Ambtenaren in Lelystad tevreden over geheimhoudingspraktijk
De gemeenteraad van Lelystad is tevreden over de eigen geheimhoudingspraktijk, maar scoort op weinig aspecten hiervan voldoende. Slechts drie van de tien eisen uit een rapport van & Van de Laar, dat is gemaakt in opdracht van de Rekenkamer Lelystad, worden gehaald.
Transparantie is van groot belang voor het functioneren van de (lokale) democratie, maar soms botst het streven naar transparantie met de noodzaak tot geheimhouding. Zo ervaren raadsleden volledige openbaarheid soms als belemmering om hun werk goed te kunnen doen.
& Van de Laar onderzocht de invloed van de recente Wet open overheid (Woo) op het lokale bestuur in Lelystad, met als doel de balans tussen openbaarheid en geheimhouding te evalueren en de lokale democratie te versterken.
Het bureau keek daarbij naar het geheimhoudingsbeleid in de gemeente, met aandacht voor de impact op bestuurskwaliteit. Daarnaast richtte het zich op de vraag welke lessen er uit de periode 2018-2022 geleerd kunnen worden voor de toepassing van de huidige vernieuwde regels.
Het rapport signaleert patronen bij geheimhouding, zoals het vaak volledig geheim verklaren van documenten in plaats van gedeelten, zonder adequate kwalitatieve argumentatie. Er worden zorgen geuit over onbepaalde geheimhoudingsduur, het ontbreken van een centraal register en onduidelijkheid in het gebruik van de begrippen ‘vertrouwelijk’ en ‘geheim’, waarbij incidenteel informatie lekt.
Het adviesbureau constateert dat er in de periode 2018-2022 326 keer geheimhouding is opgelegd, met onduidelijkheid over opheffing. Ondanks kritiek blijft het beeld bij ambtenaren, college en raad rooskleurig, terwijl de praktijk weerbarstig is.
Steekproeven tonen dat in een kwart van de dossiers geen wettelijke grond voor geheimhouding wordt vermeld en in meer dan de helft ontbreekt de vereiste belangenafweging. Kritiek richt zich op het ontbreken van een register, gebrek aan motivering en het niet openbaar zijn van het beleid.
Vergelijkbare uitdagingen met geheimhouding zijn geconstateerd bij andere gemeenten, zoals Zevenaar en Ermelo. De conclusie luidt dat het hier niet om onwil gaat, maar om een gebrek aan kennis.
Aanbevelingen omvatten bijvoorbeeld een vierjaarlijkse leercyclus over geheimhouding voor de gemeenteraad en een jaarlijkse workshop voor ambtenaren.
Het college wordt aangeraden om met voorstellen te komen om de geheimhouding te verbeteren, het proces te optimaliseren en een register van geheimgehouden stukken op te stellen. In reactie op de bevindingen, geeft het college aan de kwetsbaarheid te erkennen en mee te zullen werken aan de implementatie van de aanbevelingen.