Fakton begeleidt selectieprocedure voor herontwikkeling Spoorzone Zwolle
De Spoorzone in Zwolle gaat flink op de schop. Het gebied – ingeklemd tussen de historische binnenstad en de IJssel – is nu voor velen nog onbekend, maar moet uitgroeien tot een stedelijke hotspot waar wonen, innovatie, cultuur en kennis samenkomen. Fakton begeleidt namens NS de selectieprocedure voor de herontwikkeling.
Het Overijsselse Zwolle is onder de meeste Nederlanders vooral bekend als Hanzestad. De lange historie van de stad is onder meer nog terug te zien in het door de Stadsgracht omringde oude centrum, inclusief de karakteristieke stervorm van een middeleeuwse vestingstad.
Minder tot de verbeelding spreekt het gebied rond het centraal station van Zwolle. Daar willen de gemeente en NS Vastgoed verandering in brengen, met de herontwikkeling van deelgebieden District Z (West), Werkplaatsen en Lurelui (Noord), allen gelegen in de zogeheten Spoorzone.
Het gebied biedt ontwikkelruimte voor 725 tot 850 woningen, zo’n 40.000 m2 bruto vloeroppervlak (BVO) ruimte voor werken en zo’n 30.000 m2 BVO ruimte voor voorzieningen, waaronder voor onderwijs.
Het innovatieve hart
Gemeente Zwolle en NS Vastgoed werken samen aan de opgave. Het is de bedoeling dat het bestemmingsplan in 2024 wordt afgerond. Aan ambities ontbreekt het in ieder geval niet.
“De spoorzone in Zwolle wordt een van de groenste stedelijke stationsgebieden in Nederland”, stelt Chantal Snelling-Berg, senior ontwikkelmanager bij NS Stations. “Wij willen hiervan een inspirerend en hoogwaardig gebied maken dat het innovatieve hart wordt van de regio.”
Ze geeft aan dat het “rauwe karakter” van District Z en Werkplaatsen zich “uitstekend leent voor nieuwe functies zoals creatieve makers, culturele ondernemers en onderwijs”.
Jasper van Emstede, tevens senior ontwikkelmanager bij NS Stations, voegt toe dat de Spoorzone zo moet uitgroeien tot een levendig gebied. “Niet alleen voor Zwollenaren, maar ook voor reizigers uit heel Nederland. Deze ontwikkeling heeft een belangrijk aandeel in onze ambities op het gebied van mobiliteit, leefbaarheid en duurzaamheid.”
“Hiermee pakken stad en regio de kans om een innovatiedistrict van betekenis te realiseren.”
Ook worden met het ontwikkelen van de locaties de Spoorzone en de historische binnenstad verbonden “tot het nieuwe stadshart van Zwolle én centrumlocatie van de regio”, zo geeft Marjolijn Helmich aan, senior projectmanager bij gemeente Zwolle.
“Hiermee pakken stad en regio de kans om een innovatiedistrict van betekenis te realiseren, waarin economie, onderwijs en cultuur de krachten bundelen en de unieke innovatieve en creatieve kracht van Regio Zwolle zichtbaar wordt”, aldus Helmich. “Met een bijzondere mix van woningen voor verschillende doelgroepen en nieuwe woonconcepten geeft deze locatie klimaatbestendige verstedelijking een nieuw gezicht.”
De potentie waarmaken
Voor het zover is, moet er nog wel een partij worden gevonden die al deze mooie woorden weet om te zetten in realiteit. Bij het selecteren van de beste kandidaat wordt Zwolle geholpen door Fakton Consultancy, de adviestak van de specialist in ruimtelijke ontwikkeling.
Fakton heeft namens NS Stations het mandaat gekregen voor de begeleiding van de selectie van een marktpartij of een combinatie van marktpartijen die de ontwikkeling en exploitatie van de beoogde nieuwe stedelijke hotspot op zich neemt.
De aanmelding voor de selectieprocedure werd begin november geopend. Onder begeleiding van Fakton selecteren NS Vastgoed (onderdeel van NS Stations) en de gemeente Zwolle een markpartij of een combinatie van marktpartijen. De selectiecriteria zijn kwaliteit, bieding en uitvoeringskracht.
“Het is goed dat deze veelbelovende stationslocatie beschikbaar komt voor een nieuwe toekomst”, aldus Aeisso Boelman, partner bij Fakton. “De locatie heeft alles in zich om de potentie waar te maken. Wij beseffen daarbij goed dat naast een aantrekkelijke locatie, ook de selectieprocedure aantrekkelijk moet zijn. Daarom organiseren wij een zo ‘lean-and-mean’ mogelijk proces, met veel oog voor de belangen van marktpartijen.”
