Raspberry Pi-competitie voor scholieren gaat digitaal door
De tweede editie van de Raspberry Pi-competitie, een initiatief van PA Consulting, zal dit jaar door de coronacrisis online doorgang vinden.
Na jaren van succes in het Verenigd Koninkrijk, werd vorig jaar in ons land door PA Consulting voor de eerste keer de Raspberry Pi-wedstrijd georganiseerd. Teams van Nederlandse scholen worden binnen deze competitie uitgedaagd om met behulp van de Rasberry Pi – een betaalbare, kleine computer – innovatieve, technologische oplossingen te ontwikkelen die kunnen worden ingezet om problemen te verhelpen die spelen in de maatschappij.
Initieel was het plan om de finaleronde van tweede editie van Raspberry Pi-competitie net zoals in 2019 in Amsterdam te laten plaatsvinden. Door de coronacrisis zal de wedstrijd dit jaar echter online worden georganiseerd via een digitaal format. Hierdoor worden zowel de juryrondes als de prijsuitreikingen omgetoverd tot interactieve online bijeenkomsten. Zo zullen de juryleden op 25 mei online alle inzendingen beoordelen, waarna ze op 27 mei de winnaars bekend maken.
Dat de wedstrijd toch doorgaat, terwijl tal van andere evenementen op dit moment worden (of zijn) afgelast, past volgens Ernst Brand, adviseur bij PA Consulting, perfect in de gedachte achter het initiatief: “Deze competitie draait om vindingrijkheid. In dat kader is het volstrekt logisch dat de wedstrijd ‘gewoon’ doorgaat met behulp van technologie. Juist in dit soort situaties kunnen initiatieven zoals de Raspberry Pi-competitie de daad bij het woord voegen en laten zien wat er allemaal mogelijk is met een gezonde dosis vernuft.”
Naast dat de organisatie in betrekkelijk korte tijd de gehele competitie heeft moeten omvormen, wat niet eenvoudig is, benadrukt Brand dat ook begeleiders en deelnemers een compliment verdienen: “Ik heb buitengewoon veel respect voor de leraren en de teamleden, die ondanks de lastige situatie veelal buiten schooltijd om hun projecten hebben weten af te ronden. Dat vergt doorzettingsvermogen. Ik wens alle teams veel succes. Het vergt toch net even een andere instelling om online iets te presenteren dan in levenden lijve.”
Aan het woord: de jury
De jury van het evenement bestaat uit elf leden, die actief zijn binnen uitlopende sectoren. Het gaat om Gaby Allard (ROC van Amsterdam-Flevoland), Willem van Asperen (PA Consulting), Caecilia Groot (CTO Prinses Máxima Centrum), Peter Strikwerda (APG Asset Management), Joost van der Made (NS), Wesley Schouwenaars (BNR Nieuwsradio), Ger Baron (Gemeente Amsterdam), Anke Schlichting (Aegon), Rian van Heur (AG Connect), Karel van Gils (ProRail) en Marc Jansen (Rabobank).
Caecilia Groot, die binnen het Prinses Máxima Centrum de rol van CTO vervult, was vorig jaar als coach betrokken bij de competitie: “Het was inspirerend om jonge mensen met goede steun in de spotlight te laten staan. Ik ben trots om dit jaar als jurylid te mogen optreden. Deze competitie ontlokt ideeën waar jongeren in hun reguliere schoolwerk niet aan toekomen. Daarnaast zijn dergelijke initiatieven erg belangrijk om jongeren en vrouwen in het bijzonder enthousiast te maken voor technologie.”
Een ander jurylid, Anke Schlichting, de Chief Technology & Transformation Officer van de Nederlandse praktijk van Aegon, legt uit waarom de wedstrijd in haar ogen van belang is: “Het mooie aan de Raspberry Pi-competitie is dat we toekomstig talent in aanraking laten komen met de belangrijkste IT-skills: logisch en analytisch denken en deze inzichten toepassen. En die vaardigheden zijn van groot belang, want ongelofelijk veel in ons leven is vandaag de dag afhankelijk van technologie en codes.”
Collega-jurylid Rian van Heur, die binnen AG Connect werkzaam is als Content Director, is het daar helemaal mee eens: “Geen organisatie kan meer zonder technologie. Dat heeft de afgelopen periode van thuiswerken zonder meer laten zien. En toch lukt het de IT-sector maar matig om jongeren te interesseren voor een technisch beroep. Daarom vind ik het tof om deel uit te maken van de jury van deze competitie, die jongeren stimuleert om na te denken over maatschappelijke oplossingen én technologie.”
