Nederlanders blijven sparen ondanks lage/negatieve rente
De rente staat al maanden op een historisch laag niveau. Wie spaargeld op de bank heeft kan vandaag de dag rekenen op rond de 0,2% op jaarbasis, een dieptepunt in de afgelopen twee decennia. In 2008 lag de gemiddelde rente nog op 3%, terwijl de rente voor langere termijn-spaarplannen zelfs kon oplopen tot gemiddeld 4%.
Voor spaarders heeft de lage rente grote financiële gevolgen. Omdat de inflatie op rond de 2,6% ligt (het gemiddelde voor het eerste halfjaar van 2019), betekent dit dat gespaard vermogen dit jaar in reële zin zo’n 2,4% minder waard wordt. Voor mensen die veel spaargeld hebben, komt daar ook het belastingeffect nog bij. Op hun spaargeld dienen ze ongeveer 1,2% af te dragen aan de fiscus in de vorm van vermogensbelasting. Kortom, rijkere spaarders gaan er in 2019 met circa 3,6% op achteruit.
Negatieve rentes?
Het lijkt er vooralsnog niet op dat de situatie voor spaarders op korte termijn zal verbeteren. De aanhoudende lage rente van de Europese centrale banken betekent dat de rente naar verwachting niet zal stijgen de komende maanden. Het kan er zelfs op uitlopen dat er negatieve rentes op het spaargeld zullen ontstaan, wat betekent dat spaarders de bank moeten gaan betalen om hun geld er veilig te kunnen stallen. Helemaal onwaarschijnlijk lijkt dit niet – in landen als Duitsland en Zwitserland zijn er al banken die negatieve spaarrentes hebben ingevoerd.
Volgens De Nederlandsche Bank staan ook banken in ons land op het punt om negatieve spaarrentes in te voeren. Dit zou betekenen dat alle spaarders – volgens het CBS heeft de helft van alle Nederlandse huishoudens meer dan €10.000 op de bank staan – er nog meer op achteruit gaan. De politiek en actiegroepen zoals de Consumentenbond verzetten zich fel tegen de mogelijke ontwikkeling. Wopke Hoekstra, de minister van Financiën, wordt door verschillende partijen gevraagd om een verbod op negatieve spaarrente in te stellen.
Spaarders blijven sparen
Hoewel de lage rente spaarders raakt in hun portemonnee, laat onderzoek van EY VODW zien dat de ontwikkelingen op de spaarmarkt tot op heden nog niet veel impact hebben op het spaargedrag van Nederlanders. Het aantal huishoudens dat spaart ligt al jaren stabiel rond de 80%, en dit percentage is in Q2 en Q3 van dit jaar amper gewijzigd.
Opvallend is dat het aantal jonge spaarders (25-45 jaar) zelfs groeit. Inmiddels spaart 91% van alle huishoudens in deze leeftijdscategorie, vergeleken met zo’n 85% twee jaar geleden. Wat hiervoor precies de reden is, is onbekend, maar de onderzoekers denken dat dit vooral te maken heeft met de krappe en duurdere woningmarkt. Om huizen betaalbaar te maken worden jongeren steeds vaker gedwongen om naast een hypotheek eigen vermogen in te brengen.
Nog opvallender is dat ook het maandelijkse spaarbedrag is gestegen in de afgelopen twee jaar. EY VODW ondervroeg meer dan 1.000 consumenten voor het onderzoek.
Vergelijkbaar onderzoek van de Consumentenbond bevestigt de bevindingen van het adviesbureau. De bond vroeg in oktober 6.200 consumenten naar hun mening over spaargedrag, en concludeerde toen dat negatieve rentes slechts een lage impact zouden hebben op het spaargedrag. Wat spaarders wel zullen doen is actief op zoek gaan naar de beste bestemming voor hun spaargeld: 80% van de consumenten zal dan zijn/haar geld verplaatsen.
Spaargeld van de bank halen?
Een op de vijf consumenten overweegt dan zelfs het geld van de bank te halen en thuis te bewaren. Of dit verstandig is wordt door experts betwijfeld. Het is minder veilig, en op de lange termijn kost het weer geld om het geld terug te storten. Bijna alle banken rekenen tegenwoordig kosten voor stortingen. Bij ABN AMRO betaal je bijvoorbeeld voor bedragen boven de €50 0,5% over het gestorte bedrag. En bij de ING mag maximaal €30.000 per keer worden gestort en voor iedere extra storting bovenop de gratis stortingen (afhankelijk van het betaalpakket) rekent de bank €6 aan kosten.