Pieken en dalen in vraag en aanbod vragen om balancering Gelders energienet

13 januari 2022 Consultancy.nl

Pieken en dalen in de vraag naar en het aanbod van energie vormen een uitdaging voor de Gelderse energie-infrastructuur. Om de toekomstige knelpunten te verminderen adviseren Berenschot en Witteveen+Bos om vooral in te zetten op meer flexibele vraag en passende infrastructuur, zodat elektriciteitsvraag en -aanbod beter op elkaar worden afgestemd.

In de aanloop naar de doelstelling dat Nederland in 2050 enkel duurzame energie gebruikt, neemt elektriciteit het steeds meer over van fossiele bronnen als aardgas en benzine. Tegelijkertijd wordt de energie steeds meer decentraal opgewekt door hernieuwbare bronnen zoals zonnepanelen en windmolens.

Aan deze vooruitgang kleven uiteraard wel flink wat nieuwe uitdagingen. Zo zorgt het voor hogere pieken en dalen in zowel de vraag naar als het aanbod van energie. “We gebruiken namelijk steeds meer elektriciteit en vaak op hetzelfde moment. Denk aan het verwarmen van je huis met een warmtepomp, elektrisch koken of het opladen van je elektrische auto. Ook op momenten dat de zon niet schijnt en het windstil is”, leggen de onderzoekers van Berenschot en Witteveen+Bos uit.

Pieken en dalen in vraag en aanbod vragen om balancering Gelders energienet

En wanneer de zon wel volop schijnt en/of het lekker hard waait, is dat vaak niet op de plek waar de daarmee opgewekte energie nodig is. “Het is dan te veel om door het bestaande elektriciteitsnet getransporteerd te worden naar een plek waar het wel gebruikt kan worden.”

Flexibele vraag en passende infrastructuur

In opdracht van de provincie Gelderland onderzochten Berenschot en Witteveen+Bos welke energie-infrastructuur Gelderland nodig heeft om het energiesysteem van de toekomst te realiseren. De pieken en dalen in vraag en aanbod komen naar voren als voornaamste obstakel.

Een voor de hand liggende oplossing is een verdere uitbreiding van de bestaande infrastructuur. Volgens de onderzoekers is het echter nog belangrijker om de vraag en het aanbod van elektriciteit beter op elkaar af te stemmen door in te zetten op een meer flexibele vraag en passende infrastructuur.

“We gebruiken steeds meer elektriciteit en vaak op hetzelfde moment. Ook op momenten dat de zon niet schijnt en het windstil is.”

“Denk bijvoorbeeld aan het tijdelijk omzetten van elektriciteit in gas (bijvoorbeeld waterstof) en andersom, het niet allemaal tegelijk opladen van auto’s, en het gebruik van batterijen om de energie die opgewekt is met zonnepanelen tijdelijk op te slaan. We maken dan effectiever gebruik van het de bestaande infrastructuur waardoor deze minder uitgebreid hoeft te worden.”

Vraag en aanbod balanceren

Om tot zo’n beter gebalanceerd energiesysteem te komen doen Berenschot en Witteveen+Bos verschillende aanbevelingen.

Zo moeten vraag en aanbod van energie zoveel mogelijk fysiek bij elkaar worden gebracht zodat opgewekte energie zoveel mogelijk direct gebruikt kan worden. Omdat wind en zon elkaar vaak afwisselen adviseren ze daarnaast om een passende balans te vinden tussen zonnepanelen en windmolens. Zonnepanelen kunnen het beste in een oost/west-opstelling worden geplaatst, zodat de productiepieken beter worden gespreid over de dag.

Waar mogelijk moet het reserve-elektriciteitsnetwerk dat voor noodgevallen aanwezig is worden losgelaten, zodat het kan worden gebruikt als extra capaciteit om hernieuwbare opwek aan te sluiten. Daarnaast kan meer gebruik worden gemaakt van de flexibiliteit op de energie-infrastructuur, onder meer met kleinschalige batterijen, vraagsturing voor de industrie en slim laden.

Tot slot kan dan, waar dit alsnog nodig blijkt, de energie-infrastructuur worden uitgebreid. “Richt je hierbij in eerste instantie op knelpunten met langdurige pieken van zowel vraag als aanbod”, aldus de onderzoekers.