Onderzoek: 220.000 extra woningen in Noord-Nederland te ambitieus
Het plan om in Noord-Nederland 220.000 nieuwe woningen te bouwen in ruil voor extra spoorlijnen is te ambitieus. Dat stellen onderzoekers van vijf adviesbureaus in een gezamenlijk rapport.
Tien maanden geleden kwamen Drenthe, Friesland, Groningen en Flevoland met een voorstel. Om de gigantische woningnood in ons land deels te verhelpen, waren de vier provincies bereid om binnen hun grenzen een hoop extra woningen te bouwen. Maar wel in ruil voor betere treinverbindingen.
De Rijksoverheid raakte geïnteresseerd in het plan en schakelde samen met de vier provincies vijf adviesbureaus in voor een vervolgonderzoek. De belangrijkste conclusie van Decisio, MUST, TwynstraGudde, MOVE Mobility en Sweco: 220.000 extra woningen bouwen in Noord-Nederland is vrijwel onhaalbaar.
“Uitgaande van actuele verhuistrends en de prognoses van woningtekorten zijn de aantallen die worden genoemd door de vier provincies zeer ambitieus te noemen”, schrijven de onderzoekers in hun eindrapportage, die ze deze maand presenteerden aan hun opdrachtgevers.
In plaats van 220.000 extra woningen, schatten de adviesbureaus dat het op termijn eerder haalbaar is om in de vier provincies tussen de 25.000 en de 75.000 nieuwe huizen te bouwen. En eventueel ligt dat aantal nog 10% tot 25% hoger, stellen de onderzoekers, waardoor het zou gaan om net geen 95.000 extra woningen. Een flink verschil met de geambieerde 220.000 al met al.
Investeren in welvaartsgroei
Nelleke Vedelaar, lid van de Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe (PvdA), erkent tegenover RTV Drenthe dat de eerdere plannen wellicht wat al te ambitieus waren. Niettemin bevat het rapport volgens haar ook een hoopvolle conclusie.
“Dit onderzoek laat zien dat wanneer je extra spoorlijnen aanlegt, het een groei van de welvaart in de vier noordelijke provincies veroorzaakt. Het wordt daarom hoog tijd dat er in Den Haag gekeken wordt naar de welvaart en de belangen van de mensen die hier wonen.”
Een onderzoek van Berenschot, waarop de vier provincies hun initiële plannen baseerden, bevestigt die zienswijze. Volgens die studie voegen extra treinverbindingen zo’n €24 miljard toe aan het cumulatief bruto regionaal product van de vier provincies, terwijl de kosten €9,5 miljard bedragen. Volgens het nieuwe onderzoek van de vijf adviesbureau komen de kosten uit op €5 tot €10 miljard.
Europese steun aanvragen
In het regeerakkoord is te lezen dat het huidige kabinet €3 miljard heeft gereserveerd voor de extra spoorlijnen in het noorden. De overige euro’s moeten door de provincies zelf bijeengebracht worden, bijvoorbeeld door bij de Europese Unie (EU) aan te kloppen. Dat blijkt echter makkelijker gezegd dan gedaan.
Want naast dat hiervoor een hoop lobbywerk vereist is, worden dergelijke subsidies door de EU in de regel alleen maar toegekend als minimaal twee lidstaten baat hebben bij de aanleg van een treintraject. De vijf bureaus adviseren daarom om na te denken over mogelijkheden om met regio’s in Duitsland samen te gaan werken.