Digitalisering als route naar verduurzaming in logistiek
In een transportsector die een cruciale rol speelt in het verminderen van de wereldwijde CO2-uitstoot is de noodzaak voor innovatieve en duurzame oplossingen groter dan ooit. Ruud Brink, country leader bij PA Consulting, belicht een krachtige strategie om deze uitdaging aan te gaan: de zogenaamde twin transition.
De internationale scheep- en luchtvaart zijn elk verantwoordelijk voor zo’n twee procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. En hoewel vrachtwagens en bussen minder dan acht procent van de vierwielers op de weg vertegenwoordigen, zijn ze goed voor meer dan 35 procent van de directe CO2-uitstoot van al het wegtransport. Bovendien zijn deze vervoerswijzen allen zeer energie-intensief.
Als onderdeel van bredere plannen om de klimaatimpact van logistieke bedrijven te verminderen, lonkt de ‘twin transition’: een op elkaar afgestemde versnelling van digitalisering en verduurzaming.
De twin transition is een combinatie van verduurzaming van IT en verduurzaming door IT. De eerste component vermindert het energieverbruik van datacenters, infrastructuur en digitale apparaten. De tweede component gebruikt data om efficiëntieslagen te maken in de bedrijfsvoering en zo emissies te verminderen. Er zijn tal van routes om de twin transition aan te vliegen. Maar waar te beginnen?
Twin transition in de praktijk
Werken aan duurzaamheid in de logistiek kan aanvoelen alsof je een olietanker probeert bij te sturen, of een vliegtuig in de lucht probeert te repareren. Maar praktijkvoorbeelden laten al zien dat je met de twin transition groot succes kan boeken.
Zo heeft de luchtvaart de afgelopen twintig jaar een indrukwekkende emissiereductie van 6,5 miljard ton CO2 bereikt, wat gelijkstaat aan 3,5 miljard mensen die van Amsterdam naar New York vliegen. Dit succes is te danken aan drie factoren.
Ten eerste zijn er hardwareverbeteringen gerealiseerd door middel van digitale technologie in vliegtuigen en motoren, zoals het power by the hour-model van Rolls Royce waarbij motoren realtime worden geoptimaliseerd. Ten tweede zijn vliegroutes geoptimaliseerd via AI en data-intelligentie, wat heeft geleid tot minder brandstofverbruik en dus minder CO2-uitstoot.
“De kunst is om de twin transition op dusdanig gestructureerde wijze te doorlopen dat positieve impact gegarandeerd is.”
En tot slot is er winst behaald door efficiëntieverbeteringen op de grond, waar ongeveer een derde van de brandstof wordt gebruikt bij opstijgen, landen en taxiën. Door betere data-uitwisseling, communicatie en samenwerking tussen verschillende teams op vliegvelden zijn efficiëntieslagen gemaakt, met een nettoverlaging van CO2-uitstoot als eindresultaat.
Monitoren temperatuur lading
Ook in de zeevaart boekt de twin transition winst. Zo kunnen bijvoorbeeld de chemische niveaus en de temperatuur van ladingen steeds beter worden gemonitord om bederf en verspilling te voorkomen. Dat geldt niet alleen voor voedsel: de WHO schat bijvoorbeeld dat elk jaar tot 50 procent van alle vaccins wordt verspild door een gebrek aan temperatuurcontrole bij de eindopslag.
Technologie zoals Star Connect, een monitoringsysteem dat wordt gebruikt op schepen van APM Terminals, biedt bovendien realtime zichtbaarheid in de efficiëntie van motoren en routes, wat helpt om de CO2-uitstoot te verminderen en de transportsnelheid te verbeteren.
Transport rijp voor twin transition
Tot slot het wegtransport. Waar wagenparken al sterk elektrificeren – zoals in last-mile delivery – zijn elektrische vrachtwagens nog lang geen gemeengoed. Toch is ook de transportbranche rijp voor de twin transition. Deze is deels afhankelijk van de uitbreiding van de laadinfrastructuur, maar wordt ook gefaciliteerd door slimme laadoplossingen die wagenparkbeheerders helpen om hun vloot efficiënter te maken in energieverbruik en actieradius.
Voor iedere transportmodaliteit zijn dit soort voorbeelden te vinden. De kunst is alleen om de twin transition op dusdanig gestructureerde wijze te doorlopen dat positieve impact gegarandeerd is.
Roadmap voor twin transition in drie fasen
Een roadmap voor de twin transition bestaat uit drie fasen. In fase één en twee stellen organisaties hun ambitie en prioriteiten vast. Data-analyse is daarin cruciaal – wat je niet kunt meten, kun je niet veranderen. In fase drie bereiden organisaties zich voor op de implementatie door taken toe te wijzen en de haalbaarheid te valideren.
“De sleutel tot échte vooruitgang ligt in een betere samenwerking tussen verschillende organisaties en modaliteiten.”
In fase één moet een organisatie de CO2-voetafdruk aanvliegen als ieder ander criterium in een projectevaluatie en -prioritering. Milieucriteria moeten daarom ook worden opgenomen in de operationele uitgaven. Dat kun je ‘groene OPEX’ noemen, om de samenhang tussen groenere en efficiëntere activiteiten te benadrukken. Tot de prioriteiten van de transportsector behoren in ieder geval brandstof- en energieverbruik in voertuigen en het energieverbruik in (lucht)havens, depots en magazijnen.
Fase twee draait om het uitwerken van de roadmap. Maak hierbij gebruik van externe use cases én interne brainstorming om nieuwe prioriteiten te ontdekken. Nadat je de kansen hebt geïdentificeerd, kun je projecten prioriteren op basis van de impact op het huidige digitale portfolio. Belangrijk is dus dat je je richt op de grootste kansen met maximale impact – een benadering die Maersk bijvoorbeeld succesvol heeft ingezet om het brandstofverbruik op hun schepen te optimaliseren en tegelijkertijd de uitstoot te verlagen.
De twin transition en systeemverandering
De sleutel tot échte vooruitgang ligt in een betere samenwerking tussen verschillende organisaties en modaliteiten. Het gaat niet alleen om het doorbreken van silo’s binnen organisaties, maar ook tussen verschillende vormen van transport. Dit betekent dat luchthavens, luchtvaartmaatschappijen, spoorwegen en wegvervoerders er allen voor open moeten staan hun data te delen om samen verder te digitaliseren, efficiënter te worden en zo te verduurzamen.
Die samenwerking begint bij de knooppunten – havengebieden, vliegvelden, treinstations – maar moet vervolgens uitbreiden in de gehele transportketen, zodat we samen een ecosysteem opbouwen met één gezamenlijk doel: een verbonden, gezonde planeet.