Continu verbeteren blijft te vaak hangen in de ambitiefase
Veruit de meeste organisaties in Nederland erkennen het belang van continu verbeteren, maar velen weten het nauwelijks om te zetten in de dagelijkse praktijk. Dat blijkt uit de Nationale VerbeterBarometer van Bureau Tromp.
Al decennialang is continu verbeteren bezig met een opmars in het Nederlandse bedrijfsleven. De aanpak, die zich richt op het verminderen van verspilling en het bouwen van een verbetercultuur, wordt volgens Bureau Tromp door meer dan negen op de tien organisaties gezien als een belangrijke methodiek om de effectiviteit en efficiency van bedrijfsprocessen te verhogen.
“Uit onze Nationale VerbeterBarometer blijkt dat continu verbeteren bij 75% van de organisaties geldt als een onlosmakelijk onderdeel van de organisatiestrategie. En meer dan 90% van de respondenten ziet continu verbeteren als een belangrijke manier voor het bouwen van meer wendbaarheid en veerkracht”, zegt Boudijn Driesen, managing partner bij Bureau Tromp.
Efficiency stond bij de vorige editie op één als de belangrijkste driver. Dat is in de 2025-editie niet anders. De top vijf wordt gecompleteerd door de redenen klanttevredenheid, kostenbesparing, duurzaamheid en innovatie.
Van strategie naar uitvoering stokt
Maar de opmars van continu verbeteren lijkt dit jaar te vertragen door een kink in de kabel. Dat heeft er vooral mee te maken dat continu verbeteren moeizamer in de praktijk wordt gebracht, met als gevolg dat de impact ervan afneemt. “En dan neemt het animo ook af”, zegt Driesen.
Uit het onderzoek blijkt dat ‘slechts’ zes op de tien organisaties continu verbeteren strategisch hebben verankerd. In één op de vijf organisaties is het hooguit sporadisch onderwerp van gesprek.
“Dat zorgt ervoor dat het onderwerp bij relatief veel organisaties stokt, en niet tot volledig wasdom komt”, legt Driesen uit. “De ambitie om een verbetercultuur te verankeren binnen de organisatie wordt hiermee onvoldoende omgezet in actie. En juist nu – in een tijd van technologische versnelling, maatschappelijke druk en economische onzekerheid – is dat van groot belang.”
Bottlenecks
Waarom gaat het dan bij veel organisaties mis in de executie? De belangrijkste oorzaken zijn volgens Driesen een gebrek aan prioriteit en onvoldoende draagvlak.
“Daarnaast speelt bij bijna de helft van de organisaties dat het kennisniveau rond continu verbeteren achterblijft, en dat organisaties in de huidige markt meer nadruk leggen op efficiëntie dan op klantwaarde of medewerkersbelang.”
Dit gaat ten koste van de tijd die mensen kunnen spenderen aan continu verbeteren en hun bereidheid om zich hier vol voor in te zetten. Gemiddeld genomen scoort die bereidheid deze editie van het onderzoek een 6,2.
“We signaleren een stagnerend draagvlak voor continu verbeteren”, aldus Driesen. “Uit de resultaten blijkt dat continu verbeteren kampt met uitdagingen in vele aspecten die bepalend zijn voor het succes – van commitment in de bestuurskamer tot het vrijmaken van de juiste middelen, de governance die neergezet wordt en de inzet van mensen.”
“Maar liefst 91% van de organisaties in Nederland erkent het belang van continu verbeteren, maar vaak weten ze het nauwelijks om te zetten in de dagelijkse praktijk”, vat hij de pijnlijke hoofdconclusie samen.
Tegen de achtergrond van de vele disruptieve krachten en veranderingen die op het bedrijfsleven afkomen – denk onder meer aan AI en geopolitieke onrust – adviseren de onderzoekers organisaties om gericht aan de slag te gaan met het versterken van hun executiekracht.
“Het momentum om te verbeteren is er, maar organisaties moeten nu de stap zetten van ambitie naar gedrag”, stelt Driesen. “Dat vraagt om leiderschap, eigenaarschap, vaardigheden en een cultuur waarin verbeteren normaal is.”
