Slechts 7% hoogopgeleide zzp’ers wil in loondienst bij opdrachtgever
Minder dan één op de tien hoogopgeleide zzp’ers wil volgend jaar kiezen voor een loondienstverband bij haar of zijn opdrachtgever. Dat blijkt uit een enquête van HeadFirst Group onder honderden zzp’ers in ons land.
1 januari 2025 is een belangrijke dag voor zzp’ers, werkgevers en zzp-bemiddelaars in Nederland: dan gaat de Belastingdienst na jaren weer handhaven op schijnzelfstandigheid. De afgelopen jaren was er sprake van een handhavingsmoratorium op de Wet DBA, maar deze vervalt dus binnenkort.
De Belastingdienst heeft laten weten 2025 nog te beschouwen als een overgangsjaar. Zo zullen nog geen vergrijpboetes worden uitgedeeld aan werkgevers, als zij kunnen bewijzen dat zij stappen zetten tegen schijnzelfstandigheid. Wel zal de Belastingdienst waarschuwingen uitdelen en worden opdrachtgevers die zich schuldig maken aan het creëren van schijnzelfstandigheid gedwongen om stappen te ondernemen.
De beleidswijzing zorgt voor flinke onrust in de zzp-markt. Zo zegt meer dan een vijfde van de zzp’ers nu al opdrachten mis te lopen omdat opdrachtgevers hun risico’s willen beperken. En bijna 20% van de zzp’ers overweegt – in meer of mindere mate – te stoppen als zelfstandige door de huidige onrust.
‘Liever niet in loondienst’
HeadFirst Group concludeert ook dat sommige zzp’ers vrezen om in loondienst te ‘moeten’ gaan, terwijl ze dat helemaal niet willen. Slechts 7% van de hoogopgeleide zzp’ers gaf tegenover de onderzoekers aan te willen kiezen voor een loondienstverband bij haar of zijn opdrachtgever.
“De overgrote groep kiest liever voor alternatieven zoals het aanpassen van hun diensten naar projectvorm, verschillende opdrachtgevers, een tijdelijke payroll-constructie of een vorm van detachering”, zegt Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group.
Toch was er de afgelopen periode een kleine verschuiving zichtbaar in de arbeidsmarkt. In het derde kwartaal van 2024 daalde het aantal zelfstandigen met vijfduizend, terwijl dit aantal de afgelopen jaren juist vrijwel continu gegroeid is. Het aantal vaste contracten nam toe.
“Er is een beweging naar meer vaste arbeidsrelaties”, beaamt Van Happen. “Maar gezien het lage percentage (7%) aan hoogopgeleide zzp’ers die nu een loondienstverband overwegen, is de verwachting dat de beweging niet uit deze groep komt. Dat zou betekenen dat de beweging vooral onder praktisch geschoolde zzp’ers gaande is.”
Volgens de Kamer van Koophandel telt Nederland ruim 1,7 miljoen zzp’er. Hoeveel daarvan vallen in de categorie schijnzelfstandigheid is niet bekend – de schattingen lopen uiteen van 200.000 tot een klein half miljoen. De meeste schijnzelfstandigen werken volgens een schatting van de Belastingdienst in de sectoren zorg, kinderopvang, bouw en onderwijs.