VNG en AEF: Coronacrisis kost gemeenten minimaal €1,5 miljard
De coronacrisis kost Nederlandse gemeenten naar verwachting tussen de €1,5 en €1,8 miljard aan extra uitgaven en inkomstenderving. En dan zijn de kosten voor de Tozo, GGD’en en Veiligheidsregio’s nog niet eens meegerekend.
Het moge inmiddels duidelijk zijn dat de coronacrisis veel meer is dan alleen maar een gezondheidscrisis. De talloze gevolgen van de virusuitbraak worden overal gevoeld in de portemonnee, zo ook bij gemeenten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gaf Andersson Elffers Felix (AEF) de opdracht om een schatting te maken van de financiële schade die gemeenten oplopen.
Om hier een getal op te plakken heeft het bureau gekeken naar 42 relevante gevolgen van de coronacrisis. Deze zijn voor het overgrote deel op te splitsen in twee categorieën: hogere uitgaven en lagere inkomsten. Denk bij hogere uitgaven bijvoorbeeld aan de bestedingen voor het inrichten van de anderhalvemetersamenleving, extra ondersteuning van WMO- en jeugdzorgaanbieders en steun voor de cultuur- en sportsector.
Aan de andere kant zijn er lagere inkomsten uit zaken als toeristenbelasting, parkeergeld en winst uit eigen ondernemingen. Tot eind mei liepen de gemeenten volgens de berekeningen van AEF bijvoorbeeld tussen de €127 en €157 miljoen aan parkeerinkomsten mis, waarmee dit een van de grootste kostenposten vormt. De gederfde toeristenbelasting tikt ook aardig aan: “Tot juni zijn er al ongeveer €71 - €87 miljoen aan inkomsten misgelopen. Dit ten opzichte van de €400 miljoen aan jaarinkomsten”, aldus de onderzoekers.
Hierbij blijken vooral toeristische gemeenten de klos. Die krijgen de hardste klappen te verduren, omdat zij veel inkomsten uit toeristenbelasting, precariobelasting en vaak ook parkeren mislopen. “De invloed van toerisme is belangrijker dan de omvang van de gemeente. Zowel grote als kleine gemeenten ervaren echter grote financiële effecten”, vertelt AEF-partner Jasper Sterrenburg tegenover Binnenlands Bestuur. Sterrenburg zat in het team van onderzoekers, samen met AEF-collega’s Peter van Zoest, Michiel Ehrismann, Evelien Rutgers, Jelte Schievels en Carlijn van Helmond.
De parkeermeters staan stil, de coronameter tikt door
In totaal komen de kosten van de coronacrisis tot eind mei uit tussen de €640 en €774 miljoen. De prognose is dat daar tot eind december nog tussen de €843 en €1.051 miljoen bijkomt, waarmee de kosten oplopen tot minimaal €1,5 miljard en maximaal €1,8 miljard. In deze berekeningen wordt ervan uitgegaan dat ons geen tweede golf staat te wachten. Komt die wel, dan lopen de kosten voor gemeenten zelfs op tot maximaal €2,8 miljard.
Als het geld voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), GGD’en en veiligheidsregio’s ook wordt meegeteld komen de kosten nog veel hoger uit, namelijk tussen de €5,6 en €6,2 miljard. Hierbij merkt AEF wel op dat het niet de verwachting is dat die uitgaven per saldo ten laste van individuele gemeenten zullen komen.
Eerder klopten de gemeenten al aan bij het Rijk voor extra geld om de financiële klappen van corona beter op te kunnen vangen. Toen heeft het kabinet een bedrag van €566 miljoen toegezegd, maar gemeenten lieten al snel weten dat dit lang niet genoeg zou zijn. In mei gaf het overgrote deel van hen in een enquête aan te verwachten in grote financiële problemen te zullen belanden, waarbij ook werd gedreigd met hogere lokale belastingen indien er niet meer geld zou worden vrijgemaakt vanuit het Rijk.
Volgende maand, op 17 augustus, gaan de VNG en het Rijk om de tafel tijdens het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen. Met het rapport van AEF onder de arm hopen de gemeenten dan meer geld los te peuteren. “Het is daarbij van belang dat het Rijk voldoende middelen vrijmaakt voor de toegezegde reële compensatie”, stelt VNG-directeur Leonard Geluk. “Een reservering van het kabinet in de orde van grootte van de totale door AEF ingeschatte kosten kan daarbij helpen en vertrouwen geven.”
De VNG benadrukt tot slot dat het een optelsom is die zorgt voor grote onrust bij gemeenten: “Naast de coronakosten spelen daarbij ook de financieringsproblemen in het sociaal domein, de opschalingskorting en de herijking van het gemeentefonds.”