Opschalen van innovaties schiet tekort binnen corporates
Organisaties moeten meer aandacht besteden aan het opschalen van de innovaties die ze ontwikkelen. Dat staat in een nieuw rapport van Capgemini.
De coronacrisis fungeert dan wel als innovatiekatalysator voor veel bedrijven – circa 70% van de leidinggevenden die voor het onderzoek van Capgemini zijn geïnterviewd zegt dat bestaande transformatie-initiatieven zijn versneld – maar toch staat het vermogen om innovaties op te schalen nog altijd in de kinderschoenen: veel bedrijven slagen er vandaag de dag nog steeds niet volledig in de vruchten te plukken van hun innovatie-initiatieven.
“Bedrijven die innovatie opschalen en adopteren creëren sneller de gewenste zakelijke impact, behalen betere prestaties en een duurzaam concurrentievoordeel”, zegt Han Gerrits, Vice President bij Capgemini Invent en verbonden aan het onderzoek, dat is gebaseerd op inzichten van meerdere academici en tal van senior executives van internationale organisaties met een gecombineerde omzet van meer dan $1,7 biljoen.
Maar dat opschalen gaat dus stroef. Waarom? Volgens de onderzoekers moeten leiders beter beseffen dat het ontwikkelen en het opschalen van innovaties niet hetzelfde is. “Het gaat om twee verschillende functies die vaak verschillende vaardigheden en een andere mentaliteit vereisen”, stelt Gerrits. “Er zijn echter maar weinig bedrijven die onderscheid maken tussen het genereren van innovatie en het opschalen van innovatie.”
Ook is het van belang om schaalvergroting van innovaties in een vroeg stadium mee te nemen. “Een innovatiestrategie helpt om vooraf te bepalen welke innovaties waardevol zijn voor de organisatie en welke niet en dus welke al dan niet moeten worden geschaald”, aldus Gerrits. “Hoewel schaalvergroting pas later in een innovatietraject plaatsvindt, is het vaak een geval van te weinig en te laat.”
In het rapport komt naar voren dat bij het ontwikkelen van innovaties vaak wordt gelet op de hoge impact ervan, zoals het beantwoorden aan onvervulde of onuitgesproken klanten- of consumentenbehoeftes. Bedrijven richten zich veel minder op aspecten die misschien wel relevanter zijn, zoals de levensvatbaarheid en haalbaarheid van innovaties. Als hier tijdens de ontwikkelfase al meer rekening mee wordt gehouden, komt dit volgens Capgemini de schaalbaarheid van innovaties ten goede.
Gebruikmaken van de coronacrisis
De experts laten in hun studie verder zien dat de coronapandemie het innovatieproces in tal van sectoren heeft versneld: “De crisis heeft bedrijven gedwongen om met een frisse blik te kijken naar hoe ze innovatie benaderen”, zegt Gerrits.
Zo hebben organisaties bijvoorbeeld belangrijke stappen gezet om de bureaucratie aan te pakken, processen te stroomlijnen, het personeelsbestand te herstructureren en leiderschap in de frontlinie te versterken. “Als gevolg hiervan zijn sommige bedrijven in staat geweest om het opschalen van innovaties in kortere tijd uit te voeren.”
Maar de onderzoekers waarschuwen bedrijven tegelijkertijd ook: “Organisaties moeten er juist nu voor zorgen dat deze nieuwe, versnelde aanpak geen vaart verliest. Door een gevoel van urgentie te behouden, kunnen organisaties de lessen van de pandemie voor de lange termijn toepassen. Bedrijven moeten nu doorpakken om te begrijpen hoe ze bepaalde governance-uitdagingen kunnen overwinnen die schaalvergroting in de weg staan, zoals het samenbrengen van talent om problemen op te lossen.”
Niet alles is schaalbaar
Een aspect dat samenhangt met succesvol innoveren is een cultuur die dit bevordert. In het rapport worden meerdere belangrijke eigenschappen van een innovatiecultuur genoemd die schaalvergroting ondersteunen, zoals het aanmoedigen van een ‘leercultuur’ die mislukkingen en de bereidheid om initiatieven te stoppen accepteert.
Tot slot geldt: “Niet elk idee kan op lange termijn worden geschaald. Het is van cruciaal belang dat bedrijven inzicht hebben in de vraag wanneer een mislukking acceptabel is in verschillende fasen van het innovatietraject”, benadrukken de auteurs.