Aantal overnames in de Nederlandse flexmarkt neemt toe
In een periode waarin talent steeds schaarser wordt, er onduidelijkheid bestaat over de Wet DBA en het onzeker is hoe flexibele arbeid in de toekomst zal worden vormgegeven, doet de flexmarkt goede zaken. De verbeterde prestaties van uitzendbureaus en flexleveranciers zorgen voor meer groei in de markt, met als gevolg dat ook de fusie- en overnameactiviteit in de branche toeneemt.
De positieve ontwikkelingen binnen de flexmarkt worden onderschreven door diverse experts in de markt. Zo blijkt uit onderzoek van ING dat de afgelopen drie jaar ongeveer 200.000 banen zijn gecreëerd binnen de flexmarkt. Van dat aantal nieuwe banen komt ruim een derde dankzij de uitzendbranche tot stand, aldus de bank. Het beeld van een groeiende flexmarkt herkent ook MBCF, een M&A-kantoor dat adviseert op het gebied van fusies en overnames en waarderings- en financieringsvraagstukken. “Afgelopen jaar was een heel mooi jaar en er is geen enkele reden om aan te nemen dat 2018 minder zal zijn”, aldus Roel ter Steeg, managing partner bij MBCF. “De uitzendsector laat mooie groeicijfers zien, zowel qua omzet als winst.”
Volgens Ter Steeg zijn vooral brutomarges van uitzendbedrijven weer aan het toenemen: “De tenders worden minder strikt en er is meer ruimte in het stellen van tarieven. Vooral flexbureaus die nieuwe (digitale) technologieën toepassen voor bijvoorbeeld matching en specialisten in de sector krijgen meer ruimte in marges.” Dit heeft volgens hem alles te maken met de positieve bewegingen in de uitzendmarkt. “De war for talent is steeds prominenter en flexbedrijven zoals detacheerders proberen young professionals aan zich te binden. Dat zie je vooral in de techniek, finance en IT. Er is een tekort aan zowel blue collar als white collar personeel.”Door de groeiende flexmarkt is er de afgelopen jaren ook een toename te zien in het aantal deals binnen het domein, zij het een bescheiden stijging. Waren er in 2015 en 2016 nog 22 transacties, zo kende 2017 24 grote transacties binnen de Nederlandse uitzendsector. Wat volgens Ter Steeg op de transactiemarkt daarbij vooral opvalt, is de dynamiek tussen België en Nederland, met als meest recente voorbeelden de overname van de Nederlandse Redmore Group door het Belgische House of HR en de overname van de Nederlandse Future Groep door het Belgische Argos Soditic. “Wij hebben op het moment meerdere projecten lopen in België”, laat ter Steeg weten.
Gevraagd waar de sterke dynamiek tussen Nederland en België vandaan komt, geeft Ter Steeg aan: “In België zitten vooral algemene uitzendbedrijven en is de markt minder ver ontwikkeld. Voor hen is de Nederlandse markt aantrekkelijk omdat Nederland Europees koploper is in flex, hier zijn specialisten in verschillende sectoren en zijn de marges over het algemeen hoger.” En ook omgekeerd is er veel interesse, legt hij uit: “Voor Nederlandse uitzendbedrijven is België interessant omdat daar sectoren zijn die recent pas zijn opengesteld voor uitzenders, zoals de overheid en de bouw. Daar is dus veel groei mogelijk en kunnen Nederlandse uitzenders hun slag slaan.” Dat laatste geldt volgens Ter Steeg ook voor de Duitse markt. “Dat is natuurlijk een heel grote markt, en ook daar zijn recent sectoren vrijgegeven voor uitzenders. Groeikansen volop dus.”
De groeiende vraag in de flexmarkt naar fusie- en overname deals betekent volgens Ter Steeg, dat het “voor flexbureaus aantrekkelijk wordt om hun bedrijf nu te verkopen”. Zo zijn de laatste jaren de koopprijzen voor uitzendbedrijven flink opgelopen. Die transactieprijs wordt grotendeels bepaald door de winst, die wordt vermenigvuldigd met een factor, de zogenoemde multiple. Lag die multiple in de uitzendmarkt in 2014 nog tussen de 4 en 6,5, zo liep deze in 2016 op naar tussen de 5 en 8, een niveau dat ook in 2017 aanhield. Ook voor 2018 verwacht Ter Steeg dat de multiple voorlopig ongeveer gelijk zal blijven.
De afgelopen jaren trekt de flexmarkt ook in toenemende mate interesse vanuit private equity (PE) bedrijven, die niet meer weg te denken zijn in de uitzendbranche, legt Ter Steeg uit, die bovendien aangeeft: “Private equity is een belangrijke aanjager. Er zijn weinig belangrijke spelers in de uitzendmarkt waar geen PE achter zit.” Dat komt ook doordat er vanuit bedrijven zelf voldoende interesse uitgaat naar overnamedoelen, iets dat niet voor alle sectoren gezegd kan worden, waar het vinden van geschikte targets door schaarste een uitdaging kan vormen.