Aandachtspunten voor het uitvoeren van de Tozo-regeling
De coronacrisis treft zelfstandige ondernemers zoals zzp’ers keihard. Daarom heeft het rijk met grote snelheid regelingen ‘in elkaar gedraaid’ waarvan gemeenten er ook een moeten uitvoeren: de ‘Tijdelijke regeling Ondersteuning Zelfstandig Ondernemers’ (Tozo).
Voor gemeenten brengt de uitvoering van de Tozo een grote veranderopgave met zich mee. Jan-Dirk de Goeij, adviseur bij publieke sector adviesbureau Adlasz, deelt zes aandachtspunten voor de uitvoering van de Tozo-regeling.
Groot financieel belang
Het gaat om veel geld, op de SZW-begroting is €3,8 miljard gereserveerd. Inmiddels zijn gemeenten bevoorschot voor in totaal € 2 miljard. Gezien het doel van de regeling staat bij de behandeling van aanvragen snelheid en eenvoud voorop, dat is begrijpelijk. Er wordt een moreel appèl gedaan op de inwoners om alleen aan te vragen als het echt noodzakelijk is, verder is er weinig regelgeving.
De toetsing van het recht op uitkering aan ‘de voorkant’ is daardoor beperkt. Het is begrijpelijk dat gemeenten nu vooral druk zijn om aan de ‘voorkant’ alle aanvragen zo snel mogelijk te behandelen. Het is voor gemeenten echter raadzaam om ook ‘de achterkant’ te organiseren. Doen gemeenten dat niet, dan lopen zij belangrijke risico’s op een lange en vervelende nasleep, zowel operationeel als financieel.
Bekostiging
Zorg voor inzicht in de daadwerkelijke uitvoeringskosten en de gevolgen voor de begroting De kosten van de uitkeringen en kredieten worden, mits rechtmatig verstrekt, voor 100% vergoed. Daarnaast is er een vergoeding voor de uitvoeringskosten in de vorm van een nader te bepalen normbedrag per besluit op aanvraag. De normvergoeding is nog niet bekend, maar zal die wel kostendekkend zijn voor alle uitvoeringskosten? Het behandelen van Tozo-aanvragen is weliswaar een hele klus maar er zijn nog veel andere taken. Zijn die wel in de norm inbegrepen?
Denk bijvoorbeeld aan informatieverstrekking, het beheer van de voorzieningen (wat nog jaren kan doorlopen), terugvordering, incasso, (debiteuren)administratie, ICT, kwaliteitszorg en (interne en externe) controle. Gemeenten moeten zorgen dat ze inzicht krijgen in de daadwerkelijke kosten en voor goede registratie en managementinformatie.
Handhaving en (kwaliteits)controle
De controle van het recht op uitkering in het aanvraagproces is omwille van de snelheid beperkt. Dat is een logisch gevolg van de aard en doelstelling van de regeling. Wel moeten Tozo-cliënten aan de inlichtingenplicht voldoen en heeft het rijk aangegeven nog met nadere regels te komen voor controles achteraf op uitkeringen en kredieten.
Ook is inmiddels de Tozo2-regeling van kracht waarbij ook naar het inkomen van de partner gekeken moet worden. Gemeenten hebben bij de controle een eigen verantwoordelijkheid. Het is daarom verstandig om niet af te wachten maar juist de risico’s zelf in kaart te brengen, en bewust actie te ondernemen.
Voor zover de gemeente het zelf in de hand heeft, kan zo confrontatie met nieuwe spelregels zoveel mogelijk worden voorkomen nadat de wedstrijd is gespeeld. Zonder een oordeel over de juiste keuze zijn er twee uitersten:
Afwachten: Gemeenten richten zich op de afhandeling van aanvragen. De rechtmatigheidstoets wordt achteraf uitgevoerd nadat nadere bepalingen vanuit het rijk bekend worden. De argumentatie daarbij is dat het rijk primair verantwoordelijk is, de kosten vergoed worden en er niet meer energie (lees: personele inzet) ingestoken wordt dan nu strikt noodzakelijk.
Proactief: Gemeenten wachten de regels van het rijk niet af, maar voeren rechtmatigheidstoetsing en interne controle zo snel mogelijk uit op basis van een zelf ontwikkeld normen- en toetsingskader met als bedoeling misbruik en oneigenlijk gebruik tot een minimum te beperken. Dit kost personele inzet met het risico dat later aanvullingen noodzakelijk blijken dan wel dat meer is gedaan dan het rijk sec vereist.
Zorg voor goede capaciteitsplanning
De grote workload aan Tozo-aanvragen kan leiden tot druk op de bedrijfsvoering waardoor vertragingen en fouten kunnen ontstaan, wellicht ook bij ‘reguliere’ taken. Dit kan zijn weerslag hebben op de kwaliteit van de dienstverlening aan de inwoners en leiden tot imagoschade. Aan gemeenten de taak te zorgen voor de juiste prioriteiten met dito afweging in de planning van de beschikbare capaciteit.
Organiseer ook begeleiding van tijdelijk ingezette krachten bij het uitvoeren van de Tozo-regeling, bijvoorbeeld door de inzet van ervaren kwaliteitsmedewerkers.
Grip op kosten
Het is belangrijk om grip te houden op de kosten en resultaten om zo de risico’s te beheersen en te minimaliseren. Het gaat om veel geld, zowel voor de uitkeringen en kredieten voor burgers als qua aanvullende kosten van het uitvoeringsapparaat. Ook bewaking van ‘niet financiële’ resultaten, zoals bijvoorbeeld behandeltermijnen is daarbij van belang. Denk daarom na over de informatie die nodig is en zorg dat processen en systemen voldoende zijn ingericht om de noodzakelijke gegevens vast te leggen, zodat de noodzakelijke managementinformatie over Tozo geleverd kan worden.
Externe verantwoording en controle
Gemeenten moeten zich straks bij de jaarrekening 2020 extern verantwoorden over de Tozo-regeling(en). Dat gebeurt in de Sisa-bijlage die door de accountant gecontroleerd wordt. Als de accountant rechtmatigheidsfouten (of onzekerheden) constateert en als zodanig rapporteert komen deze in aftrek op de vergoeding van de werkelijke kosten die de gemeente van het rijk krijgt.
Is het mogelijk de verantwoordingsinformatie te genereren? Zijn er afspraken met de accountant over normen- en toetsingskader bij de controle van Tozo? Wat is de rol van de (verbijzonderde) interne controle? Organiseer dit tijdig en voorkom vertraging en complicaties bij de jaarrekening.