Jonge spaarders overwegen bank switch bij negatieve rente
Steeds meer Nederlanders overwegen hun spaargedrag te veranderen nu de spaarrente negatief is. Dit blijkt uit onderzoek van EY VODW onder 1.000 Nederlandse consumenten.
Bij een negatieve spaarrekening krijgen spaarders geen rente, maar moeten ze zelf betalen om veilig bij een bank te mogen sparen. Na jaren van lage rente of zelf helemaal geen rente, voeren steeds meer banken in ons land een negatieve spaarrente in, hoewel dit vooral geldt voor vermogende particulieren.
ABN Amro was de eerste bank die de stap maakte. Per 1 april moeten klanten die meer dan €2,5 miljoen bij de bank hebben gestald een negatieve rente van -0,5% betalen voor het bedrag boven de €2,5 miljoen. Niet veel later volgde ook ING. Vanaf 1 juli moeten spaarders met meer dan €1 miljoen 0,5% rente betalen. In totaal gaat het om 5.200 klanten bij ABN Amro en 6.400 klanten bij de ING.
De ‘gewone’ spaarder krijgt niet te maken met een negatieve spaarrente. Echter, als banken deze stap zetten, kan er een forse verschuiving plaatsvinden in het bankenlandschap. Volgens EY VODW is dan een aanzienlijk gedeelte van de Nederlandse huishoudens bereid van bank te wisselen. Bij jonge huishoudens (25-45 jaar) ligt dit percentage op 24% (om binnen 12 maanden van bank te wisselen).
Alternatieven voor het omgaan met een negatieve spaarrente zijn het thuis bewaren van geld, het aflossen van de hypotheek of het investeren in beleggingen. Over de laatste trend zegt Astrid Geerlings, specialist op het gebied van vermogensopbouw bij EY VODW: “Vooral jonge huishoudens zijn steeds enthousiaster over beleggen en worden zo een steeds aantrekkelijkere groep.”
Toch is beleggen nog geen gemeengoed in ons land. Slechts een klein deel van de Nederlandse huishoudens belegt (21%), en dat terwijl volgens de enquête 40% van de huishoudens gelooft dat beleggen op de lange termijn meer rendement oplevert dan sparen.
Geerlings: “De voornaamste redenen om nu nog niet te beleggen, zijn dat ze er geen verstand van hebben of de risico’s onaantrekkelijk vinden. Voor financiële dienstverleners ligt er dus een uitdaging om de perceptie op risico’s van beleggen te veranderen.”