SiRM evalueert Hoofdlijnenakkoorden in de gezondheidszorg
Experts van SiRM hebben in opdracht van het ministerie van VWS een evaluatie uitgevoerd van de Hoofdlijnenakkoorden (HLA’s) in de zorg. Belangrijkste conclusie: de meeste ondertekenaars vinden een HLA een goed bestuurlijk middel om veranderingen in de zorg te bewerkstelligen. Wel kan het instrument effectiever worden ingezet.
De minister van VWS sluit sinds 2012 Hoofdlijnenakkoorden met partijen binnen verschillende segmenten van de zorg, waaronder de medisch-specialistische zorg, ggz, huisartsenzorg en wijkverpleging. In de HLA’s zijn afspraken opgenomen om de kwaliteit en doelmatigheid te bevorderen en de toegankelijkheid en betaalbaarheid te borgen.
Om lessen te trekken uit de ervaringen van betrokkenen met de huidige HLA’s voor eventuele volgende HLA’s, vroeg het ministerie van VWS aan SiRM om het instrument onder de loep te nemen.
Het project kende vier fasen, waarbij de ondertekenaars van de HLA’s in elke fase nauw betrokken waren. In de eerste fase is met iedere ondertekenaar een interview gevoerd om de evaluatievragen op te stellen. Deze vragen zijn in de tweede fase beantwoord door met hen verdiepende interviews te houden. Vervolgens zijn verschillende onderwerpen in discussiesessies uitgediept.
De resultaten van de interviews en de discussiesessies zijn opgenomen in een conceptrapport met een aantal aanbevelingen om HLA’s effectiever in te zetten. Hierop kon elke ondertekenaar reageren in de derde fase. In de vierde fase zijn op basis van de reacties de aanbevelingen waar de meeste vragen bij waren nader aangescherpt.
Aanbevelingen
Het resultaat is een “gedragen rapport” met vier concrete aanbevelingen voor een eventuele nieuwe ronde HLA’s:
1: Neem maatschappelijke opgaven als uitgangspunt. Een afgebakende maatschappelijke opgave leidt volgens SiRM tot meer gelijkheid in ambities en focus. Daarbij adviseert het bureau om “sectoroverstijgende akkoorden te sluiten als de inspanning van meerdere sectoren nodig is om de maatschappelijke opgave aan te pakken”.
2: Neem als VWS een sterkere regierol in. “Als stelselverantwoordelijke is VWS het beste in staat om regie te voeren”, constateren de onderzoekers. De invulling van de regierol verschilt per fase in de HLA-cyclus. Partijen vragen vooral om een sterke regierol van VWS bij de totstandkoming van het HLA: “Partijen moeten VWS de regierol gunnen, wil VWS effectief kunnen opereren.”
3: Maak doelstellingen concreet. Concrete doelstellingen zorgen voor een eenduidige interpretatie en vereenvoudigen de uitvoering, zo stelt SiRM: “Concretisering kan door de vragen wat, wie, wanneer en hoe steeds systematisch te beantwoorden voor iedere overeengekomen maatregel of actie.”
4: Leg vooraf vast welke partijen deelnemen en beslissen. Dit voorkomt volgens de onderzoekers onduidelijkheden in de uitvoering. De meeste partijen adviseren om binnen een HLA alleen degenen met een grote veranderopgave direct te betrekken om sneller voortgang te boeken. “Daarnaast kan betrokkenheid van burgers en patiënten helpen om partijen scherp te houden. Andere partijen kunnen op diverse manieren betrokken worden bij de totstandkoming en uitvoering van een HLA.”
Zorg beter en betaalbaar
Het evaluatierapport is op 20 december naar de Tweede Kamer gestuurd. Het team van SiRM bestond uit Jan-Peter Heida (partner), Geraline Boonzaaijer (senior consultant) en Michiel Slag (consultant).
“Met de verbeterpunten zijn partijen in staat om een betere afweging te maken welke onderwerpen op welke manier in een HLA kunnen landen, hoe HLA’s met elkaar samenhangen, welke rol VWS op zich kan nemen en hoe de governance ingericht kan worden”, geeft Heida aan. “Dit helpt om betere afspraken met elkaar te maken, met als doel om de zorg voor patiënten en cliënten te verbeteren en de zorg betaalbaar te houden.”