SiRM ondersteunt bij opstellen van convenant in de jeugdzorg
De jeugdhulp staat de laatste jaren steeds meer onder druk. Financiële tekorten lopen op, waardoor jeugdzorginstellingen dreigen om te vallen. Om de continuïteit te bevorderen en te voorkomen dat de jeugdhulp wegvalt hebben gemeenten en zorgaanbieders samen met de betrokken ministeries en de Jeugdautoriteit het convenant ‘Bevorderen continuïteit jeugdhulp’ ondertekend.
Sinds de decentralisatie van taken binnen het sociaal domein in 2015 kampt de jeugdhulpverlening met de nodige problemen. Talloze gemeenten luidden al de noodklok en bij vele jeugdzorginstellingen stapelen de geldzorgen zich op. Onlangs kwamen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het kabinet overeen dat er volgend jaar maar liefst €1,6 miljard extra naar de Jeugdzorg zal gaan ter compensatie van de tekorten.
Het extra geld is uiteraard zeer welkom, maar daarmee zijn de problemen niet automatisch verleden tijd. Daarom namen de gemeenten en jeugdhulpaanbieders het initiatief tot het convenant ‘Bevorderen continuïteit jeugdhulp’, dat gaat over de cruciale aanbieders van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering.
In een Bestuurlijk Overleg op 1 juli is het convenant ondertekend door Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse GGZ, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en de Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra – verenigd in de Branches Gespecialiseerde Zorg voor de Jeugd (BGZJ) –, de VNG en de ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV) en Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS), ook namens de Jeugdautoriteit (JA).
Toekomstige continuïteitsrisico’s voorkomen
In het convenant hebben de ondertekenaars plannen vastgelegd om toekomstige continuïteitsrisico’s zoveel mogelijk te voorkomen. In het komen tot afspraken werden ze ondersteund door SiRM, een strategisch adviesbureau dat zich volledig richt op gereguleerde markten zoals de zorg.
De ondertekenaars wijzen op het belang van een zorgvuldig contracteerproces, inclusief een goed gesprek tussen gemeenten en aanbieders over de opbouw en totstandkoming van tarieven. Het convenant biedt gemeenten en aanbieders een handreiking voor dit gesprek. Andere handvatten worden uitgewerkt door een nog op te richten kennis- en informatiepunt tarieven.
Ook wordt een geschillencommissie ingericht, waartoe gemeenten en aanbieders zich kunnen richten als tijdens het inkoopproces of tijdens de looptijd van een contract geschillen ontstaan die ze ook na bemiddeling niet kunnen oplossen. Zo kunnen ze een gang naar de rechter voorkomen.
Om continuïteitsrisico’s die toch nog ontstaan vroeg te signaleren en op te lossen gaat de JA onderzoeken of er risico’s zijn voor de continuïteit van jeugdhulp. Het convenant bevat afspraken over het tijdig aanleveren, verzamelen en verwerken van de daarvoor benodigde informatie. Daarnaast is het draaiboek ‘Continuïteit jeugdhulp’ opgesteld, waarin staat beschreven welke stappen aanbieders en gemeenten nemen bij (dreigende) discontinuïteit van zorg.
Verder zijn afspraken vastgelegd over een leer- en ontwikkelcyclus, en hebben de partijen uitgesproken dat ze gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het naleven van het convenant en dat zij aanbieders en gemeenten hier proactief in meenemen. Tot slot hebben de partijen ook toegezegd verdere verbeteringsstappen te zetten in de Hervormingsagenda Jeugd.