Belastingdienst gaf voorkeur aan Accenture bij aanbesteding adviesdiensten
De Belastingdienst heeft tijdens een groot aanbestedingstraject de regels niet goed nageleefd. Voor een groot project werd Accenture bevoordeeld boven andere consultancybureaus, met als gevolg dat het een beter bod kon indienen. Hans Blokpoel, die aan het hoofd stond van de afdeling, speelde een opvallende rol, die balanceert op de rand van onethisch gedrag. Dit zijn enkele van de belangrijkste conclusies uit het onderzoeksrapport dat staatssecretaris van Financiën Menno Snel (D66) recentelijk naar de Tweede Kamer stuurde.
Zijn voorganger, Eric Wiebes (VVD), had advocatenkantoor NautaDutilh opdracht gegeven tot het onderzoek naar aanleiding van een uitzending van Zembla. In een reportage in het actualiteitenprogramma werd gesteld dat Hans Blokpoel, het toenmalige hoofd van de data & analytics-afdeling van de Belastingdienst, te nauwe banden onderhield met Accenture en dat er in het toekennen van een grote opdracht aan de IT-dienstverlener sprake was van onrechtmatigheid. In februari sprak een woordvoerder van Accenture de beschuldigingen nog tegen: “Wij zijn er zeker van dat we aan alle relevante vereisten voor inkoop hebben voldaan.”
Voorkeursbehandeling
Het onderzoeksrapport bevestigt echter de conclusies van Zembla. De opdracht werd in januari 2014 aan Accenture gegund na een minicompetitie op grond van een in 2011 gesloten raamovereenkomst. Er is door de onderzoekers vastgesteld dat in de minicompetitie de Aanbestedingswet 2012 op elementen niet is nageleefd. Ten eerste was er volgens hen een verstoring van het ‘level playing field’. Zo kreeg Accenture veel meer informatie over de opdracht, zodat het een veel verder uitgewerkt voorstel kon indienen dan de andere bureaus die meededen aan de minicompetitie.
De onderzoekers stellen vast dat Blokpoel een voorkeur had voor Accenture en actief die kant op heeft gestuurd. Ook de voor het afdelingshoofd verantwoordelijke directeur was op de hoogte van de sturing, maar heeft nooit actie ondernomen. “Heldere procedures ontbraken, net zoals een juiste en passende houding bij de betrokken medewerkers”, aldus staatssecretaris Snel.
Snel vervolgt: “De conclusies ten aanzien van de eind 2013 gevolgde procedure tot opdrachtverlening zijn ernstig, aangezien er vanuit de Aanbestedingswet 2012 gezien onrechtmatigheden zijn geconstateerd. Er is door de onderzoekers overigens niet vastgesteld dat er daarbij sprake was van persoonlijk gewin.” De enige reden die wel kon worden geconstateerd voor het voortrekken van Accenture, is dat Blokpoel simpelweg Accenture aan boord wilde houden omdat hij vanuit eerdere opdrachten tevreden was over Accenture.
Schijn belangenverstrengeling
Desalniettemin geeft Snel duidelijk aan de zaak ernstig op te nemen: “Oorzaken van de onrechtmatigheden zijn te herleiden tot het ontbreken van heldere procedures, juiste en passende houding en gedrag van betrokken medewerkers en het onvoldoende aanwezig zijn van checks and balances. Er mag geen enkel misverstand bestaan over het feit dat te allen tijde de wet- en regelgeving in acht moet worden genomen en dat procedures zorgvuldig worden ingericht. Bij deze aanbesteding is dat niet goed gegaan en dat is natuurlijk niet acceptabel.”
Er was volgens NautaDutilh in de minicompetitie geen sprake van belangenverstrengeling, waarbij wel wordt opgemerkt dat de schijn hiervan is gewekt. Dit onder meer doordat Blokpoel meerder malen optrad als juryvoorzitter voor de ‘Innovator of the Year’-prijs die onderdeel is van de Accenture Innovation Awards. Opvallend genoeg wist de data & analytics-afdeling van de Belastingdienst de prijs vorig jaar zelf mee naar huis te nemen. Ook wordt het beeld van te hechte banden volgens NautaDutilh versterkt doordat Blokpoel, de algemeen directeur en de directeur Bedrijfsvoering van de Belastingdienst gezamenlijk met Accenture dineerden.
Maatregelen
Omdat de bevindingen van de onderzoekers grotendeels in lijn zijn met de conclusies die de Commissie onderzoek Belastingdienst eerder al trok, werd een deel van de aanbevolen verbeteringsmaatregelen eerder al ingezet. Zo zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden verduidelijkt en is de samenhang en samenwerking tussen de verschillende dienstonderdelen vastgelegd. Ook is er al een nieuwe topstructuur in werking getreden met duidelijk gedefinieerde verantwoordelijkheden voor de verschillende afdelingen. Zo worden de checks and balances versterkt, onder meer bij aanbestedingstrajecten.
Op een aantal vlakken zijn deze trajecten al aangepast sinds de jaren 2013-2014, waarin de aanbesteding plaatsvond. De onderzoekers hebben het handelen van de Belastingdienst dan ook afgezet tegen de geldende wetten van toen. Inmiddels zijn de aanbestedingswetten al verschillende keren aangescherpt, onder meer naar aanleiding van de conclusies uit een rapport van KPMG uit 2016. Sindsdien wordt bijvoorbeeld gewerkt met multidisciplinaire teams waarbij door de verschillende afdelingen vanaf de start van een inkooptraject wordt samengewerkt.
Ook is een escalatieprocedure opgezet om nieuwe misstanden te voorkomen, wordt bij inhuur scherper gelet op er mogelijk sprake is van belangenverstrengeling en van verstoring van het level playing field. Wat betreft de betrokken bestuurders lijken geen verdere maatregelen te worden genomen. Inmiddels werken zowel Blokpoel als de toenmalige directeur Belastingen en de manager data & analytics niet meer bij de Belastingdienst en het onderzoek heeft geen feiten naar boven gebracht die doen vermoeden dat er mogelijk strafbare feiten hebben plaatsgevonden.
Beste opdrachtgever
Wat als opmerkelijk kan worden gezien, is dat de Belastingdienst onlangs juist werd aangewezen als een van de beste opdrachtgevers op het gebied van ICT. Hierbij kan anderzijds ook worden opgemerkt dat de inmiddels doorgevoerde veranderingen schijnbaar inderdaad het gewenste resultaat hebben opgeleverd ten opzichte van het inhuurbeleid. De Belastingdienst behoort naar eigen zeggen tegenwoordig zelfs tot de voorlopers. Tegelijk worstelt de overheidsdienst nog wel met het in toom houden van de uitgaven aan externe inhuur, met name als gevolg van een grootschalig moderniseringstraject.