Overheidsuitgaven aan externe inhuur springen omhoog met 20%

23 juni 2020 Consultancy.nl

De totale uitgaven van de Rijksoverheid aan externen is het afgelopen jaar met bijna 20% gestegen tot zo’n €1,7 miljard. Dit is het hoogste bedrag sinds de Rijksoverheid bijhoudt hoeveel ze uitgeeft aan consultants, interim managers en uitzendkrachten.

Een analyse door Consultancy.nl van rapportage van de Rijksoverheid laat zien dat, ondanks herhaalde oproepen vanuit de Tweede Kamer om de inhuuruitgaven te beteugelen, er nu voor het achtste jaar op rij meer geld is betaald aan externen.

Dat betekende vorig jaar kassa voor partijen als consultancybureaus, databeheerders, IT-bedrijven en uitzendbureaus. Met een totale uitgave van €1,66 miljard is de besteding van het Rijk gelijk aan 10,3% van de totale personeelskosten. Hiermee wordt wederom de eigen richtlijn – de zogeheten Roemernorm – overschreden.

In 2010 maakte het toenmalig kabinet een aantal duidelijke afspraken met de Tweede Kamer over externe inhuur. Daarbij stelde toenmalig minister Donner de Roemernorm vast, vernoemd naar de bedenker ervan, oud SP-leider Emile Roemer. De niet-bindende norm stelt dat ministeries niet meer dan 10% van hun personeelskosten zouden moeten uitgeven aan externe werknemers.Rijksoverheid uitgaven aan externe inhuurVorig jaar slaagden acht van de twaalf ministeries er niet in hun personeelsuitgaven binnen deze norm te houden, tot grote ergernis van beleidsbepalers. Externen moeten in beginsel uitsluitend worden ingeschakeld als het Rijk de benodigde expertise of menskracht niet zelf in huis heeft. Denk aan specialistisch advies (consultancy), specifieke IT-diensten (IT-bedrijven), het vervullen van tijdelijke vacatures (interim en detachering) en het opvangen van piekbelastingen en bemensen van grote programma’s (uitzendkrachten).

Ondanks dat ministeries worden geacht alleen externen aan boord te halen indien er geen beter alternatief voorhanden is, laat een blik op de lange lijsten van veranderprogramma’s en uitgaven zien dat de ministeries het niet zo nauw nemen met de Roemernorm. Enerzijds is dit begrijpelijk: de overheid staat voor een enorme veranderopgave, met name op het gebied van digitalisering. In het behalen van de deze doelstellingen zijn kennis en ondersteuning van gespecialiseerde partijen cruciaal.

En tegen de achtergrond van de war for talent – je zou het te midden van het gevreesde banenverlies door de coronacrisis bijna vergeten, maar vorig jaar worstelde de overheid zoals vele organisaties met het invullen van vacatures – was het misschien wel logischer dan ooit om talent van buiten de deur in de arm te nemen.

Anderzijds dragen sommige ministeries al jaren het stempel dat ze zich te gemakkelijk laten verleiden tot het inschakelen van externen. Als alles goed gaat blijft het grotendeels stil. De kritiek is vooral gericht op de zaken die misgaan. Zo’n €715 miljoen – bijna de helft van de totale uitgaven aan externen – ging naar IT-consultants en IT-professionals. En laat dat nou net het gebied zijn dat het meeste onder vuur ligt.Rijksoverheid: Externe uitgaven per inhuurcategorie

Al jaren blijkt dat grote IT-programma’s binnen de overheid structureel onder de maat presteren. Bij Defensie is een groot ERP-programma mislukt, de modernisering van het bevolkingsregister liep uit op een fiasco en bij het UWV eindigde een IT-transformatie in een deceptie. Al met al verdwenen zo honderden miljoenen in het afvoerputje.

Nadat een parlementaire commissie werd ingesteld om te onderzoeken waarom de Nederlandse overheid op het gebied van ICT blijft falen, kwam de overheid met de oplossing: meer regie op het IT-portfolio in de vorm van het Bureau ICT Toetsing. Maar terwijl sommigen stellen dat het nieuwe orgaan zijn taak goed vervult, blijven anderen kritisch. Sommige politici pleiten er zelfs voor om Bureau ICT-Toetsing weer af te schaffen.

Een internationaal perspectief

Door de totale uitgaven aan externen in een internationaal perspectief te plaatsen, schijnen we echter een ander licht op de discussie. Een vergelijking met de overheidsuitgaven van andere Europese landen laat zien dat als het om veranderopgaven gaat, Nederland niet uit de pas loopt. Uit data van Consultancy.org blijkt dat de overheden in bijvoorbeeld Australië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk nog veel meer uitgeven aan externe professionals.

Totale uitgaven in de publieke sector?

De €1,7 miljard omvat de uitgaven van de Rijksoverheid, bestaande uit twaalf ministeries, circa dertig agentschappen en het politieke apparaat. Hoeveel de gehele overheid uitgeeft is onbekend. Wel maakte Consultancy.nl een voorzichtige schatting in 2016.
Uitgaven per ministeries en de Roemernorm

Gemeenten gaven destijds zo’n €1,2 miljard uit, provincies zo’n €170 miljoen en waterschappen zo’n €60 miljoen. Het totaal van €1,4 miljard was ongeveer een vijfde hoger dan de totale uitgaven van het Rijk. Dit betekent dat ook lokale overheden moeite hebben om zich te conformeren aan de Roemer-norm. “Deze norm werkt blijkbaar niet”, concludeerde SP-Kamerlid Ronald van Raak vorig jaar dan ook. Hij pleit ervoor om de norm te veranderen in een bindende wet.

Als de verhouding tussen de uitgaven van de Rijksoverheid en de rest van de overheid ongeveer gelijkligt met die van 2016, zou dat betekenen dat de gehele overheid nu meer dan €3,7 miljard uitgeeft aan externe bureaus en partijen. 

Impact van de coronacrisis?

De grote vraag voor het huidige jaar is natuurlijk hoe de uitbraak van het coronavirus de uitgaven van de overheid zal beïnvloeden. Aan de ene kant liet de overheid toen het virus uitbrak een persbericht uitgaan waarin werd gesteld dat er “mogelijk minder inhuur” zou zijn. In de weken die daar direct op volgden werd een aantal grote programma’s inderdaad tijdelijk on hold gezet.

Nu we drie maanden verder zijn, wijzen diverse signalen in de markt echter op een toename in de inhuur. Nu de werkelijkheid van het nieuwe normaal is geaccepteerd, en omdat de Rijksoverheid een voorbeeldfunctie wil vervullen op het gebied van goed werkgeverschap, zijn de meeste projecten weer opgestart.

Op sommige gebieden is de vraag naar externen bovendien geëxplodeerd. Consultants helpen ministeries met strategische advisering, zoals het optuigen van noodmaatregelen en het doorvertalen van beleid. Ook huren gemeentes hordes aan adviseurs en externen in om de huidige piekbelasting op te vangen, bijvoorbeeld in de uitvoering van de NOW- en Tozo-regelingen.