‘Gebruik onbenut ov-elektriciteitsnet voor verlichten van netcongestie’
De problemen van congestie op het elektriciteitsnet zouden voor een deel opgelost kunnen worden door slim gebruik te maken van onbenutte capaciteit van het elektriciteitsnet voor het spoornetwerk. Dat blijkt uit onderzoek van Stevin in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
In Nederland neemt de vraag naar elektriciteit snel toe. Bedrijven en huishoudens maken steeds meer gebruik van elektriciteit. De vraag stijgt sneller dan netuitbreidingen gerealiseerd kunnen worden, wat zorgt voor een grote druk op het huidige elektriciteitsnet.
De impact hiervan is overal zichtbaar, van nieuwe bedrijven en woonwijken die niet aangesloten kunnen worden op het net tot partijen die verzocht worden om niet verder te groeien.
Volgens het onderzoek van Stevin, uitgevoerd in samenwerking met de RVO en TKI Urban Energy, kan de ov-sector een deel van de enorme elektriciteitsbehoefte invullen. Het onderzoek keek specifiek naar het lokale spoor, dat wordt gebruikt door metro’s, trams en trolleybussen.
Volgens Stevin heeft het lokale spoor een elektriciteitssysteem dat niet volledig benut wordt. De capaciteit die overblijft zou via parallelle benutting gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden. Intern kan de restcapaciteit gebruikt worden voor doeleinden binnen de eigen organisatie, denk aan laadpalen voor elektrische bussen, het al rijdend opladen van de batterijen van trolleybussen of het opladen van een stroombuffer.
En extern zou de stroom gebruikt kunnen worden voor tal van doeleinden, denk aan het leveren van stroom aan laadpalen voor elektrische auto’s, bouwprojecten en nog veel meer.
Het punt is echter dat het gebruiken van de restcapaciteit voor externen momenteel niet is toegestaan, tenzij een partij hiervoor toestemming heeft. Zo heeft RET bijvoorbeeld recent een aanvraag ingediend bij de Autoriteit Consument & Markt voor GDS-status (gesloten distributiesysteem). Uitsluitsel rondom deze aanvraag wordt later dit jaar verwacht.
Behoefte aan een integrale aanpak
Om parallelle benutting op te schalen moet de sector integraal aan de slag, constateert Stevin. Het slagen van de aanpak is afhankelijk van verschillende partijen in de keten, waaronder de lokale spoorpartijen, andere ov-vervoerders, netbeheerders, overheidsinstanties en overige partijen zoals kennisinstellingen en leveranciers.
“We hebben voor ons onderzoek uitvoerig gepraat met lokale ov-partijen en tal van andere partijen in de sector”, vertelt Laura Groenendijk, consultant bij Stevin. “Ze zijn zich allemaal meer dan bewust van de problematiek van netcongestie. Zien ook allemaal wel degelijk een rol voor zich weggelegd op weg naar de oplossing. En ze willen die uitdaging ook meer dan graag aangaan.”
“Maar, en dat was toch wel de rode draad in al hun verhalen, waar het hen aan ontbreekt: een trekker, een centraal punt, een soort van epicentrum voor en rond alles wat ook maar even komt kijken bij parallelle benutting van lokaal spoor.”
Het rapport biedt verschillende aanbevelingen en aandachtpunten, waaronder het opstellen van een centrale visie en agenda, initiatieven voor kennisdeling, financiële ruimte vanuit de overheid voor pilots en extra (technisch) personeel. Ook pleit Stevin voor een overkoepelend programma, waarbij lokaal spoorpartijen, netbeheerders, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken. Vanuit dit programma kunnen pilots en innovaties worden opgestart.
Topsector Energie
Maarten de Vries, Programmamanager Smart Energy bij Topsector Energie, laat weten blij te zijn met het rapport en de aanbevelingen. “Het rapport zet objectief de mogelijkheden en kansen van lokaal spoor als onderdeel van de oplossing van een steeds urgentere kwestie als de netcongestie neutraal op een rij. En daarmee op de kaart. Waarmee het een ideaal hulpmiddel is om mede een einde te maken aan netcongestie en daarmee serieus werk te maken van de energietransitie.”
“De essentie is dat er sprake is van centralisatie. Dat kan alleen maar meer samenwerking, meer synergie en meer kruisbestuiving opleveren. Door de hele lokaal spoorsector heen. Partijen overstijgend. Partijen samenbrengend.”