BZK schakelt CE Delft in om Wet Energieprestatievergoeding te evalueren

29 oktober 2018 Consultancy.nl 6 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft CE Delft ingeschakeld om de Wet Energieprestatievergoeding (EPV) te evalueren. De wet is ingevoerd om het aantal energiezuinige huurwoningen te verhogen. Met de maatregel stimuleert de Rijksoverheid verhuurders te verduurzamen: als een huurwoning bijzonder energiezuinig is én zelf energie opwekt, mag de verhuurder volgens de wet de huurder daarvoor een vergoeding vragen. Het doel van het onderzoek van CE Delft is om de doeltreffendheid en efficiëntie van de EPV vast te stellen. 

Hoewel GroenLinks en de Partij voor de Dieren geen onderdeel uitmaken van de huidige coalitie, presenteerde Rutte-III zichzelf zo’n jaar geleden als ‘het groenste kabinet ooit’. Hierbij is de grote stok achter de deur het Klimaatakkoord van Parijs, waarin is afgesproken dat er in 2050 95% minder CO2 zal worden uitgestoten dan in 1990. De doelstellingen werden in december 2015 gepresenteerd. Het akkoord is ondertekend door 195 landen, waaronder Nederland, dat toentertijd nog werd bestuurd door het team van Rutte-II.

Dit kabinet schreef aanvankelijk – lees: in het coalitieakkoord uit 2012 – minder belang toe aan duurzaamheid en klimaatverandering. Mogelijk was de Tweede Kamer wel in de ban van klimaatambities toen er kort na het Parijse congres – op 19 januari 2016 – werd gestemd over de Wet Energieprestatievergoeding. Maar liefst 111 van de 150 parlementariërs stemden in met het wetsvoorstel. In mei van dat jaar nam ook de Eerste Kamer het voorstel aan en werd de Wet Energieprestatievergoeding officieel van kracht.

Energieprestatievergoeding

De vergoeding is bedoeld als stimulerende maatregel om het aantal energiezuinige huurhuizen in Nederland te verhogen. Koophuiseigenaren hebben reeds baat bij duurzaamheidsinvesteringen in hun pand: de energierekening daalt, naar loop van tijd is de investering terugverdiend, waarna winst wordt gemaakt op energieverbruik. Daarentegen worden huurhuiseigenaren – hierna: verhuurders – niet geprikkeld om hun woningen energiezuinig te maken: vaak is in een huurcontract opgenomen dat huurders voor de energiekosten opdraaien, waardoor een verhuurder met een duurzaamheidsinvestering met name de portemonnee van zijn huurder spekt. Andersom is het voor een huurder onvoordelig om zo’n investering te maken, simpelweg omdat het pand niet zijn of haar eigendom is.

BZK schakelt CE Delft in om Wet Energieprestatievergoeding te evalueren

De EPV maakt het sinds ruim twee jaar mogelijk om deze patstelling te doorbreken door verhuurder en huurder een wettelijke overeenkomst te laten afsluiten. Hiervoor moet een verhuurder toestemming vragen aan een huurder om de woning te mogen renoveren. Deze wederzijdse goedkeuring is van toepassing op iedere type huurwoning. Cruciaal is hier dat beide partijen niet in een slechtere situatie geraken dan voorheen. Zo mogen de woonlasten van een huurder door de energieprestatievergoeding niet of nauwelijks stijgen. Andersom is de huurder wettelijk verplicht zich te houden aan de betalingsafspraken. Wat dat betreft is EPV dus een nieuw onderdeel dat in rekening gebracht naast de huurprijs en servicekosten. 

Evaluatie

Nu de wet meer dan twee jaar van kracht is, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de EPV, besloten dat het tijd is voor een evaluatie van de doeltreffendheid en efficiëntie van de vergoedingsregeling. Daarom schakelde het ministerie onlangs onderzoeks- en adviesbureau CE Delft in om de EPV onder de loep te nemen: draagt de wetgeving optimaal bij aan het energiezuinig maken van Nederlandse huurwoningen? 

Een vaak aangehaald punt van kritiek op de EPV-regeling is dat de energie waarvan gebruik wordt gemaakt moet zijn opgewekt in, op of aan het huurhuis. Daardoor is het dus niet mogelijk om te profiteren van collectieve oplossingen – zoals windmolens of biogasinstallaties – die in bepaalde regio’s ruimschoots voorhanden zijn. Bovendien is zo’n gezamenlijke aanpak op basis van schaalvoordeel meer dan eens goedkoper dan een individuele oplossing.

Daarnaast zullen de onderzoekers van CE Delft zich gaan richten op tal van andere criteria die aan de wetgeving zijn verbonden. Zo moet een huurwoning zeer goed geïsoleerd zijn en gemiddeld genomen net zo veel (duurzame) energie produceren als de woning verbruikt. Een verhuurder is bovendien verplicht om aan te tonen dat de huurwoning voldoet aan de criteria voor een EPV. Dit kan worden vastgesteld door officieel erkende bedrijven, waartoe een verhuurder zich moet wenden. Zo’n bedrijf beoordeelt onder meer de vloer- en dakisolatie en bekijkt het glas dat in de ramen is aangebracht. 

Draagt de Wet Energieprestatievergoeding optimaal bij aan het energiezuinig maken van Nederlandse huurwoningen? 

Ook zal de maximale hoogte van de EPV naar verwachting worden geëvalueerd. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast op basis van het nationale inflatiecijfer. Aan de hand daarvan kunnen huurder en verhuurder een individueel EPV-contract opstellen. Het is mogelijk om daarin de gevolgen van een stijgende of dalende energieprijs op te nemen. Ook kan gekozen worden voor een vast maandbedrag. De exacte hoogte van de EPV is daarnaast afhankelijk van het type energievoorziening waarover een huurwoning beschikt. Zo kan een huis zijn aangesloten op een warmtenet of gebruik maken van zonnepanelen. Ook kan een huurwoning met aardgasaansluiting in aanmerking komen. De woning moet dan zo zijn aangepast dat deze zeer energiezuinig is en zelf veel energie opwekt.

Aan de hand van deze en andere beoordelingen zal CE Delft kijken in hoeverre de EPV bijdraagt aan de doelstellingen die eraan ten grondslag liggen. Eveneens zal worden nagegaan wat kan worden gedaan om de wet- en regelgeving effectiever te maken. Het is nog niet bekend wanneer de eindrapportage van het onderzoeks- en adviesbureau over de Wet energieprestatievergoeding zal worden gepubliceerd.

Milieuvraagstukken

CE Delft is gespecialiseerd in het ontwikkelen van innovatieve oplossingen voor milieu- en duurzaamheidsvraagstukken en werkt voor uiteenlopende opdrachtgevers, zoals overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De steeds groter aandacht voor duurzaamheid legt CE Delft geen windeieren: het bureau – dat opereert zonder winstoogmerk – verdubbelde in de afgelopen vier jaar zijn omzet.

In april 2016 bracht CE Delft in opdracht van Netbeheer Nederland een onderzoeksrapport uit over energiebesparing in de gebouwde omgeving. Het doel van het onderzoek was indertijd om de effectiviteit, de maatschappelijke kosten en bijkomende effecten van energiebesparingsregelingen te achterhalen. Meer recentelijk voerde het bureau duurzame inkoopanalyses uit voor zowel het ministerie van Justitie en Veiligheid als UMC Utrecht. Daarnaast werd CE Delft door elf Zeeuwse bedrijven actief in de zware industrie gevraagd om te helpen bij het opstellen van een plan om te voldoen aan de Parijse klimaatdoelstellingen.