Friesland niet op koers om klimaatdoelen van 2030 te realiseren
Friesland ligt niet op koers om de klimaatdoelen van 2030 te realiseren. Dat blijkt uit onderzoek van Berenschot.
Volgens de Parijse klimaatdoelstellingen moet Nederland in 2050 zijn CO2-emissie met 100% hebben teruggedrongen ten opzichte van het basisjaar 1990. 2030 geldt hierbij als tussentijds toetsjaar: dan moet ons land 55% minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990.
Zoals het er nu naar uitziet, lijkt Nederland niet te gaan slagen voor dat tussentijdse examen. In een onderzoeksrapport van Berenschot is namelijk te lezen dat ons land met het huidige beleid in 2030 uitkomt op een reductie van 51,5%. De provincie Friesland komt met 50,5% nog iets lager uit, schrijft het adviesbureau.
Binnen Friesland zelf lijken de verschillen aardig op te lopen. Zo heeft de gemeente Vlieland volgens de prognose van Berenschot in 2030 een reductie van 84% gerealiseerd, terwijl de gemeenten Fryske Marren en Weststellingwerf allebei niet boven de 40% uitkomen.
Lees ook: 7 op 10 gemeenten lopen achter op CO2-reductiedoel van 2030.
Joachim Schellekens van Berenschot heeft een verklaring voor deze grote verschillen. “Op de eilandgemeente Vlieland wordt met grote ambitie gewerkt aan de duurzame opwek van energie. Koppel je dat aan het feit dat de gemeente in verhouding vrij klein is, dan kun je grote stappen maken.”
Landbouw als vertragende factor
Dat Fryske Marren en Weststellingwerf naar verwachting een stukken lagere reductie zullen realiseren, heeft vooral te maken met het soort bedrijvigheid in deze twee gemeenten, vertelt Schellekens. “Het grootste gedeelte van de uitstoot in die gemeenten komt van de landbouw.”
Volgens Schellekens wordt binnen de Nederlandse landbouwsector de minste reductie gerealiseerd (34,6%) van alle branches. Zo komt de industrie uit op 58,6%, mobiliteit op 35%, elektriciteit op 65,9% en de bebouwde omgeving op 44,4%.
Het achterblijven van de landbouwsector komt vooral door de stikstofcrisis. Meerdere provincies weigeren het stikstofbeleid van het kabinet uit te voeren. En dat heeft uiteraard veel invloed op de reductieprestaties van gemeenten met veel landbouwactiviteiten.
Status quo
Berenschot stelde eveneens vast hoeveel CO2-reductie Friesland en haar gemeenten reeds hebben gerealiseerd. Daaruit blijkt dat de provincie in 2021 een reductie van 28,5% had bewerkstelligd (ten opzichte van 1990). “Dat is 4% hoger dan het landelijke gemiddelde”, geeft Schellekens aan.
De gemeente Súdwest-Fryslân – onder andere bekend van het Heegermeer en het Sneekermeer – had in 2021 reeds een reductie van maar liefst 65% gerealiseerd. De Friese gemeente ligt dus ver voor op schema. Volgens Berenschot is het waarschijnlijk dat Súdwest-Fryslân de vervolgdoelen van 2034 (70%) en 2040 (80%) gaat halen.
De reductieprestaties van de overige gemeenten in Friesland lagen in 2021 beduidend lager. De Fryske Marren, Weststellingwerf, Smallingerland, Harlingen en Waadhoeke komen bijvoorbeeld niet boven een uitstootvermindering van 20%.