VNG: Gebruik coronasteun om lokale cultuur sterker uit de crisis te laten komen
Gemeenten moeten de financiële coronasteunpakketten niet alleen gebruiken om lokale cultuursector overeind te houden, maar ook om de transitie te ondersteunen die nodig is om straks sterker uit de crisis te komen. Dat stelt Berenschot in de nieuwe informatiegids ‘Corona, cultuur en gemeenten’ die het bureau schreef in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
De cultuursector kan zonder twijfel worden gerekend tot de branches die de hardste klappen hebben gekregen tijdens de coronacrisis. De eigen inkomsten van culturele instellingen liepen in de laatste drie kwartalen van 2020 gemiddeld met maar liefst 85% terug in vergelijking met 2019. Daarmee was de sector bijna volledig afhankelijk van de coronasteun, die ervoor zorgde dat het omzetverlies beperkt bleef tot 25%.
Inmiddels zijn we alweer een jaar verder, maar de cultuursector zat de afgelopen maanden nog steeds grotendeels op slot en heeft tot over een week nog te maken met beperkende maatregelen, zoals deels lege zalen. Daarom werd voor de periode van 1 februari tot 8 maart een vijfde steunpakket opgetuigd, ter waarde van €56,5 miljoen. Dit bedrag komt bovenop de €195,1 miljoen die werd vrijgemaakt voor de periode die op 12 november begon.
In de informatiegids ‘Corona, cultuur en gemeenten’ adviseert Berenschot gemeenten om verder te kijken dan de huidige periode: uiteraard is het belangrijk om te zorgen dat culturele instellingen overeind blijven, maar de coronacrisis zal ook op de langere termijn nog haar weerslag hebben op de sector.
Daarom is het van groot belang om culturele instellingen te helpen in de verschillende transities die nodig zijn om de sector toekomstbestendig te maken. Belangrijke aandachtspunten zijn daarbij digitalisering en verduurzaming, maar zeker ook het verstevigen van de positie van zzp’ers binnen de cultuursector.
Leegloop zzp’ers bedreiging voor de hele sector
Waar cultuurinstellingen gedurende de crisis slechts 3% bezuinigden op personeel in vaste loondienst, waren het de zzp’ers die massaal de deur werden gewezen: op hen werd maar liefst 55% bezuinigd. De keuze is begrijpelijk, maar het “cultureel werkkapitaal” dat hiermee mogelijk verloren gaat vormt op termijn een bedreiging voor de hele sector, zo waarschuwt Berenschot.
Zo heeft al 40% van de zzp’ers actief in de podiumkunsten inmiddels werk gevonden binnen een andere branche. Meer dan een kwart liet zich al omscholen of overweegt dit. “Het einde van de houdbaarheid van de verregaande flexibilisering in de sector lijkt hiermee in zicht te komen”, schrijven de onderzoekers.
Publiek herwinnen
Verder adviseren ze de gemeenten om te investeren in onder meer cultuureducatie, bibliotheken, amateurkunsten en een digitaal cultuuraanbod. Ook is het van belang om na het langdurig stilliggen van de sector weer mensen naar de theaters, musea en poppodia te lokken, waarbij met name nieuwe doelgroepen moeten worden aangeboord.
“Het herstel van het lokale culturele leven begint met het herwinnen van het publiek voor de diverse culturele uitingen, zoals voorstellingen, tentoonstellingen, concerten en festivals”, aldus de auteurs. “Laat als gemeente zien wat er binnenkort allemaal weer voor moois mee te maken is voor bewoners en bezoekers.”
Geld goed terecht laten komen
VNG gaf Berenschot opdracht tot het schrijven van de gids om gemeenten te helpen bij het maken van verstandige keuzes bij de besteding van de steunpakketten. Omdat het geld niet is geoormerkt kunnen gemeenten grotendeels zelf bepalen wat ze ermee doen. Berenschot benadrukt in de gids wel dat het niet de bedoeling is dat het geld “verdwijnt in de algemene middelen van de gemeente”.
Het betreft de tweede editie van de gids. Toen het eerste deel een jaar geleden verscheen onderschreef Berenschot al de zorgen van de sector dat het toen aan gemeenten beschikbaar gestelde geld uiteindelijk niet aan cultuur zou worden besteed. Net als deze tweede editie, bood de eerste gids handvatten om dit te voorkomen.