Inwoners van Gelderland denken mee over RegioExpres-verbinding
De komende jaren wordt in Gelderland hard gewerkt aan de RegioExpres, een sneltreinverbinding tussen Arnhem en Winterswijk. Bij zo’n groot project spelen altijd vele – soms conflicterende – maatschappelijke belangen. P2 maakte een participatieplan, zodat burgers en andere betrokkenen kunnen meedenken en ideeën kunnen aandragen voor de realisatie van de RegioExpres.
Met 21.000 reizigers per dag (pre-corona) is de spoorlijn tussen Arnhem en Winterswijk één van de drukste regionale spoorlijnen van Nederland. De spoorlijn vormt een belangrijke verbinding vanuit de Achterhoek richting Arnhem.
Het is de bedoeling dat de reis over ruim vijf jaar een stuk sneller gaat. Vanaf 2026 moet de RegioExpres één keer per uur gaan rijden over het traject, dat door de initiatiefnemers wordt omschreven als “de ruggengraat van het openbaar vervoer in de Achterhoek en Liemers”.
De sneltrein zal niet stoppen op de stations tussen Doetinchem en Arnhem, wat dertien minuten tijdwinst oplevert tussen de Achterhoek en Arnhem. Voor wie verder doorreist naar Nijmegen of Utrecht scheelt het zelfs twintig minuten. Dit moet ervoor zorgen dat de RegioExpres een duurzaam alternatief wordt voor automobilisten, die vaak in de file belanden op de A12 richting Arnhem.
Participatieplan
Tegelijkertijd heeft zo’n groot infrastructuurproject natuurlijk ook impact op bewoners en bedrijven in de omgeving. Dankzij het participatieplan van P2 kunnen alle betrokkenen meedenken over de diverse vraagstukken rond het omvangrijke project.
“Burgers en andere betrokken worden uitgenodigd om mee te denken en ideeën aan te dragen voor de realisatie van de RegioExpres”, vertelt Anne Garretsen van P2. “Met dit participatieplan hebben we ingespeeld op de nieuwe omgevingswet. Daarnaast heeft P2 eisen, wensen en raakvlakprojecten in kaart gebracht bij relevante partijen waaronder gemeenten langs de spoorlijn, het waterschap, GasUnie en Tennet. Dit zodat hier vroegtijdig rekening mee kan worden gehouden en we niet later in het proces voor verrassingen komen te staan.”
Onlangs werden bewoners van Doetinchem en Montferland over de plannen bijgepraat tijdens twee digitale informatieavonden. Voor de sneltrein moet een deel van het spoor – tussen station Doetinchem De Huet en station Didam (in Montferland) – worden verdubbeld. Essentieel is echter dat de bewoners niet alleen worden geïnformeerd, maar ook zelf kunnen meedenken.
“Burgers en andere betrokken worden uitgenodigd om mee te denken en ideeën aan te dragen voor de realisatie van de RegioExpres.”
Bijvoorbeeld over oplossingen voor het extra spoor, dat wordt aangelegd aan de zuidzijde van het bestaande spoor. Er zijn echter plekken waar dan niet mogelijk is. “Dan gaan we kijken naar een maatwerkoplossing, waarbij we het zo goed mogelijk willen inpassen in de omgeving”, vertelt projectleider spoor Martijn Post tegenover Omroep Gelderland. “Die belangen gaan pas in een volgende fase worden afgewogen, waarbij aanwonenden natuurlijk kunnen meepraten.”
Juridisch planoloog Sophie Bruil van de provincie Gelderland voegt toe dat de realisatie van de spoorverdubbeling en aanleg van extra perrons nog in de verkennende fase zit. “We zijn bezig met globale milieuonderzoeken en halen informatie op bij inwoners. Denk daarbij aan een eerste geluidsonderzoek, waarin we onderzoeken of er geluidsschermen nodig zijn en waar deze moeten komen te staan.”
Inwoners uit Doetinchem en Montferland konden de afgelopen weken al reageren op de plannen voor de RegioExpres, waarbij ze werden aangemoedigd mee te denken over oplossingen.
Bruil benadrukt dat inwoners ook de komende periode “op meerdere momenten” kunnen blijven “participeren in het proces”. Het zal nog ruim een jaar duren voordat het voorkeursalternatief voor de RegioExpres verder wordt uitgewerkt op detailniveau. “Ook dan kunnen mensen nog hun bezwaar kenbaar maken”, geeft Bruil aan.
Project- en procesmanagementbureau P2 is gespecialiseerd in het faciliteren van brede samenwerking binnen grote omgevingsprojecten met veel stakeholders. Daarbij zet het bureau nadrukkelijk in op verbindend onderhandelen, ook wel bekend als de mutual gains approach. Deze benadering is bedoeld om voorbij compromissen komen, tot een uitvoerbare win-win overeenkomst.