Arcadis waarschuwt voor maatschappelijke impact van EU-natuurwet
Ingenieurs- en adviesbureau Arcadis waarschuwt in een rapport voor de maatschappelijke impact van een strengere natuurwet die de Europese Unie (EU) mogelijk wil doorvoeren.
Vanuit de EU wordt de afgelopen jaren steeds meer ingezet op natuurherstel. Het zogeheten voorstel voor een EU-Verordening inzake natuurherstel moet daaraan bijdragen. Arcadis onderzocht de EU-plannen in opdracht van minister voor Natuur & Stikstof Christianne van der Wal (VVD).
Volgens de onderzoekers heeft de nieuwe verordening “een grotere ruimtelijke impact dan het huidige natuurbeleid teweeg zal brengen”, schrijven ze. Zo kan de wet grote gevolgen hebben voor tal van Nederlandse branches, waarvan meerdere nu al te maken hebben met de nodige problemen.
Een daarvan is de landbouwsector. Door de plannen zullen Nederlandse boeren opnieuw (en in nog grotere mate) worden gedwongen om hun activiteiten af te schalen of zelfs helemaal te stoppen.
Klappen in de bouw
Ook de bouwsector zal drastische gevolgen gaan ondervinden. En dat terwijl ons land op dit moment kampt met een gigantisch wooncrisis: volgens het Rijk moeten er tot 2030 maar liefst 900.000 woningen worden gebouwd om deze te verhelpen.
Met de nieuwe EU-wetgeving wordt dat volgens Arcadis een vrijwel onbereikbare doelstelling. Dat denkt ook verantwoordelijk volkshuisvestingminister Hugo de Jonge (CDA), die naar aanleiding van het rapport de Tweede Kamer informeerde dat de wooncrisis nog groter zal worden.
De nieuwe natuurwet beperkt het aantal plekken waarop in ons land woningen mogen worden gebouwd flink. En dus zullen plannen moeten worden ontwikkeld met daarin nieuwe bouwlocaties. Maar daar gaat uiteraard veel tijd inzitten, waardoor het woningtekort verder oploopt.
Niettemin merkt Arcadis tevens een aantal voordelen van de wetgeving op. Door de EU-plannen, vergroenen steden, waardoor de gemiddelde lokale temperatuur daalt en de kwaliteit van de bodem, de lucht en het (grond)water toeneemt.
Wederom is er echter een keerzijde, menen de onderzoekers. “De verordening heeft mogelijk een negatief effect op de brede welvaart. Namelijk het effect op materiële bestaanszekerheid door een te verwachten verhoging van overheidsuitgaven om aan de eisen en verplichtingen uit de verordening te voldoen.”
Vissers, baggeraars en krijgsmacht ook de klos
Verder blijkt dat activiteiten op zee ook hinder zullen ondervinden van de nieuwe wetgeving. Deze beschermt de bodem van de Noordzee veel strenger dan nu het geval is. En dat belemmert onder andere “bodemberoerende” vissers en baggerbedrijven.
En ook de Nederlandse krijgsmacht is de dupe. Het leger voert oefeningen uit op verschillende plekken op de Noordzee. De natuurwet bemoeilijkt met name de marine om hier optimaal gebruik van te maken.
Energietransitie belemmerd
Een deel van de Noordzee wordt ook gebruikt voor gigantische windmolenparken. Het kabinet wil dat aantal vermeerderen. De EU-wetgeving zet daar echter een stokje voor. Doordat de zeebodembescherming is aangescherpt, wordt het vele malen lastiger om windturbines en de bijbehorende infrastructuur aan te leggen.
Lees ook: RVO selecteert consortium voor wind op zee-bodemonderzoeken
En dat heeft allerlei grote gevolgen. Nederland zet de laatste tijd fors in op waterstof. Zo wordt in ons land al een transportnetwerk voor waterstof aangelegd. Windmolenparken op zee bieden grote kansen om waterstof duurzaam op te wekken. De nieuwe EU-natuurwet bemoeilijkt deze plannen echter.
Lees ook: Adviesbureau betrokken bij onderzoek naar groene waterstof op zee.
Wordt vervolgd
De EU-plannen komen uit de koker van verantwoordelijk Eurocommissaris Frans Timmers (PvdA). Maar of deze ook daadwerkelijk zullen worden doorgevoerd is nog maar de vraag. Het Europese Parlement moet zich nog buigen over de voorstellen.
Timmermans herkent zich overigens niet volledig in het rapport. Afgelopen maand vertelde hij in het Europese parlement dat de agrarische sector juist kan profiteren van de nieuwe wet. “Klimaat- en biodiversiteitscrises zijn de grootste bedreigingen voor de voedselzekerheid en dus voor het levensonderhoud van onze boeren.”