In 2040 is helft van alle vleesconsumptie vegetarisch
De wereldwijde vleesconsumptie bestaat in 2040 voor meer dan helft uit kweekvlees en vegetarische of veganistische vleesvervangers, volgens onderzoekers van A.T. Kearney. Met name de grootschalige opkomst van kweekvlees springt hierbij in het oog. Dit alternatief zou over enkele decennia namelijk de smaak van conventioneel vlees kunnen evenaren.
Uit een recent onderzoek van de Universiteit van Wageningen blijkt dat het vleesconsumptiepatroon onder Nederlanders tussen 2005 en 2017 nauwelijks is veranderd. Zo at de gemiddelde Nederlander in 2005 zo’n 76,7 kilogram vlees en was dat in 2017 circa 76,6 kilogram.
Deze ontwikkeling – of beter gezegd: het gebrek aan enige ontwikkeling – is enigszins verontrustend, aangezien een matiging van onze vleesconsumptie noodzakelijk lijkt om te voldoen aan de Parijse klimaatdoelstellingen van 2050.
De productie van één kilogram rundvlees veroorzaakt tot wel 30 kilogram CO2-uitstoot, wat volgens de NOS overeenkomt met autorit van 180 kilometer. Ook andere bronnen benadrukken de negatieve impact van ons huidige vleesconsumptiepatroon: “Wij gaan er altijd van uit dat de veestapel voor zeker 10% aan de emissie van Nederland bijdraagt”, vertelde Andy Palmen, landbouwspecialist bij Greenpeace, eind vorig jaar aan het NRC.
Hoewel de Nederlander zijn vleesconsumptiepatroon nog niet drastisch heeft aangepast, vinden er inmiddels wel wat kleine, bemoedigende verschuivingen plaats. Zo is de Nederlandse markt voor vegetarische of veganistische vleesvervangers volgens een onderzoek van ABN AMRO de afgelopen vijftien jaar met maar liefst 143,5% gegroeid: van €38,9 miljoen (2004) naar €94,0 miljoen (2019). In een onlangs verschenen onderzoeksrapport van adviesbureau A.T. Kearney is te lezen dat deze forse opmars van vleesalternatieven de komende twintig jaar wereldwijd zal aanhouden.
In het rapport – titel: ‘In hoeverre zullen kweekvlees en andere vleesalternatieven de landbouw- en voedselsector gaan verstoren?’ – stellen de onderzoekers van A.T. Kearney dat het marktaandeel van conventioneel vlees in 2025 wereldwijd nog zo’n 90% is. Het aandeel van vegetarische of veganistische vleesvervangers kent in dat jaar een omvang van iets minder dan 10%, terwijl het bij kweekvlees in 2025 gaat om enkele tienden van een procent. In 2040 is het marktaandeel van conventioneel vlees echter gekelderd tot 40%: tegen die tijd wordt de mondiale vleesmarkt gedomineerd door een combinatie van kweekvlees (35%) en vegetarische of veganistische vleesalternatieven (25%).
Het superieure alternatief in wording
Kweekvlees en andere vleesvangers kennen vele voordelen: ze zijn beter voor het milieu en verkleinen de omstreden bio-industrie die gepaard gaat met veel dierenleed. Gekweekt vlees heeft ten opzichte van vegetarische of veganistische vleesvangers nog een ander groot voordeel: de smaak. Kweekvlees wordt namelijk in een laboratorium ontwikkeld uit stamcellen van dieren, waardoor de smaak dichter in de buurt ligt van conventioneel vlees, zeker in vergelijking met alternatieven op basis van sojabonen of kikkererwten.
Volgens The Washington Post was de kwaliteit van kweekvlees ruim vijf jaar geleden nog onvoldoende om het product als serieus alternatief op de markt te brengen. Wetenschappers proberen sindsdien de kwaliteit van gekweekt vlees te verbeteren, onder meer door de groei van het spierweefsel met lichte stroomstoten te stimuleren.
Daarnaast werken onderzoekers ook hard aan een ander probleem waarmee kweekvlees kampt: tot dusver kan het alleen in heel dunne plakjes worden gekweekt zodat zuurstof en voedingstoffen tot vlak bij de cel kunnen komen. In conventioneel vlees wordt dit door de bloedvaten gedistribueerd, maar deze ontstaan op dit moment nog niet in kweekvlees.
Een ander obstakel dat de massale opkomst van kweekvlees remt is de kostprijs. Uit onderzoek van de Universiteit van Maastricht blijkt dat een kweekvleesburger in 2013 nog €330.000 kostte, in 2016 ging het om circa €300, terwijl een gekweekte burger momenteel voor ongeveer €40 over de toonbank gaat, wat grofweg neerkomt op een kiloprijs van €250. Ondanks de zeer forse prijsdaling, blijft traditioneel vlees nog altijd stukken goedkoper.
Zo betaalt een consument voor kilogram rundergehakt bij Albert Heijn slechts €12. Deze lage eenheidsprijs wordt vooral veroorzaakt door de schaalgrootte. Met het oog op de forse groeivoorspellingen van A.T. Kearney lijkt de hoge kostprijs van kweekvlees de komende jaren verder te zakken.