KLM kan aanbod verkleinen zonder Nederlandse reiziger te benadelen

Het is mogelijk om het aantal vluchten van KLM te verminderen zonder dat Nederlandse privéreizigers daar significant hinder van ondervinden. Dat blijkt uit een analyse van onderzoeksbureau CE Delft, uitgevoerd in opdracht van Milieudefensie
Nederland moet nog flinke stappen zetten om in 2050 de klimaatdoelen van het Akkoord van Parijs te halen. In dat kader groeit de druk om het aantal vliegbewegingen op luchthaven Schiphol terug te dringen.
Op basis van de Parijse klimaatverplichtingen zou het jaarlijkse aantal vluchten op Schiphol moeten worden teruggebracht tot 375.000. KLM, inclusief dochtermaatschappij Transavia, is momenteel verantwoordelijk voor 59% van alle vluchten. Dit zou betekenen dat het aantal KLM-vluchten zou moeten worden teruggebracht naar circa 220.000 per jaar.
Twee scenario’s
Volgens CE Delft zijn er twee realistische scenario’s om dit doel te bereiken. Beide vergen wel een aanpassing van het huidige verdienmodel van Schiphol. De luchthaven fungeert momenteel vooral als overstaphub: bijna 40% van de passagiers gebruikt Schiphol uitsluitend voor een tussenstop.
In het eerste scenario blijven alle huidige KLM-bestemmingen behouden, maar wordt het aantal vluchten per bestemming met gemiddeld 15% verminderd.
Het tweede scenario richt zich meer op Nederlandse privéreizigers. Hierbij vervallen 24 relatief weinig gebruikte bestemmingen. Volgens CE Delft blijven deze locaties goed bereikbaar via alternatieve vervoersmiddelen zoals trein of bus, hoewel de reistijd daardoor kan toenemen.
Populaire vakantiebestemmingen zoals Curaçao, Kreta en Marrakech blijven in dit scenario grotendeels behouden.
Geen forse prijsstijgingen
Een vaak gehoord bezwaar tegen het verminderen van het aantal vluchten is dat dit zou leiden tot aanzienlijk hogere ticketprijzen. Uit de analyse van CE Delft blijkt echter dat de effecten beperkt blijven.
Bij het eerste scenario stijgen de ticketprijzen met circa 2% tot 12%, wat neerkomt op een jaarlijkse meeruitgave van €7 tot €128 per huishouden. “Dit komt overeen met maximaal 0,11% van het besteedbaar inkomen”, aldus CE Delft.
In het tweede scenario blijven de prijzen voor de meeste bestemmingen nagenoeg gelijk. Op sommige routes dalen de kosten zelfs licht.
“Voor huishoudens resulteert dit scenario in een gemiddelde besparing van €4 tot €72 per jaar”, stelt CE Delft. “Dat komt overeen met maximaal 0,06% van het besteedbaar inkomen.”