Informatievoorziening paramedische zorg moet beter en consistenter
De paramedische zorg in Nederland heeft behoefte aan een informatieplatform en kennisbank die breed gesteund wordt door behandelaars en verzekeraars. Op dit moment wordt informatie versnipperd aangeboden, is er onvoldoende uniformiteit en vindt verspreiding plaats via een breed scala aan kanalen.
De paramedische zorg staat voor een mix van uiteenlopende zorgondersteuning binnen de eerstelijnszorg, dat wil zeggen in ziekenhuizen, revalidatiecentra, verpleeghuizen en verzorgingshuizen. Onder paramedische zorg vallen fysiotherapie, oefentherapie, logopedie, ergotherapie, diëtetiek, en podo-, opto- en huidtherapie.
Informatievoorziening moet beter
Uit nieuw onderzoek van zorgconsultancybureau Equalis blijkt dat er veel ruimte is voor verbetering in de informatievoorziening voor de paramedische zorg. De onderzoekers hebben bureauonderzoek gedaan en interviews gehouden met de verschillende partijen actief in de keten en hebben in kaart gebracht welke beschikbare informatie er is, hoe deze verspreid wordt en hoe deze aansluit bij de door patiënten gewenste informatie.
Ze concluderen dat er offline en online veel informatie beschikbaar is over de verschillende medische aandoeningen/klachten. Zo zijn er speciale sites voor allerlei onderwerpen, zoals op het gebied van dieet, parkinson, pijn in de rug of mentale klachten. De onderzoekers merken op dat de informatie niet uniform is ingericht op deze kanalen. Hierdoor is het voor de patiënt niet geheel duidelijk welke informatie correct en betrouwbaar is. “Er is een grote noodzaak om informatie eenduidig te presenteren”, aldus de onderzoekers. Een reden waarom dit nog niet gebeurt, is dat er veel verschillende aanbieders zijn die dergelijke informatie presenteren, en dat er ofwel geen heldere richtlijnen voor de informatievoorziening zijn, of dat deze niet consequent worden toegepast in de informatievoorziening.De volgende stap in de informatiezoektocht van consumenten is dat ze inzicht willen krijgen in de mogelijke aanbieders van zorg en willen weten of een behandeling eventueel wordt vergoed door de verzekering. Op dit terrein is er een wildgroei aan platformen en vergelijkers zichtbaar, constateert Equalis. Kanalen die onder het bredere publiek bekend zijn, zijn onder andere independer.nl, praktijkindebuurt.nl, kiesvoorjezorg.nl en hierhebikpijn.nl. Daarnaast leveren de websites van praktijken veel informatie over hun behandelspecialisme, terwijl het vooral de sites van verzekeraars zijn die de informatiebehoefte ten aanzien van zorgvergoedingen/financiering voor hun rekening nemen.
In een tijd waarin reviews en persoonlijke ervaringen breed beschikbaar zijn, verwachten patiënten dit ook in de zorg. In de praktijk wordt dit echter nog niet goed gefaciliteerd, constateren de onderzoekers. Informatie over patiëntenervaringen en uitkomsten is beperkt beschikbaar en onvoldoende transparant en betrouwbaar. En op de plekken die hier een positieve uitzondering op vormen, blijkt de kwaliteitsinformatie vooral gericht op proces- en stuurindicatoren, terwijl consumenten juist op zoek zijn naar patiëntenervaringen en resultaten van de behandeling.
Kanttekening bij reviewcultuur
De groeiende behoefte aan deze reviewcultuur, wordt niet door iedereen met gejuich ontvangen. Artsen betreuren deze ontwikkeling juist. In recent onderzoek van zorgspecialist M&I Partners komt naar voren dat zo’n 60% van artsen denkt dat patiënten bij het kiezen van een arts online reviews van andere patiënten mee laten tellen in hun keuze. De kritiek van artsen is dat deze reviews te veel focussen op de communicatieve vaardigheden van de arts in plaats van op hun medische expertise. Veel artsen pleiten daarom eerder voor een verwijzings- of reviewsysteem van collega-artsen.
De onderzoekers van Equalis concluderen dat gezien het grote belang van de paramedische zorg voor Nederlanders, er meer aandacht zou moeten komen voor hoe informatie wordt verstrekt aan artsen en patiënten. Belangrijk daarbij is ervoor te zorgen dat betrouwbare informatie wordt gedeeld en dat de verspreiding ervan eenduidig verloopt. Door gebruik te maken van slimme technologieën is er ruimte om maatwerk te leveren.
“Dé patiënt bestaat niet. Verschillende patiënten vinden verschillende zaken belangrijk en zoeken ook op verschillende manieren naar deze informatie”, leggen de onderzoekers uit, die toevoegen dat differentiatie in kanalen gewenst is, zodat aan de behoefte van een specifieke patiënt kan worden voldaan. Hun advies luidt dan ook: ”Stuur op uniformiteit in de beschikbaar gestelde data en informatie, niet op de specifieke keuzes door wie, welke informatie inzichtelijk wordt gemaakt.”
Het onderzoek van Equalis is uitgevoerd in navolging van het Hoofdlijnenakkoord paramedische zorg, dat in 2017 werd ondertekend door KNGF, PPN, Stichting Keurmerk Fysiotherapie, ZN en de minister van VWS. In het akkoord pleiten alle partijen voor een betere informatievoorziening.