Rob van Drunen, adviseur bij House of Performance

12 augustus 2014 Consultancy.nl 6 min. leestijd
Meer nieuws over

House of Performance heeft begin mei de gelederen versterkt met Rob van Drunen. Om meer te weten te komen over zijn achtergrond, zijn motivatie voor de overstap naar de adviesbranche en zijn ambities bij het Utrechtse consultancykantoor stelde Consultancy.nl een aantal vragen aan de kersverse adviseur.

Kun je ons een korte samenvatting geven van je achtergrond?
Na het afronden van de studie BSc International Business, met specialisatie Finance & Crisis Management, in Maastricht (en een semester in Lima) was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Ik verhuisde naar Rotterdam voor een fulltime bestuursfunctie bij AIESEC, een wereldwijde organisatie die een positieve maatschappelijke impact nastreeft door het ontwikkelen van toekomstig leiderschap. Na een jaar trok ik naar de hoofdstad waar ik afstudeerde in MSc. Entrepreneurship & Strategy. Vanuit nieuwsgierigheid naar het ondernemerschap, bouwde ik aan de oprichting van DOET, een verenging voor ondernemers in de markt van Elektrisch Vervoer. Na een bijzondere reis van drie maanden door India en Nepal koos ik voor het traineeship van ORMIT, waar ik ervaring opdeed in project- en verandermanagement binnen verschillende grote organisaties en er veel aandacht was voor persoonlijke ontwikkeling.

De meeste ORMIT’ers kiezen er na hun traineeship voor om aan de slag te gaan bij een van de aangesloten bedrijven. Waarom koos je voor management consultancy? En wat gaf de doorslag in de keuze voor House of Performance?
Mensen en organisaties ondersteunen bij het transformeren en groeien is wat ik het allerliefste doe. Daarom koos ik voor het vak van adviseur. Bij de keuze voor House of Performance waren twee dingen doorslaggevend voor mij: de filosofie en de cultuur.

House of Performance gelooft dat het potentieel voor groei al aanwezig is in de organisatie, die zit namelijk in de mensen, die weer zorgen voor een tevreden klant. Daarom laten wij mensen excelleren en staan naast de manager én medewerker. Dat sluit aan bij waar ik in geloof. Daarnaast is de cultuur van House of Performance gebaseerd op respect en eigen(zinnig)heid, waarin ondernemen en persoonlijke ontwikkeling worden gestimuleerd. Voor mij is dat de omgeving om te excelleren.

Rob van Drunen - House of Performance

Je bent nu een aantal weken werkzaam als adviseur. Kun je al wat meer vertellen over je eerste opdracht?
Voor mijn eerste opdracht zijn we bij een grote pensioenuitvoerder bezig met het inrichten en implementeren van operationele sturing over ruim 40 afdelingen. Hierbij leiden we ook mensen op om dit zelf nog verder uit te rollen. Operationele sturing is voorwaarde voor het realiseren van een cultuur van continu verbeteren en heeft als doel: duurzame prestatieverbetering op de werkvloer.

Tijdens jouw periode bij ORMIT heb je opdrachten vervuld in uiteenlopende branches, waaronder de energie -, logistieke - en bankensector. De gemene deler was echter dat je optrad als ‘change agent’ gedurende het veranderproces. Welke verschillen zijn je opgevallen tussen de manier van werken binnen de verschillende branches?
Binnen de energiebranche is mij opgevallen dat er een verandering plaats vond van vooral specialisatie en sturing op productie, naar meer generalisatie en sturing op klanttevredenheid. In de logistieke sector, zag ik de spanning tussen een ondernemende managementcultuur, gedreven vanuit kansen en uitdagingen in de markt. En sturing en controle op medewerker niveau, gedreven door de dagelijkse operatie. In de bankensector zag ik een systeem dat in toenemende mate projectmatig wordt georganiseerd, met als uitdaging overzicht en daadkracht te bewaren.

De thema’s duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen lijken tot dusver een rode draad te zijn tijdens je nog prille carrière. Zo was je de afgelopen jaren onder meer betrokken bij initiatieven van Twiga (educatieproject in Kenia), Youth Food Movement (zet zich in voor een duurzamer en gezonder voedselsysteem) en Enviu (netwerk dat zich richt op milieu- en sociale vraagstukken). De consultancywereld is over het algemeen nog relatief terughoudend met MVO. Zie je kansen op dit vlak?
Zowel op bedrijfseconomisch als op maatschappelijk niveau zie ik kansen én noodzaak. En ik ben daar gelukkig niet alleen in. Neem bijvoorbeeld de brief van Wubbo Ockels waarin hij oproept het menselijk tijdperk te begroeten. Dat raakt mij.

Kansen voor sociale innovatie worden steeds meer (h)erkend door het bedrijfsleven. Zo ben ik bijvoorbeeld al jaren betrokken bij De Partnership Verkiezing, die ruim 60 bedrijven als Achmea, Rabobank en Ahold stimuleert om uitdagingen in ontwikkelingslanden uit te werken als business case.

Naast de kansen die sociale innovatie biedt voor het bedrijfsleven, wordt het integreren van duurzaamheid essentieel voor het voortbestaan en succes van organisaties. Dus ook in organisatieadvies, of we het nu hebben over strategie executie of het verbeteren van prestaties op de werkvloer, zal duurzaamheid een integraal onderdeel worden.

Het organisatiebureau van de toekomst zal in mijn ogen met minimale inzet en een innovatieve aanpak, waarbij ze door co-creatie kansen én oplossingen van buiten naar binnen kunnen vertalen, maximale impact helpen bereiken, met oog voor mens, milieu en rendement. Mijn persoonlijke ambitie is ook om bij te dragen aan deze transitie.

Tot slot, naast je werkzaamheden bij House of Performance volg je parttime de opleiding Levenstherapie  aan School of Life. Een opvallende side-step voor een adviseur. Waar komt deze interesse vandaan en hoe word je hierin ondersteund door je werkgever?
In de opleiding leren we leven vanuit je ware essentie én potentie. Gericht op jezelf en het ondersteunen van anderen hierbij. Daarvoor werken we onder andere met ontwikkelingspsychologie, coaching, energiewerk, readingtechnieken en zelfbewustwording. Heel praktisch toegepast in persoonlijke groei, gericht op een gelukkiger en succesvoller leven. “Met je kop in de wolken en je poten in de klei” noemen we dat.

Door House of Performance word ik hierin zeker ondersteund. Zowel vanuit een oprechte interesse als door het praktisch ondersteunen in het volgen van de vierjarige opleiding. Voor mij is dit erg belangrijk.