‘Energietransitie onder druk door netbeheertarieven en gebrek aan industriepolitiek’
De marktprijzen voor energie zijn sinds een jaar geleden flink gedaald. Hoge netbeheertarieven dreigen de Nederlandse energietransitie echter op achterstand te zetten. Aanbieders en afnemers stellen door de hoge Nederlandse tarieven investeringsbeslissingen uit, die in landen om ons heen wel worden genomen. “De overheid kan en moet veel meer doen om een level playing field te creëren”, zegt Guus van Leerdam, managing partner Energie bij TwynstraGudde.
Eind 2023 werd de succesvolle afronding van de Routekaart Wind op Zee 2023 gevierd. Op tijd, binnen budget en bijna zonder subsidie is ruim 4,5 GW aan windenergie op zee gerealiseerd. Een mooie stap op weg naar de beoogde 72 GW in 2050, waarmee belangrijke transitieplannen, zoals elektrificatie en waterstofproductie mogelijk worden en de gebouwde omgeving, de mobiele sector en de industrie verder kunnen verduurzamen.
“Maar we moeten niet te vroeg juichen”, volgens Van Leerdam. Er tekent zich een serieuze kink in de kabel af.
De Routekaart Wind op Zee kan alleen succesvol zijn als ook de vraag naar groene elektriciteit wordt ontwikkeld – hetzij voor direct verbruik, hetzij voor conversie naar bijvoorbeeld waterstof.
“En daar gaat het mis”, zegt Van Leerdam. “Om diverse redenen. Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland uitten al eerder hun zorgen over ‘scheuren in het ondernemingsklimaat’ door gebrek aan stabiel en betrouwbaar overheidsbeleid.”
“Op het gebied van energietransitie introduceerde het kabinet in april 2023 bijvoorbeeld boven op de afspraken uit het Klimaatakkoord een aanvullende klimaatpakket. Begrijpelijk om de klimaatdoelen te realiseren, maar dit wakkert de zorg over niet-stabiel overheidsbeleid aan.”
“Ook maken de werkgeversorganisaties zich terecht zorgen om de afwijkende belastingtarieven ten opzichte van het EU-lidstaatgemiddelde. De angst is bijvoorbeeld dat de Nederlandse netbeheertarieven straks tot de hoogste van de EU-lidstaten behoren. En daarmee wordt investeren in de energietransitie een stuk minder gemakkelijk.”
“Nederland prijst zichzelf met de huidige netbeheertarieven internationaal uit de markt, wat zal resulteren in een negatief effect op het tempo van de energietransitie, de verbetering van onze leefomgeving, de werkgelegenheid en het verdienvermogen van Nederland.”
Geen sprake van Europees level playing field
Wat is er aan de hand? De netbeheertarieven – de kosten die een netbeheerder rekent voor een energieaansluiting en het transport van energie – worden grotendeels politiek bepaald. Iedere EU-lidstaat bepaalt de tarieven, belastingen en vrijstellingen zelf. Jarenlang gold voor grootverbruikers in Nederland een zogeheten Volume Correctie Regeling, een Europese kortingsregeling die is opgenomen in de Energiewet en ook in ons omringende landen wordt toegepast.
“De tarieven van onze nationale netbeheerder TenneT zijn dit jaar met 116% gestegen.”
“Maar het Europese Hof had bezwaren tegen die wettelijke regeling en dus is die per 1 januari 2024 in Nederland afgeschaft, terwijl andere landen de druk van het Hof hebben weerstaan. Hoewel de regeling ook daar ter discussie staat, geldt deze in een aantal landen nog steeds”, aldus Van Leerdam.
“Resultaat is dat de tarieven van onze nationale netbeheerder TenneT dit jaar met 116% zijn gestegen. Begrijp me goed: ik neem dat TenneT niet kwalijk, waar het hier fout gaat is een gebrek aan industriepolitiek. Landen als Frankijk en Duitsland hebben een uitgesproken industriepolitiek en denken veel beter na over het beschermen van de industrie. Ik ben van mening dat er aanvullend beleid/instrumentarium nodig is om het momentum in de energietransitie niet te verliezen.”
Investeringen in elektrolysers blijven achter
Als gevolg van de hoge netbeheertarieven blijven investeringsbeslissingen achter of kiezen bedrijven ervoor nieuwe investeringen te doen in ons omringende landen of zelfs in de Verenigde Staten, waar de Inflation Reduction Act van president Biden een passend investeringsklimaat lijkt te bieden.
Exemplarisch en zorgelijk voor het Nederlandse energiesysteem is het uitblijven van investeringsbeslissingen op elektrolysers, de installaties die met behulp van groene stroom waterstofgas produceren. Waterstofgas (H2) is een belangrijke katalysator in de energietransitie. Het vervangt fossiele brandstoffen en kan gemakkelijk worden opgeslagen en getransporteerd.
Daardoor is waterstof ook in de toekomst van belang voor het stabiel houden van ons energienet, bijvoorbeeld door opgeslagen groene waterstof in te zetten in flex-power elektriciteitscentrales (die ons van CO2-vrije elektronen kunnen voorzien in de uren/dagen dat het aanbod van hernieuwbare energie uit wind en zon onvoldoende is).
Door de nu nog hoge waterstofprijs en hoge netbeheerderstarieven zijn flex-power centrales vooralsnog een lastige businesscase. Mede daarom kijken energiebedrijven en industrie naar de mogelijkheden om waterstof te importeren. Een aantal Nederlandse havens is al actief in het opzetten van global importketens. “We maken onze elektriciteitsvoorziening nog meer afhankelijk van het buitenland dan nodig is”, vindt Van Leerdam.
