De zzp’er op de arbeidsmarkt: Tijd om knopen door te hakken

18 mei 2021 Consultancy.nl 3 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Over de positie van de zzp’er op de arbeidsmarkt wordt door de Nederlandse politiek al jaren gediscussieerd. De hamvraag: hoe kan de wet- en regelgeving rondom werk worden klaargemaakt voor de nieuwe realiteit in de arbeidsmarkt?

De maatschappij verandert snel, en zo ook de arbeidsmarkt. De tijd dat iedereen in loondienst werkte en zelfstandigheid een uitzondering vormde ligt al jaren achter ons. Enkele cijfers: vandaag de dag telt ons land 1,7 miljoen mensen met een flexibel arbeidscontract en zijn er ruim 1,2 miljoen zzp’ers.

Deze radicale verschuiving van vast naar flexibel werk – ook wel bekend als de ‘gig economy’ – is al jaren gaande. Hoewel dit enerzijds allerlei voordelen oplevert voor het flexibiliseren van de arbeidsmarkt, zorgt het anderzijds voor tal van uitdagingen. Vooral rondom de thema’s baanzekerheid, gelijke behandeling op de arbeidsmarkt en betaalbaarheid van het sociale vangnet voor werklozen.

Trend in het aantal vaste, flexcontracten en zelfstandigen

Een andere grote uitdaging is schijnzelfstandigheid. In Nederland is het voor werkgevers belastingtechnisch goedkoper om een zzp’er in te huren dan iemand in loondienst te nemen. Werkgevers hoeven dan namelijk geen sociale premies af te dragen (of een verplicht pensioen). En de zelfstandigen kunnen op hun beurt profiteren van fiscale voorzieningen zoals de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling.

Deze prikkels zorgen ervoor dat er in sommigen sectoren sprake is van schijnzelfstandigheid – een groep professionals die als zzp’er werken bij een opdrachtgever, terwijl er feitelijk sprake is van een werkgever-werknemer-relatie (een soort verkapte loondienst dus). Via hervormingen van het arbeidsmarktbeleid moeten deze en andere knelpunten de komende jaren worden opgelost. De politiek is zich daar al jaren van bewust – denk aan de invoering van de Wet DBA – maar er tot op heden niet in geslaagd.

 Totaal aantal zzp'ers in Nederland verdeeld naar opleidingsniveau

Volgens Hans Biesheuvel, voorzitter van ondernemersorganisatie ONL, is de nood aan de man en is er nu actie nodig: “Er is de afgelopen jaren genoeg gepraat. Het wordt tijd om met elkaar – de politiek en het bedrijfsleven – knopen door te hakken”, zei hij recent in een podcast.

Kijk om ons heen

In dat kader luidt het advies om vooral ook te leren van het buitenland. Want Nederland staat bij lange na niet alleen in deze ingewikkelde kwestie – in veel landen wordt volop gediscussieerd over hoe om te gaan met zelfstandigheid, sociale zekerheid en regels omtrent flexibel werken. Zo laat een analyse van ZiPconomy in opdracht van HeadFirst Group zien dat landen om ons heen scherpe keuzes maken.

“Zaak is om hiervan te leren”, zegt Hugo-Jan Ruts, onderzoeker van ZiPconomy. Zo hebben ze in België aanvullende criteria bedacht om schijnzelfstandigheid tegen te gaan in sectoren waar de kans hierop het grootst is (sectoren als de bouw, vervoer, schoonmaak en landbouw). Deze vorm van maatwerk heeft bewezen schijnzelfstandigheid effectief te bestrijden.

In Scandinavische landen zijn ze verder met het expliciet maken van de criteria die gebruikt worden bij het bepalen van een arbeidsrelatie. Hoewel ze daar nog een weg in hebben te gaan, is ook dit een stap die volgens Ruts in Nederland gezet zou moeten worden.

Als het ligt aan Han Kolff, CEO van HeadFirst Group, gaat de verantwoordelijke minister in een nieuw kabinet gelijk aan de slag met de positie van de zzp’er op de arbeidsmarkt. “Er ligt een opgave voor het nieuwe kabinet. Stapsgewijs moeten we toewerken naar toekomstgerichte oplossingen.”