BeNeLiga levert Nederland en België €300 miljoen extra op
Het Nederlandse en Belgische profvoetbal kan zo’n €300 miljoen extra verdienen met de lancering van de BeNeLiga, zo blijkt uit het businessplan dat Monitor Deloitte heeft opgesteld voor de betrokken topclubs.
Momenteel verdienen alle Nederlandse en Belgische topclubs opgeteld een slordige €1 miljard. Door samen één competitie te vormen, waarin de topclubs uit beide landen het tegen elkaar opnemen, zou daar dus bijna een derde bij kunnen komen.
Het verdienvermogen speelt een essentiële rol in de plannen voor de nieuwe competitie. Die moet er immers voor zorgen dat de financiële kloof met de vijf grote competities – de Premier League, Primera División, Serie A, Bundesliga en Ligue 1 – wordt verkleind.
In het businessplan adviseert Monitor Deloitte verder om in te zetten op een competitiemodel met achttien clubs – tien uit Nederland en acht uit België. Zij strijden dan in het voor Nederland welbekende traditionele format om het kampioenschap.
Dat betekent dat er – anders dan nu in België het geval is – geen play-offs aan te pas komen om de kampioen aan te wijzen. Terwijl play-offs extra geld in het laatje kunnen brengen, worden ze gezien al te risicovol. Het kan er immers toe leiden dat één van de twee landen gedurende de ontknoping van het seizoen grotendeels aan de zijlijn staat.
Wel worden play-offs aangeraden om te bepalen welke clubs degraderen. In het plan wordt gesproken van vier degradatieplaatsen – twee directe en twee indirecte. Deze worden in principe gesplitst tussen Nederland en België, die daarmee ieder één directe en één indirecte promotie/degradatieplaats zouden krijgen.
Op deze manier kan volgens Deloitte op de lange termijn voldoende Nederlandse en Belgische inbreng worden gegarandeerd aan supporters, sponsors en zendgemachtigden.
De gelijke verdeling van degradatieploegen zou echter kunnen leiden tot vreemde resultaten: stel dat de laagste Nederlandse ploeg vier Belgische onder zich houdt. Het zou tot de nodige onvrede leiden als deze toch direct zou degraderen, terwijl de lager geklasseerde Belgische teams zich handhaven in de BeNeLiga.
Om dit te voorkomen pleit Monitor Deloitte voor een drempel: wanneer de laagst geklasseerde ploeg uit een land veertiende of hoger eindigt, vervalt de directe degradatie en mag de ploeg altijd via een play-off strijden om in de BeNeLiga te blijven.
Voordat wordt bepaald wie er uit de competitie worden geknikkerd, moet eerst natuurlijk nog worden vastgesteld welke clubs in eerste instantie mogen deelnemen aan de nieuwe topcompetitie. Het voorstel is om de toelating te baseren op de eindklasseringen in de laatste vijf seizoenen voor de start van de BeNeLiga. Hoe recenter het seizoen, hoe zwaarder deze meetelt.
Zo krijgt het plan voor de decennialang als luchtkasteel bestempelde BeNeLiga steeds verder gestalte. Dat betekent echter niet dat alle seinen nu op groen staan. Het enthousiasme is niet overal even groot – met name in Nederland staan veel clubs niet te springen – en dan zijn er nog de prangende kwesties rond de tv-gelden en de tickets voor Europees voetbal. Voorlopig nog genoeg werk aan de winkel voor Monitor Deloitte dus.
