Vooral de verwachte winst bepaalt of een medicijn de markt haalt

24 juni 2022 Consultancy.nl 5 min. leestijd

Of een medicijn wordt ontwikkeld tot lancering hangt voornamelijk af van het verwachte financiële rendement. Daarmee is de bereidheid van overheden en verzekeraars om (diep) in de buidel te tasten van grote invloed op het aanbod van nieuwe geneesmiddelen. Zorgminister Kuipers wil de discussie op gang brengen over de vaak botsende financiële en maatschappelijke belangen.

De farmaceutische industrie staat traditioneel bekend om haar twee gezichten: enerzijds redden en verbeteren de ontwikkelde medicijnen talloze levens, anderzijds is er steevast forse kritiek op de astronomische winsten die worden gemaakt in de sector.

Ernst Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), herkent dit spanningsveld. “De geneesmiddelensector is zeer lucratief. Winsten van tientallen procenten zijn geen uitzondering. Dat wringt. Want hoe verhouden deze winsten zich tot het publieke belang?”, schrijft hij in een opiniestuk in het FD.

Vooral de verwachte winst bepaalt of een medicijn de markt haalt

Het artikel verschijnt zij-aan-zij met een onderzoek naar het functioneren van het financiële ecosysteem voor geneesmiddelenonderzoek- en ontwikkeling (R&D), dat Kuipers heeft laten uitvoeren door SiRM, RAND Europe en L.E.K. Consulting.

Met zijn opiniestuk en het onderzoek wil Kuipers de discussie op gang brengen over mogelijke manieren om meer invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van medicijnen. Om die discussie goed onderbouwd te kunnen voeren liet hij de onderzoekers het financiële ecosysteem in kaart brengen.

De belangrijkste conclusie uit de beschrijvende studie is illustratief voor de schurende belangen binnen de sector: niet het maatschappelijke, maar het financiële rendement is de belangrijkste factor die bepaalt of een geneesmiddel tot lancering wordt ontwikkeld.

Dit verwachte financiële rendement van een geneesmiddel wordt bepaald door de verwachte inkomsten, leggen de onderzoekers uit. “De bereidheid van overheden en (particuliere) verzekeraars om te betalen voor nieuwe geneesmiddelen is daarom van grote invloed op het aanbod van nieuwe geneesmiddelen en de spreiding ervan over de therapeutische gebieden.”

Wie betaalt bepaalt

Deze bereidheid om te betalen is een van de meest heikele punten in het huidige systeem én een van de punten waarop Kuipers denkt dat meer regie mogelijk en gewenst is.

Het heikele zit hem er onder meer in dat farmaceuten er vaak op kunnen rekenen dat overheden en verzekeraars zich onder enorme maatschappelijke druk uiteindelijk toch weer genoodzaakt zien diep in de buidel tasten voor een peperduur medicijn voor een zeer zeldzame aandoening.

Farmaceuten “gaan die spullen pas tegen normale prijzen aanbieden als de samenleving nee zegt”, liet Zorginstituut-baas Sjaak Wijma onlangs al optekenen in het FD.

In deze directe en soms perverse relatie tussen het investeringsgedrag van financiers en hun verwachtingen over de bereidheid van overheden en verzekeraars om te betalen voor een nieuw geneesmiddel ziet Kuipers “een duidelijk signaal” en “een opdracht aan de gebruikers en betalers”.

“In hoeverre houden we nu, met onze hoge betalingsbereidheid, een inefficiënt systeem in stand?”

Deze opdracht is om duidelijker de regie te nemen in het afwegen van financiële en maatschappelijke belangen: “Maken wij wel duidelijk voor welke geneesmiddelen wij bereid zijn te betalen? Want onder de streep betalen wij met onze gezondheidsverzekering en belasting voor alles wat ontwikkeld wordt”, stelt de minister in zijn oproep tot discussie.

Vroeg bijsturen

Een andere manier waarop overheden en verzekeraars volgens Kuipers meer grip kunnen krijgen op de ontwikkeling van medicijnen is door meer bij te sturen in de beginfase van het R&D-traject. De studie van SiRM, RAND Europe en L.E.K. Consulting laat zien dat medicijnonderzoek in deze beginfase nog grotendeels wordt gefinancierd met publiek geld, waar de latere fases vooral privaat worden bekostigd.

Door aan het begin gemeenschapsgeld gericht te investeren in medicijnen met de hoogste verwachte gezondheidswinst neemt de kans toe dat deze middelen uiteindelijk de markt bereiken, en gaan maatschappelijk en financieel rendement eerder hand in hand.

1 op de 30

In het onderzoek komt naar voren dat in 2020 in totaal zo’n $300 miljard werd geïnvesteerd in nieuwe geneesmiddelen. Ongeveer twee derde van dit bedrag was afkomstig van grote farmaceuten, ongeveer een kwart van publieke instellingen en goede doelen en de resterende 10% van durfkapitaal.

De directe R&D-kosten voor de ontwikkeling van één geneesmiddel komen neer op $280 tot $380 miljoen. Uiteindelijk kost één enkel goedgekeurd geneesmiddel het systeem echter gemiddeld $2,4 tot $3,2 miljard.

Het gigantische verschil tussen die bedragen zit hem er deels in dat slechts één op de dertig medicijnen uiteindelijk de markt bereikt, terwijl ook voor de ontwikkeling van de andere 29 kosten worden gemaakt. Ook kapitaalkosten spelen een grote rol: zonder die lasten zouden de totale kosten uitkomen op ‘slechts’ $1,2 miljard à $1,7 miljard.

Kuipers onderkent dat het stranden van R&D-trajecten eigen is aan het vakgebied, maar ziet wel ruimte voor meer efficiëntie. “In hoeverre houden we nu, met onze hoge betalingsbereidheid, een inefficiënt systeem in stand?”, vraagt hij zich af.

Startschot Europese discussie

Deze vraag wordt des te urgenter nu ons zorgstelsel onbetaalbaar dreigt te worden, terwijl farmaceuten ondanks de enorme R&D-kosten nog altijd gigantische winsten realiseren.

Kuipers wil met de uitkomsten van de studie dan ook graag het startschot geven voor een brede discussie – niet alleen binnen Nederland, maar binnen heel Europa. Daarbij wijst hij erop dat zowel ziektes als de ontwikkeling van medicijnen landsgrenzen ver overstijgen.

“Door uitgekiende investeringsstrategieën is de geneesmiddelensector nog altijd één van de lucratiefste sectoren ter wereld. Het is daarom zaak dat we binnen Europa gezamenlijk duidelijk maken wat wij bereid zijn te betalen, maar vooral ook waarvoor”, besluit hij zijn betoog in het FD.