Technologie kan Nederlandse zorgsector naar hoger niveau tillen
De Nederlandse zorgmarkt staat vanuit verschillende invalshoeken steeds meer onder druk. Bijvoorbeeld door de vergrijzing, waardoor zorgkosten alleen maar meer zullen toenemen de komende jaren, of door de groeiende noodzaak in de markt om zorg efficiënter te organiseren. Volgens een nieuwe whitepaper van ICT dienstverlener Centric kan technologie een belangrijke rol spelen in het oplossen van deze en de soms nog grotere vraagstukken van vandaag en van de toekomst.
De afgelopen jaren heeft de zorgmarkt, zoals zoveel andere sectoren, te maken gekregen met enorme veranderingen, waardoor vanuit de overheid, patiënten en overige stakeholders de druk op de sector om zorgprocessen zo efficiënt mogelijk in te richten enorm is toegenomen. Om te beginnen worden mensen in ons land steeds ouder. Zo hebben pasgeboren Nederlandse meisjes anno 2016 een levensverwachting van 83,3 jaar tegenover 79,9 bij pasgeboren jongetjes. Ter vergelijking, zo’n tien jaar geleden, in 2003, lagen de verwachtingen respectievelijk nog maar op 80,9 en 76,3. Het gevolg van de steeds ouder wordende bevolking is dat het aantal te verzorgen mensen groeit, terwijl ook de levenstandaard van mensen alsmaar blijft stijgen. Als gevolg van deze ontwikkelingen nemen de verwachtingen die mensen hebben ten aanzien van zorg toe.
Méér met minder
Tegelijkertijd groeien de beschikbare zorgbudgetten niet mee met de toenemende kosten in de zorg, wat een relatieve afname van de beschikbare middelen betekent. Met andere woorden: er moet, met de participatiesamenleving als overkoepelend doel, méér met minder gedaan worden. En hoewel er een toenemende focus vanuit de sector ligt op het realiseren van meer vitaliteit en op een betere preventie van de zorgbehoefte zal dit voor de toekomst niet afdoende zijn om een duurzaam Nederlands zorgsysteem in stand te kunnen houden.
Een van de oplossingsrichtingen om de zorgsector op grote schaal hierin te ondersteunen zal de komende jaren liggen op het gebied van technologie, blijkt uit onderzoek van IT dienstverlener Centric. “Zeker nu we op een kruispunt staan waar meerdere trends samenkomen en elkaar versterken. Apparaten en software kunnen meer en worden slimmer en goedkoper”, vertelt Robin Lammerts, Programma manager Cure bij Centric en betrokken bij het onderzoek. Lammerts geeft diverse voorbeelden hoe technologie een boost kan geven aan de zorgsector.
Zo kunnen bijvoorbeeld diverse eHealth oplossingen op afstand de zorg verbeteren en kunnen artsen door het verzamelen en combineren van patiëntengegevens de patiënt beter monitoren en beter beargumenteerde besluiten nemen over de behandeling van de patiënt. Verder kan technologie een hoop betekenen op het gebied van preventie. Door het gebruik van slimme apps kunnen consumenten en patiënten zelf de mate van hun eigen gezondheid in de gaten houden, en idealiter de kans dat ze ziek worden verkleinen. Ten slotte zijn er tal van technologische ontwikkelingen en innovaties die de kwaliteit van zorg kunnen verbeteren, zoals bijvoorbeeld door het gebruik van zorgrobots.
Steeds meer zorgstartups
De groeiende rol van technologie in de zorgmarkt is terug te zien in de opkomst van steeds meer startups binnen de sector. Volgens onderzoek van KPMG en venture capitalist Volta Ventures telt ons land tegenwoordig zo’n 60 startups met een focus op de zorgmarkt. De huidige startups in ons land houden zich met name bezig met telemedicine, waarbij telecommunicatie en informatietechnologie worden ingezet om op afstand klinische zorg te kunnen bieden. Daarnaast richt een groot aantal startups zich op tools voor zelfmanagement, waarbij patiënten op eigen initiatief en gelegenheid diagnose en behandeling in gang kunnen zetten. De belangrijkste broedplaatsen voor deze zogeheten ZorgTech-bedrijven zijn Amsterdam, Nijmegen en Delft.
