AT Osborne: ‘Deltaplan nodig om scholen coronaproof te krijgen’
Zo’n 8.000 scholen in het basis- en voortgezet onderwijs moeten binnen korte tijd coronaproof worden gemaakt. Een zeer omvangrijke klus, die niet alleen technisch ingewikkeld is, maar ook financieel en organisatorisch. Consultant Jeroen de Jongh van adviesbureau AT Osborne verkende in de afgelopen weken de opgave en komt tot de conclusie dat een Deltaplan nodig is voor het laten slagen van de transformatie.
Een schone omgevingslucht is essentieel voor scholen, omdat besmettingen met het coronavirus grotendeels verlopen via aerosolen, stof- en vochtdeeltjes. Schoolbesturen hebben daarom van Minister Arie Slob tot 1 oktober de tijd gekregen om te onderzoeken of hun ventilatie voldoet aan de nieuwe richtlijnen. Een belangrijke richtlijn is het Bouwbesluit, dat door de overheid is bepaald als de minimale eis.
Maar volgens De Jongh is dit een te eenvoudige voorstelling van zaken. Hij legt uit: “De ventilatie per scholen verschilt enorm door de verschillende wettelijke eisen die van toepassing waren op het moment van de bouw. Zo geldt in het Bouwbesluit van 2012 voor nieuwe gebouwen een eis van circa 30 m3/h per leerling, terwijl voor bestaande bouw 12 m3/h per leerling is geëist. Dat creëert grote verschillen in de luchtkwaliteit die leerlingen in verschillende scholen ervaren.”
Daarnaast is het zeer twijfelachtig of oude scholen voldoen aan de wettelijke eisen voor bestaande bouw. Een analyse van AT Osborne naar de leeftijd van gebouwen in het basis- en voortgezet onderwijs laat zien dat circa de helft stamt van voor de jaren 80.
Een andere richtlijn is het Frisse Scholen Programma dat als doel heeft om de energieprestaties van schoolgebouwen te verbeteren, leerprestaties te bevorderen en het ziekteverzuim terug te dringen. Het Frisse Scholen Programma stelt weer hogere eisen dan het Bouwbesluit, maar deze zijn niet wettelijk.
Deze benchmark biedt extra handvatten door het meten van ventilatie in klassen op basis van CO2-concentraties. Met als gevolg dat de vraag niet langer is of een school aan het Bouwbesluit voldoet, “maar wat de kwaliteit is van de lucht”, zegt De Jongh, die jarenlang in de installatiebranche werkte voordat hij in dienst trad bij AT Osborne als manager voor het duurzaam ontwikkelen van huisvesting en vastgoed.
Aandachtspunten
De transitie naar schone lucht brengt veel complexe uitdagingen met zich mee, stelt de expert. Hij wijst bijvoorbeeld naar het ontbreken van technische kennis omtrent ventilatie. “Zo vormen klimaatinstallaties die ruimtelucht (deels) circuleren mogelijk een risico in het kader van corona. Het goede systeem aanschaffen en het op tijd onderhouden en schoonmaken van de installaties en ruimtes is essentieel.”
Een andere zorg is de financiering. Onderwijshuisvesting valt voor een groot gedeelte onder de 355 gemeenten die ons land telt. En met krapte op de gemeentelijk begrotingen zal investeren in schoolgebouwen niet de hoogste prioriteit hebben: “Gemeenten hebben al weinig geld over en vaak worden grootschalige renovaties daarom uitgesteld. Dat leidt tot achterstallig onderhoud”, zegt De Jongh.
De Rijksoverheid speelt vanzelfsprekend ook een rol bij de financiering. De Jongh noemt het positief dat er “diverse potjes zijn vrijgemaakt, zoals een speciaal coronapotje voor scholenbouw, en een verhoogd budget voor nieuwbouw van scholen” maar geeft tegelijkertijd aan dat het bij lange na niet voldoende is om aan de opgave tegemoet te komen.
Huisvestingsplan
Het Ministerie van Onderwijs vraagt de scholen nu om een integraal huisvestingsplan te maken. De AT Osborne-expert hoopt dat hierin ook andere doelen meegenomen worden, zoals de doelstellingen van het klimaatakkoord en de klimaatveranderingen. “Het zou mooi zijn als je niet alleen kijkt naar ventilatie van een ruimte maar ook koeling, want hogere temperaturen leiden tot verminderde leerprestaties. Zeker nu je toch investeert in een systeem. Als je ook energiereductie meeneemt in de plannen, zijn de scholen klaar voor de toekomst.”
Om de megaoperatie in goede banen te leiden heeft het ministerie van Onderwijs een Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen in het leven geroepen. De Jongh stelt dat de beleidsbepalers nog een stap verder zouden moeten gaan met het organiseren van een programmaorganisatie om dit ‘Deltaplan ventilatie en verduurzamen scholen’ verder vorm te geven.
“Het gaat om een gezonde werk- en leeromgeving van 2,7 miljoen kinderen en professionals die er dagelijks mee te maken hebben”, zegt hij. “Dit Deltaplan slagvaardig organiseren creëert daarnaast waarde voor de economie, want bouwactiviteiten vertalen zich naar werkgelegenheid.”