‘Met het hoofd én het hart’: Samenwerking als basis voor de energietransitie
Waar de nadruk in de energietransitie vaak ligt op technische oplossingen, is goede samenwerking minstens zo belangrijk – en dat vraagt naast het hoofd ook om het hart. Zo luidde de overheersende conclusie van de laatste roundtable van Been Management Consulting, waarin leiders en voorlopers in de energietransitie elkaar ontmoetten.
Met de titel ‘Versnellen van de energietransitie door samenwerking’, kwam het niet geheel als een verrassing dat samenwerking binnen ketens en ecosystemen centraal stond tijdens de discussie tussen de aanwezige CxO’s en leiders. Toch gingen velen van hen naar huis met het besef dat samenwerking nóg belangrijker is dan ze al dachten.
De drie gastsprekers – Arnoud van der Wijk, Ruben Dijkstra en Michael de Ruiter – deelden allen ervaringen vanuit hun eigen praktijk over het nauwelijks te overschatten belang van samenwerking.
Leiderschap en samenwerking
Het Noorse Ørsted is een van ’s werelds marktleiders in offshore windenergie. Het bedrijf bouwt en beheert windparken in de Noordzee, en zorgt dat de opgewekte stroom aan wal komt. “Het is onze missie om Nederland te laten draaien op groene energie”, zei Ruben Dijkstra, Managing Director Benelux, tijdens het event.
Deze doelstelling kan Ørsted alleen realiseren door nauw op te trekken met andere partijen. “We zijn afhankelijk van partijen in de keten, op strategische en operationeel niveau. Dit geldt voor zowel upstream als downstream. Voor een bedrijf als Ørsted zijn partnerschappen van vitaal belang.”
Een van de belangrijkste partners in de energietransitie is de overheid. Binnen de zo cruciale samenwerking moet de overheid volgens Dijkstra leiderschap tonen, door een duidelijke visie en beleid te schetsen voor de energietransitie.
“De overheid moet beslissingen nemen over de koers en inrichting van de markt”, aldus Dijkstra. “Ze schept de kaders van de energietransitie en de richting van de decarbonisatie-roadmaps. Ook moet ze een belangrijke rol spelen in het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod van duurzame energie. Alleen met de juiste balans blijft de energietransitie op koers.”
Sociale innovatie
Arnoud van der Wijk, Director en Energy Lead bij Schiphol Area Development Company (SADC), zit aan de andere kant van de energietafel. Hij is verantwoordelijk voor de energievoorziening van alle bedrijventerreinen rondom Schiphol.
“Een bedrijf kan de uitdaging van het elektrificeren van het openbaar vervoer onmogelijk alleen aan.”
Daarbij ziet hij zich geconfronteerd met een dubbele uitdaging. Ten eerste willen de bedrijven op de terreinen verduurzamen, onder meer door het installeren van zonnepanelen. Hierbij lopen ze echter tegen de grenzen van het net aan: de netbeheerders hebben niet de capaciteit om alle bedrijven op korte termijn te ondersteunen met hun stroomtransitie-plannen.
Daar komt bovenop dat Schiphol zijn bedrijventerreinen uitbreidt, maar ook daarbij wordt afgeremd door de capaciteitsbeperkingen die vanuit netbeheerders worden opgelegd. Het komt erop neer dat nieuwe bedrijven in het gebied moeten wachten voordat ze een energieaansluiting krijgen.
Individueel kunnen bedrijven weinig doen om het proces te versnellen, maar door de handen ineen te slaan, heeft SADC een ingenieuze oplossing gevonden. “Door samenwerking, in de vorm van een energiehub”, legde Van der Wijk uit. “We hebben het probleem van congestie weten op te lossen door veertien bedrijven aan te sluiten op in totaal vier netwerkaansluitingen.”
En waar de uitdaging tweeledig was, is de winst die hiermee wordt geboekt dat óók. “Hierdoor kon het bedrijventerrein floreren én is in de eerste zes maanden van 2023 ruim 550 ton CO2-uitstoot voorkomen.”
Lees ook: Het initiëren van energiehubs: De rol van de gemeente.
De belangrijkste les die Van der Wijk openbaarde tijdens het event? “De energietransitie is in de eerste plaats een sociale innovatie. In ons geval betekende het dat de eerste stap bestond uit het opbouwen van een relatie met naburige bedrijven. Pas dán kun je beginnen met het bouwen van een gedeeld energiesysteem.”
Gedeelde verantwoordelijkheid
Als Chief Performance & Technology Officer bij Transdev is Michael de Ruiter niet direct actief in de energiewereld. Maar het van oorsprong Franse openbaarvervoersbedrijf speelt wel degelijk een voortrekkersrol in de energietransitie: met meer dan 500 uitstootvrije bussen beschikt Transdev over de grootste zero-emissie-vloot van Europa.
En net zoals partijen binnen de energiesector elkaar nodig hebben, zijn ook sectoren van elkaar afhankelijk, benadrukte De Ruiter tijdens de rondetafeldiscussie: “Een bedrijf kan de uitdaging van het elektrificeren van het openbaar vervoer onmogelijk alleen aan.”
“Samenwerking is veel meer dan een modewoord! Het is de basis van vooruitgang in de energiesector.”
“Elke stakeholder heeft een cruciale rol te spelen in het bereiken van netto nul-openbaar vervoer”, legde hij uit. “Denk hierbij bijvoorbeeld aan busfabrikanten, netbeheerders, lokale overheden en onderhoudsmonteurs. Samenwerking is de enige manier om in 2030 een emissievrij openbaarvervoersysteem te realiseren.”
De hart-kant
Roderick Oe, die vanuit Been Management Consulting betrokken was bij de organisatie van het event voor leiders en voorlopers in de energietransitie, kijkt terug op een geslaagde dag – vol nieuwe inzichten en vruchtbare discussies. “Duidelijk is dat samenwerking veel meer is dan alleen een modewoord! Het is de basis van vooruitgang in de energiesector”, geeft hij aan.
De verhalen van de drie gastsprekers maakten duidelijk hoe belangrijk samenwerking, gedeelde verantwoordelijkheid en sociale innovatie zijn om de energietransitie gestalte te geven. Een gemene deler hierin, zo bleek in de break-out sessie tijdens het evenement, is het belang van de ‘hart-kant’.
“Waar in veel oplossingen de nadruk ligt op elementen aan de ‘hoofd-kant’ – denk aan nieuwe systemen, nieuwe governance, de installatie van energieborden, enzovoort – erkenden alle deelnemers dat de belangrijkste stappen die gezet moeten worden juist aan de ‘hart-kant’ liggen”, legt Oe uit.
“Het beantwoorden van vragen zoals ‘hoe krijg ik al mijn collega’s mee in deze reis’ en ‘hoe bouw ik vertrouwen op bij mijn partners om volledig transparant te zijn’ waren de rode draad in de discussie. Enorm verhelderend! Het zijn dit soort elementen die het fundament vormen voor de vruchtbare samenwerking die nodig is om de energietransitie tot een succes te maken.”