Ondanks de positieve impact die nieuwe ZorgTech kan hebben vormt technologie niet per definitie dé oplossing voor de uitdagingen waarmee de sector kampt. Zorg blijft in de eerste plaats altijd een interactie tussen mensen; bijvoorbeeld tussen specialisten, huisartsen of verpleegkundigen met patiënten, cliënten of burgers. Technologie speelt hierbij in principe een ondersteunende rol, zegt Lammerts, die wel benadrukt dat indien aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan er kansen liggen om technologie en zorg effectief te combineren, mits goed gemanaged, veilig én gevalideerd.
Een van die bepalende voorwaarden is volgens het onderzoek het concept van ketensamenwerking. “Te denken valt aan afspraken over het goed inrichten van zorgprocessen en het toepassen van standaarden in elektronische patiëntendossiers (EPD’s). Want standaarden zijn noodzakelijk om de zorg betaalbaar te houden. Die maken dat gegevensuitwisseling over patiënten op grote schaal mogelijk wordt. Over de traditionele muren heen. Zo versterken die standaarden op hun beurt de samenwerking tussen afdelingen, instanties én tussen sectoren. Daar heeft iedereen baat bij, en bovenal: de patiënt”, zo concluderen de onderzoekers.
Complexiteit zorgketen
Een van de uitdagingen die hierbij komt kijken is de toenemende complexiteit van de zorgketen. “De cure, de care, verzekeraars, gemeenten, woningbouwcorporaties: de zorgketen wordt langer en langer”, zegt Lammerts. Daarbovenop komt dat deze organisaties doorgaans gebruik maken van hun eigen systemen, platformen en databronnen. Een manier om dat op te lossen is door het ontsluiten van grote hoeveelheden data (big data) die binnen de gehele keten ligt opgesloten. “Big data is een ICT-trend die tijd, geld én energie kan besparen. Op de juiste manier ingezet hebben zorgorganisaties met big data of liever gezegd medical intelligence, een krachtig instrument in handen om vanuit verschillende bronnen data te signaleren, te detecteren en te analyseren”, aldus Lammerts.
Met de komst van nieuwe analysetechnieken kan iedere organisatie tegenwoordig kosteneffectief enorme hoeveelheden data analyseren. “De analyses, simulaties en voorspellende modellen worden steeds geavanceerder en de mogelijkheden groeien mee. Met als resultaat dat een zorgverlener veel sneller, veel gerichter kan informeren en tot de kern kan komen”, vertelt Lammerts. Voorbeelden van concrete voordelen zijn het tegengaan van verspilling, het (efficiënter) vergelijken van complexe cases, of bijvoorbeeld het herkennen van patronen (waarmee de kwaliteit van dienstverlening verhoogd kan worden). Een goede analyse maakt het voor zorgpartijen bovendien mogelijk om “niet alleen achteruit te kijken, maar ook juist om vooruit te blikken.”
Een ander voordeel dat technologie kan opleveren, is het gebruik van gedeelde standaarden. “Interoperabiliteit én contextueel informeren zijn volgens ons de toegang tot betere zorg, het gebruik van standaarden in EPD’s dé sleutel”, geeft Lammerts aan. “Met steeds meer gestandaardiseerde EPD’s ontstaat een volgende mogelijkheid: op een veilige manier informatie delen, zónder de privacy van de patiënt aan te tasten”, vervolgt Lammerts. En hier geldt: hoe beter gestandaardiseerde EPD’s aansluiten op de praktijk, hoe groter de kans dat ze brede aansluiting vinden in de sector.
Verder kan in dat kader de opkomst van blockchaintechnologie – een democratisch systeem voor het veilig delen van data – enorme kansen bieden. De inzet van blockchain kan het realiseren van de voordelen van technologie versnellen. Lammerts: “Signalering en escalatie is een goed voorbeeld van de mogelijkheden van blockchaintechnologie: zonder dat alle data in één bak hoeven, kunnen gegevens – voorzien van ‘privacy by default’ – met elkaar gedeeld worden. Ook tussen de verschillende zorgaanbieders en zelfs ook met zorgverzekeraars, mits vooraf afgekaderd en met toestemming van de patiënt.”
