AEF adviseerde Gelderland en Flevoland bij Alliander-investering
Alliander heeft €600 miljoen opgehaald bij zijn aandeelhouders. Met het geld versterkt het netwerkbedrijf zijn vermogenspositie, zodat het de komende jaren kan investeren in de hoognodige verzwaring van het elektriciteitsnet.
De vraag naar elektriciteit loopt de laatste jaren hard op. Dit komt deels door de energietransitie – denk bijvoorbeeld aan mensen die niet meer op benzine rijden maar hun auto elke avond aan de stekker leggen. Maar ook de economische groei en vele woningbouw dragen bij aan het hogere elektriciteitsverbruik.
De laatste jaren kampte Alliander al met volle netten: delen van Amsterdam kunnen niet meer worden aangesloten, in Leeuwarden belemmert het de aanleg van een bedrijventerrein en in grote delen van Friesland en Flevoland kunnen zonneparken niet aan het net worden gekoppeld.
Om deze ondercapaciteit te verhelpen is een enorme verzwaring nodig van het energienet. Jaarlijks zal Alliander daarvoor meer dan €1 miljard moeten investeren. Voor het behoud van een gezonde financiële positie was het volgens Alliander noodzakelijk het eigen vermogen te versterken, zodat de investeringen tegen “acceptabele kosten” kunnen worden gefinancierd.
Het nutsbedrijf vroeg zijn 76 aandeelhouders – allemaal gemeenten en provincies – daarom om een financiële bijdrage van in totaal €600 miljoen. 70 van de 76 aandeelhouders – goed voor 99,5% van de aandelen – zijn ingegaan op het verzoek, waarmee het gewenste bedrag is behaald.
Bestuursvoorzitter Maarten Otto spreekt van een “intensief proces” en zegt “verheugd” te zijn dat bijna alle aandeelhouders bereid zijn gebleken de kapitaalpositie te versterken. “Daarmee geven zij de opgave waarvoor wij staan een stevige impuls. Zo kunnen we blijven werken aan een betrouwbaar, betaalbaar en bereikbaar energienet en zetten we gezamenlijk in op het realiseren van de klimaatdoelen.”
Van de verstrekte €600 miljoen is €54 miljoen afkomstig van Allianders 29 gemeentelijke aandeelhouders uit Gelderland en Flevoland. Zij werden bijgestaan door Daan Boot van onderzoeks- en adviesbureau Andersson Elffers Felix (AEF), dat zich specialiseert in maatschappelijke vraagstukken. Boot trad op als strategisch adviseur.
De financiering heeft de vorm van een zogeheten reverse converteerbare hybride obligatielening. Omdat het een lening betreft is dat wel een schuld, maar tegelijk telt deze obligatie bij de beoordeling van Allianders kredietwaardigheid voor 50% mee als eigen vermogen. Ook heeft Alliander het recht om de lening onder voorwaarden geheel of gedeeltelijk om te zetten in aandelen.
