Belgische spoorsector geinspireerd door consultants
Er is in België een grote discussie gaande over de ideale organisatiestructuur voor NMBS, het spoorwegbedrijf van het land. Volgens de laatste (goedgekeurde) overheidsplannen moet de structuur van NMBS worden aangepast naar een tweeledige structuur, maar diverse spoorvakbonden (bijv. ACV-Transcom, ACOD) hebben het plan in de afgelopen weken afgeschoten. In een brandbrief worden 9 argumenten gegeven waarom de beoogde structuurwijziging niet verstandig zou zijn – drie daarvan zijn gebaseerd op studies van Boston Consulting Group en Roland Berger.
Structuurwijziging
Met het oplitsen van NMBS wil de Belgische overheid een betere verdeling van de taken en verantwoordelijkheden tussen NMBS en Infrabel. Volgens die plannen zal de huidige drieledige structuur (NMBS-Holding, NMBS en Infrabel) vervangen worden door een tweeledige structuur met twee autonome overheidsbedrijven: de NMBS (vervoer personen en goederen) en Infrabel (infrastructuur), met daarnaast een bedrijf (HR Rail ) dat alleen bevoegd zal zijn voor het personeel. Het nieuwe model in 2014 worden doorgevoerd.
In een brandbrief laat ACV-Transcom weten dat ze overtuigd is dat het nieuwe model een stap in de verkeerde richting is. “In de voorgestelde gesplitste structuur zullen de spoorwerknemers onmogelijk een kwaliteitsvolle openbare dienstverlening kunnen aanbieden aan de reizigers” aldus de spoorvakbond. “Deze oplossing is en blijft onaanvaardbaar”.
Daarnaast benadrukt ACV-Transcom dat er grote risico’s kleven aan het nieuwe HR-bedrijf. “De levensvatbaarheid en de financiële duurzaamheid van HR Rail is zeer onzeker, omdat de toekomst van het bedrijf volledig zal afhangen van de keuzes die worden gemaakt door de andere structuren, keuzes waarop HR Rail geen enkele impact zal hebben. Er is daarnaast nog steeds grote onduidelijkheid over de afhandeling van de historische schuld van het bedrijf” schrijft ACV.
Negen argumenten tegen de verandering
De spoorvakbond heeft samen met collega vakbonden een lijst opgesteld van negen argumenten voor een eenheidsstructuur. Drie daarvan baseren zich op onderzoeken van BCG en Roland Berger.
1. De Europese wetgeving eist alleen een boekhoudkundige scheiding van de activiteiten, niet een beheersmatige. De Duitse en Oostenrijkse eenvormige structuur is conform met de Eu richtlijn 91/440.
2. Frankrijk besliste einde oktober 2012 om terug te keren naar de geïntegreerde structuur. In Nederland hebben alle politieke partijen, ook die van de nieuwe meerderheid, de samenvoeging in hun programma staan van Prorail en NS tot de oude eenheidsstructuur. Luxemburg heeft altijd de eenheidsstructuur behouden.
3. Groot-Brittannië is het land dat het eerst en het verst is gegaan in de liberalisering van het spoor. In een opiniepeiling van 2012 sprak 70% van de bevolking zich uit voor de hernationalisering. Als gevolg van de fragmentering in talloze afzonderlijke treinbedrijven en onvoldoende samenwerking met de infrastructuurbeheerder is het Britse spoor circa 40% minder efficiënt dan het spoor in de rest van EU.
4. In een rapport stellen Roland Berger Strategy Consultants vast dat de spoorwegen in de VS, Japan, China en Canada geïntegreerd zijn. Samen zijn ze goed voor 80% van alle goederenvervoer per trein op de wereld en 50% van het reizigersvervoer. Al deze maatschappijen hebben met een eenheidsstructuur hun verkeersvolume, personeelsproductiviteit en investeringen verbeterd over de laatste tien jaar.
5. Een andere studie van hetzelfde consultancybedrijf stelt vast dat verticale scheiding (= de opsplitsing van infrastructuur en exploitatie) leidde tot een vermindering van de kwaliteit van de dienstverlening.
6. Volgens de Wereldbank wordt slechts 2 procent van het spoorvervoer ter wereld door verticaal gescheiden bedrijven uitgevoerd, omdat een dergelijke scheiding complexiteit creëert, meer transactiekosten en meer regelgeving.
7. Volgens Boston Consulting Group is de structuur van de spoorwegen niet de bepalende factor. Volgens hun Rail Peformance Index zijn Zwitserland, Frankrijk en Duitsland, drie landen met een eenheidsstructuur, de best presterende maatschappijen.
8. Volgens een studie van Christine Laabsch en Helga Sanner van de spooractiviteiten in 9 Europese landen tussen 1994 er 2009 is er geen enkel bewijs dat de verticaal gesplitste structuur de beste is.
9. Volgens een studie van het CER, een organisatie die 80 spoorexploitanten in Europa verenigt, werd evenmin een bewijs gevonden dat een verticale scheiding tot betere resultaten zou leiden. Een opgelegde scheiding op Europees niveau zou bovendien de kosten doen stijgen. Een grotere dichtheid van het net leidt bovendien tot nog hogere kosten bij een splitsing. België heeft Europa's dichtste net.
Gerelateerde berichten:
- Lazard en BCG vinden koper voor NMBS Logistics
- Roland Berger: organisatie Belgisch spoor onhoudbaar
- Belgische spoorwegen honingpot voor consultants
- Arthur D Little: 563m nodig voor 90% treinen op tijd
- BCG: Belgische spoorwegen moet €214m besparen