AEF adviseert Amsterdam over nieuw in te voeren toeristenbelasting
Andersson Elffers Felix (AEF) heeft in opdracht van Gemeente Amsterdam onderzocht hoe de opbrengsten uit toeristenbelasting omhoog kunnen worden gebracht, terwijl tegelijkertijd de overlast van de alsmaar groeiende toeristenstroom wordt teruggedrongen. Het rapport is inmiddels overhandigd aan wethouder Udo Kock, die een voorkeur lijkt te hebben voor een variant waarin een vast tarief geldt van €5 tot €10 per persoon per nacht.
Amsterdam trekt jaar in jaar uit steeds meer toeristen. Waren dit er in 2005 nog zo’n tien miljoen en in 2014 zo’n 14 miljoen, zo blijkt uit het Bezoekersonderzoek van Amsterdam marketing dat dit er inmiddels 17 miljoen zijn. Bovendien verblijven toeristen gemiddeld bijna twee keer zo lang (+94%) in onze hoofdstad dan vijf jaar geleden.
De snelle groei wordt, naast door de aantrekkingskracht van onze hoofdstad, ook gestimuleerd door het steeds laagdrempeliger worden van vliegreizen en de opkomst van Airbnb. Met een nieuw systeem voor toeristenbelasting wil Gemeente Amsterdam nu beter inspelen op de groeiende populariteit van de stad.
Drie doelstellingen
De invoering van de nieuwe belasting moet in één keer drie aspecten van het toerisme aanpakken. Ten eerste is het de bedoeling dat Amsterdammers meer de vruchten gaan plukken van de vele toeristen die hun stad ieder jaar bezoeken en de nog verwachte groei op dat gebied. “Het aantal bezoekers stijgt van 17 miljoen nu naar 23 miljoen in de komende jaren. Daardoor moeten wij meer schoonmaken en handhaven op straat. Bovendien wil ik dat Amsterdammers meer profiteren van het succes van deze stad”, aldus wethouder Udo Kock (financiën, D66). De afgelopen zes jaar is de opbrengst van de toeristenbelasting al ongeveer verdubbeld van €37 miljoen in 2012 tot een kleine €75 miljoen in 2017. Vanaf 2019 zullen ook overnachtingen op een cruiseschip worden belast. Kock ziet de belasting als niet meer dan redelijk: “Het is volgens het principe: de gebruiker betaalt.”
Het tweede doel dat met de belastinghervorming moet worden nagestreefd is om de toeristendruk op de binnenstad terug te brengen. Door twee verschillende tarieven te hanteren – grofweg een hoog tarief binnen de ringweg en een laag tarief erbuiten – moeten toeristen worden gestimuleerd ook eens verder te kijken dan het centrum en tijdens hun bezoek te verblijven in andere delen van de stad. Zo moeten hotels in het Centrum, Zuid, Oost en West hun gasten vanaf 1 januari 6% van het overnachtingstarief in rekening brengen, terwijl dit buiten deze relatief centraal gelegen wijken 4% is. Voor Airbnb zal door de gehele stad een toeslag van 6% gelden.
Ten slotte wil de gemeente met de nieuwe belasting ook het ’kwaliteitstoerisme’ bevorderen. “Laat de toegevoegde waarde van de toerist toenemen”, aldus Kock. Hij meent dat die waarde niet alleen hoeft te bestaan uit extra geld uit belastingen, maar daarnaast ook afkomstig kan zijn van wat een toerist doet als hij Amsterdam bezoekt: “Koopt hij een broodje bij de supermarkt en gaat hij dat op het Museumplein opeten? Of ontbijt hij in een brasserie, luncht hij in een restaurant en gaat hij ’s avonds naar het theater? In dat geval genereert hij meer werkgelegenheid.”
Andersson Elffers Felix
Voor de geplande belastinghervorming stonden vijf mogelijke varianten ter discussie. Om erachter te komen welke variant de beste resultaten oplevert, besloot de Kock de hulp in te schakelen van Andersson Elffers Felix (AEF), een adviesbureau gespecialiseerd in het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. AEF heeft vervolgens de verschillende versies van het nieuwe belastingstelsel onder de loep genomen. De onderzoekers keken onder meer naar varianten waarbij €5 of €10 per overnachting aan belasting zou worden geheven, en waarbij wel of geen verschil zou worden gemaakt tussen de verschillende gebieden.
De keuze voor een van de vijf varianten zal uiteindelijk door het nieuwe stadsbestuur worden gemaakt, dat na de aanstaande raadsverkiezingen zal aantreden. Kock geeft nu echter al aan een duidelijke voorkeur te hebben voor een vast overnachtingstarief in combinatie met een variabele toeslag voor binnen en buiten de ring. Deze optie zorgt volgens AEF niet alleen voor de hoogste absolute opbrengst, maar zorgt er daarnaast ook voor dat het budget- en middensegment van de hotels het meeste merken van de belastinghervorming. Dat laatste kan er volgens Kock toe leiden dat aanbieders binnen dit segment ervoor zullen kiezen zichzelf te upgraden tot luxere ‘boutique hotels’. Hierdoor neemt meteen het budgetaanbod af terwijl het luxere segment, dat toeristen trekt die meer geld in het laatje brengen, juist verder toeneemt.
De nieuwe toeristenbelasting moet volgens Kock echter niet worden gezien als een middel om de stroom toeristen te verminderen: “Als je de prijzen te hoog maakt, gaan mensen in Rotterdam of Brussel logeren, maar komen hier nog wel naartoe.” Hij voegt tot slot nog toe dat het huidige college de stelselwijziging nog niet zal doorvoeren. Dit in verband met het verouderde computersysteem van de gemeentelijke belastingdienst, dat – in de woorden van Kock – “op instorten staat, al jaren, en een wijziging als deze niet aan kan”.
AEF voert regelmatig opdrachten uit voor de Nederlandse overheid. Eerder dit jaar bracht het bureau bijvoorbeeld de belemmeringen bij de Nationale Politie in beeld en onderzocht het fouten die werden gemaakt tijdens de laatste Tweede Kamerverkiezingen.