AT Osborne helpt decentrale overheden met stroomnetproblemen
AT Osborne heeft in opdracht van het ministerie van Economische Zaken & Klimaat (EZK) een handreiking geschreven over elektriciteitsopslag.
Het is de laatste jaren geregeld in het nieuws: het Nederlandse stroomnetwerk heeft op verschillende plekken zijn maximumcapaciteit bereikt. Daarom wordt ons elektriciteitsnet flink verzwaard. Dat is een hele klus. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de verzwaring tot minimaal 2030 in beslag zal gaan nemen.
Op een definitieve oplossing voor netcongestie moeten we dus nog even wachten. Wel bestaan er al enkele tijdelijke oplossingen, zoals het opzetten van samenwerkingsverbanden om het energiegebruik gecoördineerd uit te smeren, zodat het Nederlandse stroomnet wordt ontlast.
Een andere oplossing is het opslaan van elektriciteit. Als het bijvoorbeeld ’s nachts – wanneer de meeste mensen slapen en dus weinig energie wordt verbruikt – hard waait en windmolens volop draaien, kan de gegenereerde energie worden opgeslagen. De volgende ochtend kan de stroom uit de batterij worden benut, wat het elektriciteitsnet ontlast.
In ons land zijn gemeenten en provincies verantwoordelijk voor het beoordelen van vergunningaanvragen voor elektriciteitsopslag. Het plaatsen van die energieopslagsystemen in het stroomnet luistert echter nauw: wanneer een opslagsysteem op een verkeerde plek in het elektriciteitsnetwerk wordt geplaatst, zorgt dit juist voor extra netcongestie.
Gemeenten en provincies kunnen echter niet goed beoordelen op welke locaties stroomopslag gewenst is en op welke locaties juist niet: daarvoor is informatie nodig van de netbeheerder. Het is dus belangrijk om netbeheerders in de vergunningprocedure te betrekken.
Om gemeenten en provincies te ondersteunen bij het proces van vergunningverlening voor elektriciteitsopslag, liet het ministerie van BZK adviesbureau AT Osborne een handreiking te schrijven. “Het doel van deze handreiking is om gemeenten en provincies te ondersteunen bij het proces van vergunningverlening voor elektriciteitsopslag”, aldus het adviesbureau.
AT Osborne schreef de handreiking samen met een klankbordgroep. Die bestond onder andere uit vertegenwoordigers van provincies (zoals Flevoland en Groningen), gemeenten (zoals Apeldoorn en Terneuzen), het ministerie van EZK en netbeheerders (zoals Stedin en Enexis).
Aan de hand van bijeenkomsten met de klankgroep, een desktopstudie en interviews (onder meer met gemeenten en provincies over hun ervaringen), ontwikkelde AT Osborne de handreiking.
Praktijkvoorbeelden
“De handreiking is eveneens een nuttig hulpmiddel voor de invulling van beleid, aangezien het een toetsingskader biedt voor initiatieven voor elektriciteitsopslagsystemen”, aldus het adviesbureau. “Tot slot inspireert de handreiking door op basis van praktijkvoorbeelden te laten zien wat mogelijk is.”
In de provincie Utrecht is de afstemming met de netbeheerder bijvoorbeeld al geformaliseerd in de omgevingsverordening. Zo moet bij de vergunningaanvraag een verslag worden ingediend van een gesprek met de netbeheerder. Daarin moet gemotiveerd worden dat een nieuwe energieopslag geen problemen oplevert.