Internet of Things
Een andere technologie die een belangrijke rol speelt in de succesvolle toepassing van technologie is Internet of Things (IoT), leggen de auteurs van het Centric rapport uit. Zo worden losse sensoren bijvoorbeeld steeds kleiner, goedkoper en slimmer. Ze kunnen over langere afstanden communiceren en met minder batterijkracht data versturen. Dat maakt het mogelijk fijnmazige netwerken aan te leggen die inzicht geven in het gedrag en de gezondheid van mensen. Zeker als dit wordt gecombineerd met data uit de wearables van patiënten. “Voor zorgaanbieders biedt dit kansen”, stellen de onderzoekers, die een voorbeeld geven: “Patiënten hoeven zo, ondanks lage personele bezettingen, nooit meer onopgemerkt lang te dwalen, te vervuilen of het gevoel te hebben dat er niemand is die een oogje in het zeil houdt. Sensoren verzamelen data over toiletbezoek, slaaptijden, eetpatronen, loopsnelheid of hartslag. Door deze signalen te combineren, te analyseren én bij afwijkingen in het gedrag vroegtijdig te alarmeren, is een zorgprofessional op tijd gewaarschuwd. En kunnen onnodige escalaties voorkomen worden.”
De onderzoekers geven een ander voorbeeld: met een ‘lab on a chip’ – waarbij een chip bij de patiënt wordt ingebracht – is bloedwaarde meten slechts nog een kwestie van scannen. “De zorgprofessional doet vervolgens het echte werk: de gegevens beoordelen, de eigen kennis en intuïtie aanwenden en de juiste zorg verlenen.” Ten slotte noemen de onderzoekers nog enkele belangrijke kernvoorwaarden voor zorginstanties om te profiteren van het aanwezige techpotentieel, zoals bijvoorbeeld het gebruik van de kracht van de cloud, het bestrijden van cybercrime, en het implementeren van een heldere digitale strategie, waarbij de wensen van de klant centraal staan.
Om technologie volledig tot wasdom te laten komen, moeten alle vier de belangrijkste stakeholders (technologie, patiënten, zorginstanties en medewerkers) goed voorbereid zijn. Lammerts geeft aan dat consumenten in elk geval positief tegenover de technologische vooruitgang staan. Sterker nog, “…als (zorg)consument zal men steeds vaker van zorginstanties verwachten dat zij - data kant en klaar en inzichtelijk hebben en goed benaderbaar zijn via een veilig gebruiksvriendelijk online platform.” Verder kijken consumenten niet meer op van het delen van gegevens via platformen. Als voorbeeld noemt Lammerts de massale adoptie van sociale media: “De patiënt van de toekomst is gewend informatie via online platformen te delen en heeft vertrouwen in technologie.”
Zijn zorginstellingen er klaar voor?
Ook steeds meer zorgprofessionals omarmen technologie en zien de meerwaarde daarvan voor hun praktijk én patiënten of cliënten (uit: Nictiz, eHealth-monitor), stellen de onderzoekers: “Heel concreet is dat terug te zien aan het toegenomen aantal inschrijvingen aan opleidingen zoals Medische Informatica en Klinische informatica.” De technologie is er, stellen de onderzoekers, maar de uitdaging ligt uiteindelijk in wat zorginstellingen besluiten: “Patiënten en zorgverleners staan er open voor – maar in hoeverre zijn zorginstanties in staat om hun werkprocessen aan te passen op de groeiende inzet van nieuwe technologie?”
Want dat de transitie wel wat zal vragen van zorgaanbieders en hun leveranciers is evident. “Bijvoorbeeld om kritisch te kijken naar de manier waarop zorginstanties hun zorgprocessen nu hebben ingericht, naar de processen tussen zorgaanbieders onderling, maar ook naar zaken als cultuurverandering, nieuwe manieren van werken en een focus op meer innovatie.”
Slagen zorgaanbieders daarin, dan kunnen zij volgens Lammerts grote stappen zetten. Bijvoorbeeld naar ‘contextueel zorg verlenen’, waarbij de patiënt – of cliënt, of burger – bepaalt waar, wanneer en in welke vorm hij zijn zorg krijgt. De verschillende specialisten, zorgverleners en andere zorggerelateerde instanties zoals gemeenten, maar ook zorgverzekeraars komen letterlijk of figuurlijk (online) naar hem toe. “Zo komt het ideaal van ‘the patiënt will see you now’ (naar het boek van Eric Topol) wel heel dichtbij”, sluit Lammerts af.