flink opschroeven, aangezien meer dan twee derde achterloopt op de planning.
Berenschot bracht de CO2-voetafdruk van alle gemeenten in kaart en stippelde de route uit die ze moeten afleggen tot en met 2030. Hieruit blijkt dat 103 gemeenten – circa 3 op de 10 – op weg zijn om het landelijke doel van ten minste netto 55% reductie in 2030 te halen.
“Deze gemeenten hebben hun emissiereducties voor een groot deel te danken aan de realisatie van de plannen voor zon- en windenergie en/of afname van uitstoot dan wel krimp van de industrie”, zegt Joachim Schellekens, adviseur energietransitie bij Berenschot en een van de auteurs van het rapport. “Vooral gemeenten in de meer landelijke provincies zoals Groningen, Zeeland, Brabant, Drenthe, Flevoland en Zuid-Limburg halen waarschijnlijk de landelijke doelstelling.”
Eén op de vijf gemeenten komt met de huidige duurzaamheidsstrategie uit op een verwachte reductie van minder dan 40%. Bij hen is het volgens Schellekens van belang om de maatregelen voor CO2-reductie op te schroeven. “Ze hebben nog acht jaar de tijd om hun reductie in lijn te brengen met de landelijke doelstellingen.”
Bij zo’n 10% van de gemeenten is het zelfs twee voor twaalf. Hun uitstoot is ten opzichte van 1990 juist toegenomen. Deze gemeenten zitten met name in het westen van het land en hebben te maken gehad met flinke bevolkingsgroei of veel zware industrie die veel CO2 uitstoot. In deze gemeenten zullen drastische maatregelen nodig zijn.
Gemeenten kunnen op verschillende manieren de uitstoot van broeikasgassen binnen hun gemeentegrenzen verminderen, waaronder op de thema’s gebouwde omgeving, duurzame opwek, mobiliteit (eigen wegen), landbouw en industrie (bedrijventerreinen).
Schellekens geeft aan dat er naast lokaal beleid ook goed gekeken moet worden naar landelijk gemeentelijk beleid, om ervoor te zorgen dat gemeenten consistent zijn in hun beleid en er onderlinge samenwerking is voor regionale vraagstukken.