Maakindustrie dreigt achterop te raken met Industrie 4.0
Terwijl de wereld in rap tempo digitaliseert, dreigt de Nederlandse maakindustrie achterop te raken. Managers en medewerkers op de werkvloer maken zich zorgen over de snelheid waarmee bedrijven ins ons land strategische onderwerpen als robotisering en Internet of Things integreren binnen de bedrijfsvoering.
De maakindustrie is van groot belang voor de Nederlandse economie. Volgens cijfers van het CBS wordt ruim 13% van ons bbp (bijna €100 miljard) direct verdiend door de industrie. Er werken zo’n 800.000 mensen in de sector, verdeeld over segmenten als automotive, voeding, chemie, industriële productie en machinebouw.
Maakindustrie wacht grote digitaliseringsslag
De komende jaren staat de maakindustrie een enorme digitaliseringsslag te wachten. Ontwikkelingen als robotisering, Internet of Things (IoT), 3D-printen, cloud en 5G zullen een grote impact op de maakindustrie hebben. De combinatie van deze ontwikkelingen, beter bekend als ‘Industrie 4.0’, zal volgens onderzoek van het World Economic Forum de komende vijf jaar wereldwijd honderden miljarden aan waarde toevoegen aan de sector.
Voor landen en bedrijven zal de technologie in toenemende mate een belangrijke onderscheidende rol gaan spelen en het verschil betekenen tussen slagen en falen. Het is dan ook niet verrassend dat de Nederlandse overheid Industrie 4.0 heeft gebombardeerd tot een strategische pijler van het ‘Topsectoren’-initiatief. Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, Mona Keijzer, noemde digitalisering recent “cruciaal voor toekomstige groei” van de maakindustrie.
Ondanks de grote woorden, dreigt ons land achterop te raken met Industrie 4.0. Volgens een onderzoek van Axians, gehouden onder 575 leidinggevenden in de sector, blijkt namelijk dat maar liefst 31% van de bedrijven achterloopt op het gebied van digitalisering en innovatie. Deze conclusie geldt min of meer voor bedrijven uit alle regio’s van ons land.
Driekwart van de bedrijven heeft digitalisering aangemerkt als een strategische pijler, maar een derde daarvan geeft aan dat het voor zijn organisatie moeilijk is om digitale ontwikkelingen te vertalen naar de eigen business. Kortom, het gaat vooral mis bij de executie van plannen. “Een groot gedeelte van de maakbedrijven vindt het lastig om succesvol te digitaliseren. Dit terwijl het toepassen en integreren van de nieuwste technologische ontwikkelingen zoals IoT en security juist van essentieel belang is voor een succesvolle toekomst”, zegt Guido van Dinther, Business Unit Manager bij Axians.
Waarom mislukt digitale strategie?
Een belangrijke oorzaak voor deze falende strategie-executie ligt volgens de onderzoekers in de gebrekkige digitale kennis van leidinggevenden. 36% van de ondervraagden stelt dat managers en leidinggevenden binnen hun organisatie onvoldoende kennis hebben van digitalisering en digitale ontwikkelingen.
Bart Schellekens is als consultant werkzaam bij Bostec, een dochteronderneming van Axians die klanten helpt bij de implementatie van nieuwe technologieën. Hij noemt de onderzoeksresultaten “heel herkenbaar”, vooral omdat bedrijven in de maakindustrie kennis over de mogelijkheden ontberen: “Ze hebben hulp nodig om te weten waar (proces) en hoe (techniek) digitalisering in hun bedrijf zinvol is. Ook geldt: de digitalisering heeft altijd impact op processen en de organisatie zelf en dit wordt vaak onderschat.”
Bostec helpt bedrijven in het bijzonder met deze vertaalslag. Met het verkregen inzicht kan gerichter gewerkt worden aan digitalisering. “Wij zijn gespecialiseerd in het in kaart te brengen van de impact van de digitalisering en wij helpen bedrijven ook bij de implementatie van de nieuwe technieken, gewijzigde processen en benodigde wijzigingen in de organisatie”, aldus Schellekens.
Consequenties niet goed op het netvlies
Het onderzoek van Axians concludeert bovendien dat bedrijven ook over onvoldoende kennis beschikken van de financiële consequenties van digitalisering. Dit heeft onder andere betrekking op de directe impact van de business case en de impact op de winstgevendheid, maar houdt ook verband met indirecte aspecten, zoals de kosten die nodig zijn voor het trainen van werknemers. Ten aanzien van dat laatste punt geeft Van Dinther aan: “23% zegt dat er binnen hun bedrijf onvoldoende rekening wordt gehouden met de eventuele gevolgen van digitalisering op de ontwikkeling van het eigen personeel.”
Het besef hoe belangrijk het voor organisaties is geworden om in te springen op de digitale ontwikkelingen wordt door zowel het management als medewerkers breed gedragen. 19% van de respondenten is van mening dat zijn of haar werkgever niet snel digitaliseert, en dat dit ten koste gaat van de toekomst van de organisatie. 42% vindt daarnaast dat verdere digitalisering nodig is om het hoofd te kunnen bieden aan hun (meer) gedigitaliseerde concurrenten.
Het is niet de eerste keer dat vanuit onderzoek de Nederlandse maakindustrie wordt aangespoord om meer actie te ondernemen. In 2018 gaf een rapport van Strategy& een vergelijkbare waarschuwing af.