Lokale overheden €1 miljard meer kwijt aan klimaat- en energiebeleid
In de aanloop naar 2030 staan Nederlandse lokale overheden voor een grote financiële uitdaging. Volgens onderzoek van de Raad voor het Openbaar Bestuur, uitgevoerd door Andersson Elffers Felix en Improven, zijn lokale overheden €1 miljard meer kwijt aan klimaat- en energiebeleid dan eerder werd geraamd.
Het Klimaatakkoord, ondertekend in juni 2019, heeft de druk op lokale overheden verder opgevoerd. De doelstellingen zijn aangescherpt naar 55% emissiereductie in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050.
Demissionair minister van Klimaat en Energie, Rob Jetten, verzocht in de zomer van 2023 de Raad voor het Openbaar Bestuur om de kosten van dit beleid opnieuw te evalueren.
Uit de evaluatie blijkt dat gemeenten, provincies en waterschappen gezamenlijk ruim €1 miljard extra zullen moeten investeren om de energietransitie-doelstellingen te halen. Alleen al de uitvoeringskosten voor gemeenten zullen stijgen van €775 miljoen in 2025 tot €1.037 miljoen in 2030. Dit is een toename van 39% ten opzichte van eerdere schattingen.
Het onderzoek baseert zich op data die op verschillende wijzen is verkregen. Er zijn bijvoorbeeld wetgevingsdocumenten geanalyseerd en dieptestudies uitgevoerd. Op deze dieptestudies volgde een uitvraag onder lokale overheden. Daarnaast zijn er expertsessies en bijeenkomsten georganiseerd om uiteindelijk tot een brede en representatieve verzameling informatie te komen.
Nieuwe kostenposten
Wat zijn de oorzaken van deze stijging? Het onderzoek wijst op diverse factoren. Ten eerste worden nieuwe taken toegevoegd die in eerdere ramingen niet waren meegenomen. Daarnaast worden bestaande taken als arbeidsintensiever ervaren dan eerder gedacht. Vooral de aanpak van netcongestie vormt een uitdaging.
Dit alles resulteert in een aanzienlijke druk op de financiën van decentrale overheden. Deze uitdaging speelt overal: in alle 342 gemeenten, alle 12 provincies en alle 21 waterschappen. De provincies zien de kosten zelfs met 164% stijgen ten opzichte van eerdere schattingen. De uitgaven van waterschappen nemen tegelijkertijd met 113% toe.
Andersson Elffers Felix en Improven bieden tevens inzicht in de uitdagingen waar decentrale overheden mee te maken hebben bij de uitvoering van deze taken. Het rapport biedt concrete handvatten voor medewerkers van gemeenten, provincies en waterschappen om de dynamiek van bepaalde taken beter te begrijpen en efficiënter te opereren.
Samenwerken
In reactie op de situatie heeft het kabinet afgelopen februari een bedrag van ruim €1 miljard vrijgemaakt. “De klimaattransitie is de grootste uitdaging van deze tijd”, stelde Jetten. “Een uitdaging die we alleen het hoofd kunnen bieden als we er gezamenlijk, als één overheid, de schouders onder zetten. Met deze middelen zorgen we ervoor dat gemeenten en provincies beter zijn toegerust om hun essentiële rol in de transitie te vervullen.”
De nieuwe studie vormt een belangrijke basis voor verder beleid en de uitwerking van de (extra) taken van decentrale overheden.
Investeringskosten
In het onderzoek van Andersson Elffers Felix en Improven zijn alleen de kosten meegenomen die decentrale overheden maken in hun eigen processen. De uitgaven die overheden moeten doen in het fysieke domein, de zogenaamde investeringskosten, zijn niet gekwantificeerd. Wel is duidelijk dat deze kosten “substantieel kunnen zijn” voor zowel gemeenten, provincies als waterschappen.