Ernstige fouten aan basis van Rotterdams fraudedossier Waterfront
De vastgoedorganisatie van de gemeente Rotterdam heeft ernstige fouten gemaakt in het Waterfront dossier, waardoor de huurder van het voormalige poppodium aan de Boompjeskade de gemeente voor meer dan €8 miljoen kon oplichten. Dat is de harde conclusie van een speciaal in het leven geroepen enquêtecommissie die op verzoek van Rotterdamse gemeenteraad onderzoek heeft gedaan naar de kwestie. De commissie werd ondersteund door adviesbureau Strated Consulting in samenwerking met Revnext.
De enquêtecommissie Boompjeskade werd in het leven geroepen naar aanleiding van een vorig jaar april aan het licht gekomen fraudezaak rond het voormalige poppodium Waterfront. Toen Waterfront in 2009 haar deuren sloot, toonde Bosporus interesse om het gebouw te exploiteren en sloot in 2010 een huurovereenkomst met de gemeente, die eigenaar is van het pand. In de daaropvolgende periode weigerde Göksel K. – eigenaar van Bosporus – echter huur te betalen, omdat het pand niet geschikt zou zijn voor horeca doeleinden.
De gemeente besloot hierop €300.000 te investeren in de verbouwing van het voormalig poppodium. De huurder liet gedurende de daaropvolgende jaren op papier echter voor maar liefst €8,6 miljoen aan verbouwingen verrichtten, waarvan hij bijna alles declareerde bij de gemeente. Uiteindelijk bleek uit onderzoek van een recherchebureau dat 97% van de gedeclareerde werkzaamheden nooit was uitgevoerd en bovendien werd duidelijk dat de ingehuurde aannemer de vader van Göksel K. was. Op deze manier werd de gemeente voor zo’n €8 miljoen opgelicht.
De enquêtecommissie, bestaand uit vijf raadsleden, diende antwoord te geven op de vraag wat de oorzaken waren dat de fraude kon ontstaan en zo lang kon voortduren. De enquêtecommissie werd ondersteund door 2 onderzoekers, Edwin de Boer (partner van het adviesbureau Strated Consulting) en Steven Djohan (partner van het adviesbureau Revnext).
Kritisch rapport
Eind mei overhandigde de commissie het rapport met daarin de bevindingen van de onderzoekers aan burgemeester Ahmed Aboutaleb. Uit dit rapport kwam naar voren dat de vastgoedorganisatie van de gemeente Rotterdam gedurende de gehele onderzochte periode (2006-2016) ver onder de maat heeft gepresteerd. Zo schoten computersystemen en werkprocessen tekort, bestond er binnen de gemeentelijke vastgoedorganisatie een grote kloof tussen bestuur en medewerkers en was er sprake van onderbezetting. Bovendien hebben volgens de onderzoekscommissie zowel het vorige als het huidige college de gemeenteraad onjuist geïnformeerd, onder meer over de beschikbaarheid van gedetailleerde informatie over de kwestie.
De commissie concludeert wel dat de schuld van de fraudezaak primair ligt bij enkele ambtenaren die met opzet blijken te hebben gehandeld. Een goed functionerende afdeling had volgens hen kunnen voorkomen dat de fraude zo lang kon doorgaan: “Als de opgestelde werkprocessen waren gevolgd, dan was de fraudezaak waarschijnlijk voorkomen en zeker geconstateerd”, schrijft de commissie in het rapport. Als beschikbare detailinformatie voldoende was benut, zouden de onregelmatigheden rond het voormalig Waterfront meteen zijn geconstateerd. Vanwege de fraude zijn inmiddels twee ambtenaren ontslagen en is er één geschorst. Ook onderzoekt het OM nog of zij strafrechtelijk zullen worden vervolgd.
Reacties
Het college van burgemeester en wethouders laat in een eerste reactie weten waardering te hebben voor de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd en noemt het rapport daarbij “inzichtelijk, doortimmerd en verdiepend”. De enquêtecommissie geeft in het rapport ook negen aanbevelingen om de vastgoedorganisatie te verbeteren.
Steven Djohan (Revnext) en Edwin de Boer (Strated Consulting) zijn erg te spreken over de wijze waarop het onderzoek is verlopen: “Onze onderzoeksmethoden, gebaseerd op diepgaand bronnenonderzoek, verdiepende gesprekken/verhoren en het gebruik van normenkaders, heeft ervoor gezorgd dat wij in de beperkt beschikbare tijd voor deze raadsenquête nieuwe en relevante inzichten op tafel hebben gekregen. Wat ons betreft zetten we met deze onderzoeksmethode een trend in die vanaf heden maatgevend zou moeten zijn bij gemeentelijke (evaluatie) onderzoeken.”
Aftreden wethouder
Wethouder Ronald Schneider (Leefbaar Rotterdam), verantwoordelijk voor de gemeentelijke vastgoedorganisatie, wordt door de onderzoekers verweten dat hij onvoldoende aandacht had voor de vastgoedorganisatie en niet genoeg inzicht had in de bedrijfsvoering. Op 28 juni – één dag voor hij zich voor de gemeenteraad zou verantwoorden – heeft Schneider besloten de eer aan zichzelf te houden en met onmiddellijke ingang af te treden.
Desondanks stelt hij in zijn begeleidende verklaring dat er door het college geen fouten zijn gemaakt: “Het eindrapport enquêtecommissie Boompjeskade geeft een zorgvuldige analyse van de factoren die hebben bijgedragen aan het feit dat de fraude zo lang onopgemerkt is gebleven. Het rapport laat ook zien dat door het college de juiste bestuurlijke en juridische stappen zijn gezet.”
Zelf wijt hij zijn aftreden aan de plotselinge overstap van Leefbaar-raadslid Mohammed Anfal naar de nieuwe Rotterdamse partij Nida. De overstap van zijn collega zorgt er namelijk voor dat de huidige coalitie haar meerderheid is kwijtgeraakt. Schneider zegt het daarom een onmogelijke opgave te achten om zichzelf in de gemeenteraad te verdedigen. “Daarom leg ik mijn functie als wethouder neer”, aldus Schneider.