Berenschot ondersteunt Amsterdamse ambitie om vóór 2040 aardgasvrij te zijn
Amsterdam wil vóór 2040 volledig aardgasvrij zijn. Om deze ambitie waar te maken moet het tempo waarin woningen van het gas af gaan flink worden opgeschroefd. Daartoe ondertekenden de gemeente, woningcorporaties en warmtebedrijven eind vorige maand een samenwerkingsovereenkomst om bestaande woningen en andere gebouwen versneld op het warmtenet aan te sluiten. Berenschot ondersteunde de ontwikkeling van de samenwerkingsovereenkomst en de bijbehorende businesscase.
Onder de naam ‘Amsterdamse Warmtemotor’ hebben de zes Amsterdamse woningcorporaties, warmtebedrijven Vattenfall en Westpoort Warmte en de gemeente de krachten gebundeld.
In de nu ondertekende overeenkomst is afgesproken om de komende jaren zo’n 110.000 bestaande woningen aan te sluiten op het warmtenet. Het gaat om woningen die op minder dan 200 meter van het warmtenet liggen. Voor de eerste 10.000 woningen heeft de gemeente €50 miljoen aan subsidiebudget uitgetrokken.
Marieke van Doorninck, wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid, vertelt dat per buurt “uitgebreid onderzoek is gedaan naar de betaalbaarheid en duurzaamheid van alternatieven voor aardgas. Voor een groot deel van de stad komen warmtenetten hier het beste uit.” De CO2-besparing die zo wordt gerealiseerd zou volgens de wethouder per buurt kunnen oplopen tot wel 60%.
In het onderzoek is vastgesteld dat vier wijken in Nieuw-West en Zuidoost de meest kansrijke buurten zijn om te starten. “De woningtypen in de wijken zijn heel divers. Hierdoor is het mogelijk om de nieuwe werkwijze te testen en te leren om in andere buurten in de nabijheid van het warmtenet op te schalen en te versnellen”, aldus Van Doorninck.
Ook ontwikkelt de gemeente een financiële regeling waarop corporaties en particuliere eigenaren een beroep kunnen doen om snel eenvoudige energiebesparende en comfort-verhogende maatregelen te nemen in woningen waar op korte termijn geen renovatie gepland staat.
Inzicht in de knoppen en keuzes
Berenschot werkte voor de totstandkoming van de samenwerkingsovereenkomst en de bijbehorende businesscase met twee teams, bestaande uit medewerkers van betrokken partijen en eigen experts. Dit resulteerde volgens het adviesbureau in een model “dat partijen inzicht biedt in de financiële impact van de verschillende knoppen en keuzes”.
“Op basis van deze businesscase hebben partijen een aantrekkelijk (voorlopig) aanbod ontwikkeld voor de bewoners van de eerste vier geselecteerde buurten”, vertelt Josse van Sleeuwen, consultant Energietransitie & Ruimte bij Berenschot. “Ook voor de volgende buurten ligt de basis-businesscase klaar en hoeven partijen nog maar een beperkt aantal keuzes te maken.”
Naast deze businesscase voor de start van de uitrol zijn ook afspraken gemaakt voor alle toekomstige buurten, die het maken van afspraken op buurtniveau moeten vereenvoudigen en versnellen.
Gezamenlijk pionieren
Nu de overeenkomst is getekend kan Van Sleeuwen terugblikken op een bij tijden pittig, maar vooral bevredigend traject. “Omdat dit gezamenlijk pionieren was – een dergelijke overeenkomst bestond nog niet in Nederland – hebben we met de inhoudelijke en juridische medewerkers van betrokken partijen een intensief proces doorlopen, waarbij we met vallen en opstaan tot een samenwerkingsovereenkomst zijn gekomen en een format voor de onderliggende buurtovereenkomsten.”
Waar soms tegenstrijdige belangen speelden, waren volgens de consultant “de échte wil om te slagen en het doorzettingsvermogen” van de bestuurders “dé succesfactor” om tot het gezamenlijke resultaat te komen. “Een mooie eerste stap, waar wij als Berenschot trots op zijn en waar partijen de komende jaren profijt van gaan hebben bij het maken van concrete afspraken per buurt om Amsterdam van het gas te halen.”