Catch 22: aanbod en vraag
Bovendien manoeuvreren we onszelf in een catch 22, legt hij uit. “Zonder elektrolyse nabij aanlandplekken van wind op zee wordt het namelijk ingewikkeld het elektriciteitsaanbod van wind op zee te integreren in ons elektriciteitsnet.”
“We maken onze elektriciteitsvoorziening nog meer afhankelijk van het buitenland dan nodig is.”
“De industriële clusters kunnen wind op zee nog niet voldoende afnemen, vanwege het uitblijven van investeringsbesluiten. Tegelijkertijd is het de vraag of het landelijke hoogspanningsnet voldoende capaciteit heeft om die overschotten naar elders, bijvoorbeeld de Duitse industriegebieden, te transporteren.”
“De opgewekte elektriciteit heeft dan geen waarde. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland onderkent dit en heeft systeemintegratie onderdeel gemaakt van de tendervoorwaarden. En zo kan de overheid nog veel meer doen om de energietransitie te stimuleren.”
Een beter ‘internationaal level playing field’ voor netbeheertarieven is hard nodig, zegt Van Leerdam. “Zeker nu de Volume Correctie Regeling in Nederland is afgeschaft. Zolang zo’n level playing field er niet is, kan de overheid middels duidelijk beleid, zekerheid, kortingen of Contracts of Difference investeringen haalbaar en betaalbaar maken. Zo’n impuls aan de vraagzijde stimuleert de casus aan de aanbodzijde.”
“Laten we vooral ook kijken naar de landen om ons heen. Duitsland ondersteunt de industrie met Contracts of Difference waarbij de overheid prijsschommelingen compenseert en op die manier een stabiele prijs en zekerheid voor de afname van waterstof garandeert.”
“Recent kwam Duitsland met een ondersteuningsplan voor hydrogen-ready elektriciteitscentrales, waarvan er één zelfs exclusief op waterstof moet gaan draaien. Dat zijn mooie voorbeelden van hoe de overheid de patstelling die er nu is kan doorbreken.”
Meer op tempo sturen
Van Leerdam is er ook van overtuigd dat andere sturing nodig is. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) stuurde de afgelopen decennia vooral op doelmatigheid en beoordeelde de doelmatigheid van investeringen van netbeheerders. “Een mooi beleidsuitgangspunt in een stabiele omgeving”, vindt Van Leerdam, “maar een uitermate belemmerend beleidsuitgangspunt voor een transitie.”
“De vraag naar groene elektriciteit en groene waterstof verdient een impuls.”
“De ACM zou de opdracht kunnen krijgen om – naast doelmatigheid – vooral op realisatietempo te gaan sturen. Mijn eerste werkomgeving was de drinkwaterwereld, waar – met visie, deskundigheid en durf – grote transportsystemen door heel Nederland werden aangelegd. Als de drinkwatersector met investeren had moeten wachten tot er zekerheid was, hadden we nu beslist op een droogje gezeten.”
“Met het Nationaal Plan Energiesysteem hebben we de visie, we hebben de deskundigheid, nu nog de durf. En ja, daarin gaan we misschien fouten maken. Ik ben daar niet heel bang voor, met het besluit om Netten op Zee door TenneT te laten aanleggen hebben we die durf ook gehad, met succesvolle realisatie van de Routekaart Wind-op-Zee 2023. Waarom niet ook deze aanpak doortrekken bij on-shore transportprojecten?”
Belemmerende regels
Regionale of lokale energiehubs kunnen het openbare elektriciteitsnet ontlasten of zelf een positieve bijdrage leveren. Van Leerdam: “Ik geloof in het stimuleren van dit soort energyhubs, waarbij verschillende bedrijven hun vraag- en aanbodprofiel onderling afstemmen en de elektriciteitsbehoefte samen afdekken, inclusief het opvangen van het verschil tussen de vraag en het soms grillige productieprofiel.”
“Hiermee ontlasten zij niet alleen het Nederlandse elektriciteitsnet, maar kunnen zelfs een bijdrage leveren aan het zogeheten flexibel vermogen, bijvoorbeeld bij dunkelflaute, als de groene stroomproductie achterblijft in periodes dat de wind niet waait en de zon niet schijnt.”
Wat daarvoor nodig is, is het oplossen van enkele regulatorische uitdagingen, zoals het rechtstreeks mogen aansluiten van een wind op zee-aanlanding (waar windenergie aan land komt) op het eigen elektriciteitssysteem en verruiming van de mogelijkheden van gesloten distributienetten.
“Overheid, netbeheerders en bedrijfsleven zouden over dit onderwerp gericht en gestructureerd met elkaar in gesprek moeten gaan. Kortom: de vraag naar groene elektriciteit en groene waterstof verdient een impuls. De aanbodzijde van groene elektriciteit (wind op zee) lijkt solide, mits de vraagzijde naar groene elektriciteit of conversie naar groene waterstof zich in voldoende tempo ontwikkelt. Alleen ondersteunen van opschaling van de waterstofproductie is daarvoor niet voldoende.”
“Het is essentieel dat de investeringscondities voor de transitieplannen van industrie en zesde cluster-bedrijven wordt verbeterd, bijvoorbeeld door (al dan niet met tijdelijk aanvullend instrumentarium) de netbeheertarieven op Europees niveau te harmoniseren. Dat zou een flinke boost geven aan het verbeteren van leefomgeving, vermindering van emissies én het verdienvermogen van Nederland.”