Berenschot stapt uit belangengroep voor organisatieadviesbureaus
Per 1 januari 2017 heeft adviesbureau Berenschot zijn lidmaatschap bij de Raad van Organisatie Adviesbureaus (ROA) opgezegd. Reden voor het vertrek is dat Berenschot steeds meer afstapt van het traditionele verdienmodel van uurtje-factuurtje, een verdienmodel waar de voorwaarden om lid te mogen zijn van de ROA in grote mate op zijn afgestemd.
De Raad van Organisatie Adviesbureaus (ROA) is een branchevereniging voor organisatieadvies- en consultancybureaus in Nederland opgericht in 1970. Door middel van de voor ROA-leden bindende gedragscode en het daaraan verbonden tuchtrecht wil de branchevereniging de kwaliteit van het advieswerk van zijn leden waarborgen. Wanneer adviseurs van ROA-leden zich niet aan de gedragscode houden kunnen klanten (bedrijven, overheden, publieke instellingen, etc.) hen voor de rechter laten verschijnen. Daarnaast geldt om lid te worden van de vereniging de voorwaarde dat adviesbureaus ISO-gecertificeerd moeten zijn – een wereldwijd erkend certificaat voor degelijk kwaliteitsmanagement.
Tot voorkort telde de ROA 21 leden. Per 1 januari 2017 is dat aantal teruggelopen naar 20. Berenschot, opgericht in 1938 en daarmee een van de oudste bureaus van de ROA en van Nederland, heeft besloten het nieuwe jaar in te gaan zonder zijn ROA-lidmaatschap. Met circa 300 werknemers was Berenschot ook meteen een van de grootste leden van de branchevereniging, die verder nog grote bureaus als Twynstra Gudde, BMC, Rijnconsult en Schouten & Nelissen omvat.
Uurtarieven versus resultaatfee
De reden voor Berenschot om zijn lidmaatschap bij de belangenvereniging achter zich te laten is volgens Theo Camps, bestuursvoorzitter van het consultancybureau, dat de voorwaarden van de ROA steeds minder goed aansluiten op de activiteiten van Berenschot. “Het grootste deel van de ROA-achterban werkt nog steeds met uurtarieven”, vertelt Camps tegenover het FD. “Het is dan ook begrijpelijk dat de voorwaarden van de ROA waaraan adviesbureaus gebonden zijn, gebaseerd zijn op dit verdienmodel. Alleen bij Berenschot werken wij steeds minder op basis van uurtje-factuurtje.”
De verschuiving van uurtje-factuurtje naar meer prestatiegerichte afspraken is een groeiende trend in het wereldwijde en ook Nederlandse advieslandschap. Vanuit de behoefte van bedrijven om zichtbaar resultaat te halen uit het inhuren van externe consultancybureaus en adviseurs stappen steeds meer adviesbedrijven over naar een model waarin hun vergoeding afhankelijk is van vooraf gemaakte afspraken over af te leveren prestaties. Ook onder interim managers en zelfstandige consultants omarmen steeds meer professionals het werken met een zogenaamde resultaatfee.
Doordat Berenschot steeds meer van het traditionele verdienmodel afstapt, werd het voor het adviesbureau steeds lastiger om aan de voorwaarden van de branchevereniging te voldoen en kreeg het lidmaatschap minder toegevoegde waarde. De toenemende mate waarin Berenschot werkt via andere verdienmodellen heeft het bureau doen besluiten om te stoppen met zijn ROA-lidmaatschap. Er hebben vorig jaar nog verschillende gesprekken plaatsgevonden tussen de vereniging en Berenschot over het reeds begin 2016 aangekondigde vertrek, maar het besluit bleef onveranderd.
Michael van der Velden, voorzitter van de ROA en partner bij Utrechts adviesbureau Andersson Elffers Felix, laat weten het besluit van Berenschot te respecteren. Tegenover het FD vertelt hij: “Het komt wel vaker voor dat een adviesbureau uit de ROA stapt. Net zoals er nieuwe kantoren toetreden. Wij schommelen al jaren tussen de 20 en 25 leden.” Volgens Van der Velden is het binnen het ROA-lidmaatschap wel mogelijk om ieder ander verdienmodel dan betaling per uur te hanteren, zolang de onafhankelijkheid van de adviseur gewaarborgd is. “Dat staat expliciet omschreven in onze gedragscode”, voegt hij toe. “Die passage gaan wij zeker niet veranderen. Als bijvoorbeeld de hoogte van de vergoeding sterk afhankelijk is van de geboekte resultaten, moet je je als adviseur gaan afvragen of de onafhankelijkheid in het geding is.”
Camps laat weten dat hij niet bang is dat het vertrek uit de ROA zal leiden tot een verslechtering van het imago van Berenschot. Berenschot heeft namelijk een eigen gedragscode die volgens de bestuursvoorzitter sterk lijkt op die van de ROA. Tegenover vakblad Management & Consulting benadrukt Camps dat het vertrek van Berenschot niet wijst op een tekortkoming vanuit de ROA. Ook vindt hij niet dat de ROA per se zou moeten meebewegen met de ontwikkeling van andere verdienmodellen. “Veel adviesbureaus werken op de traditionele manier, en zolang dat voor het grootste deel van je doelgroep geldt, moet je het ook vooral zo doen. Wie zijn wij dan om te zeggen dat het anders moet”, sluit hij af.