Hoofdlijnenakkoorden Nederlandse zorg dragen bij aan kostenbeheersing

07 juni 2017 Consultancy.nl

De Hoofdlijnenakkoorden die in 2011 door de Minister van Volksgezondheid zijn afgesloten met de Nederlandse zorgsector zijn van toegevoegde waarde. Dat blijkt uit een recent onderzoek onder zorgaanbieders in de medische en geestelijke gezondheidszorg. Hoewel de akkoorden bijdragen aan de beheersing van de uitgaven, concluderen de onderzoekers dat er nog meer aandacht moet gaan naar de zorginhoudelijke afspraken.

Om de kosten van de zorg in Nederland te beperken heeft Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2011 meerdere Hoofdlijnenakkoorden afgesloten met zowel de medisch specialistische zorg (MSZ) als de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Nederland. Doel van de vrijwillige akkoorden met zorgaanbieders* en zorgverzekeraars was niet alleen om de kosten te beteugelen, maar ook om dit te doen zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg. De groei van het zorgvolume moest beperkt worden, zowel in de curatieve als langdurige zorg. Naar verwachting zal de overheid in 2017 bijna €69 miljard uitgeven aan zorg – bijna 33% van de totale uitgaven van de Rijksoverheid. 

Eerste verkenning

Eind 2017 lopen de Hoofdlijnenakkoorden (hla’s) af. Om de effecten van de hla’s in kaart te brengen heeft het ministerie van VWS adviesbureau SiRM, het Talma Instituut en de Celsus Academie de opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren. Voor het onderzoek zijn negen bestuurders van aanbieders in de MSZ en GGZ geïnterviewd. De onderzoekers benadrukken dat het doel van het onderzoek een eerste verkenning van de resultaten van de hla’s is, en niet om te achterhalen welke afspraken wel en welke afspraken niet zijn nagekomen.

Hoofdlijnenakkoorden dragen bij aan beheersing van zorguitgaven

Uit het onderzoek blijkt dat de hla’s de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan de beheersing van de zorguitgaven. De meerderheid van de bestuurders in het onderzoek, in zowel de MSZ als GGZ, geeft aan dat de beoogde beheersing van de zorgkosten profiteert van de hla’s. Maar niet alleen de plafondafspraken die onderdeel uitmaken van de hla’s dragen hier aan bij, ook de laagconjunctuur zorgt voor kostendemping.

De bestuurders in het onderzoek geven daarnaast aan dat de hla’s hen hebben geholpen om in hun organisaties een ‘sense of urgency’ te creëren. De externe druk van de akkoorden is volgens de bestuurders nodig om intern doelmatigheid te kunnen bewerkstelligen. Een van de bestuurders vertelt: “Het hoofdlijnenakkoord heeft het zorgveld laten inzien dat de bomen niet tot de hemel reiken.” Volgens de bestuurders helpt het akkoord partijen met het pakken van hun verantwoordelijkheid. “Het hoofdlijnenakkoord geeft extra steun om binnen de eigen organisatie medewerkers te overtuigen om stappen ter verbetering van de doelmatigheid te nemen”, aldus een van de geïnterviewde zorgbestuurders.

Zorginhoudelijk

Volgens de zorgbestuurders is er echter meer aandacht nodig voor de zorginhoudelijke afspraken in de hla’s*. Nu gaat het volgens hen nog te veel over de kosten en te weinig over de inhoud van de zorg. Bijvoorbeeld op het gebied van substitutie blijken de afspraken lastig te realiseren. Bij substitutie worden taken van de tweedelijns zorg (ziekenhuizen en medisch specialisten) overgeheveld naar de eerste lijn (huisarts). Het blijkt niet altijd mogelijk om ook de bijbehorende budgetten over te hevelen naar de huisarts of een ander ziekenhuis.

Volgens de bestuurders ligt een deel van het probleem bij de zorgverzekeraars. In de gesprekken die zij voeren met verzekeraars, zijn volgens hen vooral de financiële afspraken leidend. De verzekeraars sturen er daarbij op aan dat de financiële risico’s vooral door de zorgaanbieders worden gedragen, stellen de bestuurders. Bijvoorbeeld op het gebied van doorleverplicht – wanneer het zorgplafond bereikt is zijn ziekenhuizen verplicht om zorg te blijven leveren, zonder dat deze door verzekeraars vergoed worden.

Aanbevelingen

In de interviews hebben de onderzoekers de suggesties van bestuurders voor verbetering van de effecten in kaart gebracht. Een van de verbeterpunten waarmee in nieuwe akkoorden rekening moet worden gehouden is de meetbaarheid van de doelen. Als er meetbare doelen worden afgesproken voor zaken als substitutie en zinnige zorg dan kunnen zorgaanbieder en verzekeraars die voortgang van de doelen beter monitoren. Ook moet er duidelijker worden vastgelegd wie de financiële risico’s moet dragen.

SiRM - Celsus - Talma Institute

Bovendien kan volgens de bestuurders de overheid haar regierol verder verbeteren. Aangezien de overheid in de hla’s de systeemverantwoordelijkheid op zich heeft genomen, beargumenteren de zorgaanbieders dat de overheid verantwoordelijk is voor de invulling van de regierol en voor de helderheid van de regelgeving. Volgens hen moet de overheid tegenstrijdigheden en versnippering in de regelgeving wegnemen, zodat de stabiliteit van het regellandschap verbetert.

Staatssecretaris Martin van Rijn heeft onlangs een reactie gegeven op verschillenden onderzoeken die omtrent de zorgakkoorden zijn uitgevoerd. Hij vertelt dat een nieuw kabinet vol zal inzetten op zorgpreventie en op mogelijkheden om patiënten tegen lagere kosten te behandelen. Wat betreft de substitutie stelt Van Rijn dat deze beweging in de regio tot stand moet komen. De Rijksoverheid kan hiervoor wel financiële ruimte creëren door het overhevelen van budget naar huisartsen.

* Voor 2018 zijn reeds nieuwe hla’s gesloten tussen de Nederlandse overheid en de zorgsector. 

More on: SiRM
Netherlands
Company profile
SiRM is a Netherlands partner of Consultancy.org